2. neurofysiologie parodontium Flashcards

1
Q

functies van het PDL (4)

A
  1. verankering vd tanden het alveolaire bot
  2. voedende functie
  3. vezel-regenererende functie
  4. absorptie van occlusale krachten en het doorgeven ervan aan het alveolair bot.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef de uitleg van het visco-elastische systeem van het parodontale ophangapparaat

A

een schuin georiënteerd vezelnetwerk dat wordt uitgerekt bij axiale belasting vd tand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geef de drie soorten vloeistoffen die een rol spelen bij het opvangen van krachten (PDL)

A
  1. cellulaire vloeistof
  2. vasculaire vloeistof
  3. interstitiële vloeistof (gel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geef enkele verschillen tussen verzadigbare- en niet-verzadigbare receptoren

A

verzadigbare receptoren:

  1. snelle adaptatie aan een stimuli
  2. drempelwaarde is zeer laag
  3. bereiken hun max. respons bij 300 gram
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is osseoperceptie?

A

zenuwuiteinden in het bot zorgen ervoor dat, ná het verdwijnen van elementen en hun pdl, personen nog steeds gevoel kunnen ervaren voor mechanische en zelfs thermische stimuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de voornaamste rol van parodontale mechanoreceptoren?

A

continue feedback over de krachten die op de tanden inwerken sturen naar de motorprogramma’s die instaan voor het kauwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de zenuwvezels hebben 2 belangrijke functies:

A
  1. het signaleren aan de cortev van mechanische en/of nociceptieve impulsen
  2. het regelen vd lokale ontstekingsreactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly