6. Productiebedrijven en het productieproces Flashcards

1
Q

Wat zijn de taken van het bedrijfsbureau?

A
  • Opstellen bewerkingslijsten / stuklijsten >
    technische voorcalculatie Planning.
  • Werkvoorbereiding.
  • Werkuitgifte.
  • Voortgangscontrole.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de controletechnische functie van het bedrijfsbureau?

A

Beschikkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de taken van de productieafdeling?

A

het zo efficiënt en effectief mogelijk verzorgen van de productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de controletechnische functie van de productieafdeling?

A

Uitvoerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke risico’s kunnen worden onderkend ten aanzien van het productieproces?

A
  • Inefficiënte productie.
  • Ongeautoriseerde productie.
  • Onbetrouwbare standaarden.
  • Onbetrouwbare voorcalculatie.
  • Diefstal van onderhanden werken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar vindt de primaire vastlegging van de productieverantwoording plaats?

A

door productiechef op de productierapporten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke manier vindt de calculatie plaats bij een onderneming waar sprake is van productie op voorraad?

A

standaardkostprijs en een nacalculatie en verschillenanalyse per periode per afdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke manier vindt de calculatie plaats bij een onderneming waar sprake is van productie op order?

A

voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse per order (de bezettingsverschillen worden wel per periode per afdeling geanalyseerd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke verschillen komen naar voren bij een goede verschillenanalyse?

A
  • Calculatieverschillen.
  • Prijsverschillen.
  • Efficiencyverschillen.
  • Bezettingsresultaten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie zal deze verschillenanalyse constateren?

A

het hoofdadministratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie zal de verschillen moeten verklaren?

A

hoofd bedrijfsbureau en de productiechef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke algemeen organisatorische maatregelen zijn van belang bij productieorganisaties?

A
  • Doorvoeren van controletechnische
    functiescheiding tussen inkoop / productie
    / be­drijfsbureau / voorraad en verkoop.
  • Opstellen van een begroting inclusief
    standaarden (tarieven per manuur en
    machine-uur).
  • Opstellen van voorcalculatie dan wel
    standaardkostprijscalculatie.
  • Uitvaardigen richtlijnen ten aanzien van:
    • Opstellen van kwantitatieve en
      financiële voorcalculaties.
    • Hanteren minimale bezettingsgraden en
      maximale omsteltijden van machines.
    • De wijze waarop
      productieverantwoording plaats moet
      vinden.
    • Het berekenen van efficiencyverschillen
      bij de productie.
    • Het onderhoud van machines.
    • Veiligheidseisen en milieueisen.
    • Voorraadniveaus.
    • Incourante voorraden.
    • Verkoopprijsstelling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke manier zal de calculatie plaats vinden bij productieorganisaties waarbij sprake is van massamaatwerk?

A

standaarden per onder­deel en wordt per periode per afdeling nagecalculeerd. Wanneer er grote verschillen zijn kan een nadere analyse per verkooporder plaats vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke risico’s kunnen worden onderkend bij productieorganisaties waarbij sprake is van massamaatwerk?

A
  • Leveren van een product dat niet aan de
    klantspecifieke wens voldoet.
  • Onvoldoende kwaliteit van onderdelen.
  • Onvoldoende voorraad van bepaalde
    onderdelen.
  • Vraag naar producten is moeilijk te
    voorspellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke drie kenmerken hebben agrarische organisaties over het algemeen?

A
  • Hebben veel te maken met gedetailleerde
    wet- en regelgeving.
  • Productie vindt plaats op voorraad, maar
    toch veel onzekerheid.
  • Sterk onder invloed van allerlei externe
    factoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke risico’s kunnen worden onderkend bij agrarische bedrijven?

A

Onzekerheid over de opbrengsten;
- Seizoenspatroon in de vraag.
- Niet naleving wet- en regelgeving.
- Politieke, sociale en milieuproblemen.
- Storingen in klimaatbeheersinginstallaties.
- Veranderende weersomstandigheden.

17
Q

Welke aanknopingspunten voor de controle op de volledigheid van de opbrengsten zijn te onderscheiden bij agrarische organisaties?

A
  • Verbanden in de waardenkringloop.
  • Partijadministraties.
  • Contractenregisters.
18
Q

Wat is het belangrijkste verschil tussen productieorganisaties met massaproductie en agra­rische organisaties?

A

het ontbreken van harde normen door externe factoren

19
Q

Wat zijn de belangrijkste risico’s die kunnen worden onderkend bij organisatie die produ­ceren op order?

A
  • Relatief onbetrouwbare
    productiestandaarden.
  • Leveren van een product dat niet aan de
    klantspecificatie voldoet.
  • Verschuiven van kosten tussen orders met
    regiewerk en orders met vaste prijs.
  • Lange doorlooptijd productieorders.
  • Complexiteit van de orders.