4. gingivitis Flashcards

1
Q

kenmerken van een gezonde gingiva (9)

A
  1. lichtroze kleur
  2. stevige consistentie
  3. gestippeld aspect
  4. scherpe papillen; vullen approx. ruimte
  5. ondiepe pockets (1-3)
  6. geen bloeding na sonderen
  7. geen zwelling
  8. marginale gingivarand rond gcg
  9. histologisch ontstekingsvrij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welk belangrijk verdedigingssysteem ontbreekt bij het tandoppervlak?

A

het proces van desquamatie. = het tandoppervlak vervelt niet. (hechting van bacteriën)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

prevalentie van gingivitis bij volwassen is (mede) afhankelijk van: (2)

A
  1. SES

2. industrialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klinisch gezond ≠ histologisch gezond, doordat? (3)

A

in klinisch gezonde toestand is er meestal toch sprake van een gering ontstekingsinfiltraat, leukocyten en productie van creviculaire vloeistof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat werd aangetoond met het experimentele gingivitismodel?

A

het verband tussen gingivitis en de aanwezigheid van bacteriële plaque op de tanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

na hoeveel tijd ontstaat de initiële laesie?

A

binnen 24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

na hoeveel tijd ontstaat de vroege laesie?

A

na ongeveer 1 week plaqueaccumulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer begint de gestabiliseerde laesie? (chronische gingivitis)

A

na 3 weken plaqueaccumulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de volgorde van bacteriële kolonisatie?

A
  1. gram+ kokken en staafjes; naar;
  2. gram- kokken en staafjes;
  3. filament, fusobacteriën;
  4. spirillen en spirocheten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar op de tand begint de bacteriële kolonisatie bij de mens?

A

op het cervicale deel vd tand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het verschil in bacteriële kolonisatie bij een eiwitrijk dieet met- of zonder koolhydraten?

A

bij een eiwitrijk dieet zonder koolhydraten ontwikkelt de plaque zich over het gehele tandoppervlak. Bij een eiwitrijk dieet met koolhydraten ontwikkelt de plaque zich cervicaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurt er met de snelheid v plaqueaccumulatie naarmate de gingiva meer ontstoken raakt?

A

De plaqueaccumulatiesnelheid neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef 6 kenmerken van chronische gingivitis

A
  1. roodheid
  2. zwelling
  3. verlies van stevige consistentie en gestippeld aspect
  4. tendens tot bloeden na sonderen
  5. temperatuur in de pocket is iets verhoogd
  6. gingiva is (meestal) niet pijnlijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

geef 3 lokale factoren die bijdragen aan gingivitis

A
  1. subgingivale restauraties
  2. overhangende restauraties
  3. vast orthodontisch apparatuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

factoren puberteitsgingivitis (5)

A
  1. hogere plaqueniveaus
  2. mondademhaling (uitdroging->antibacteriële factoren vh eigen speeksel vallen weg)
  3. crowding
  4. eruptie v elementen
  5. toename hormonen (oestrogeen, testosteron)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

oorzaken zwangerschapsgingivitis (4)

A
  1. hoeveelheid creviculaire vloeistof neemt toe
  2. pocketdiepte neemt toe.
  3. gingiva bloedt sneller na sonderen
  4. eventuele microbiologische toename
17
Q

wat is een epulis gravidarum

A

een circumscripte, soms gesteelde, rode, uit capillairrijk granulatieweefsel opgebouwde, goedaardige, reactieve zwelling vd gingiva.