11. modificerende factoren Flashcards

1
Q

verschil tussen diabetes type 1 en type 2

A

type 1: verminderde productie van insuline

type 2: resistentie tegen effect van insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat vemoeilijkt de diagnose van parodontale aandoeningen bij rokers?

A

roken reduceert klinische verschijnselen van ontsteking. door vasoconstrictie is er een verminderd volume aan bloedvaten aanwezig wat voor verminderde bloeding zorgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

definieer leukocytose

A

meer leukocyten in de bloedbaan aanwezig dan normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geef een vd belangrijkste oorzaken v implantaatverlies

A

roken (1/3 rokers verliest implantaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

op welke soort parodontitis heeft stress vooral betrekking?

A

necrotiserende parodontitis/ ANUG (nieuwe rekruten/studenten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

op welke manier zorgt stress voor deregulatie vh immuunsysteem?

A
  1. stress zorgt voor verhoogde productie cortisol

2. cortisol onderdrukt het immuunsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly