3.2 Viscerale coördinatiesysteem Flashcards

1
Q

Wat zijn 2 belangrijke centra voor eetlust in de hypothalamus?

A
  • Verzadigingscentrum (VMN)
  • Hongercentrum (LHA)

Verzadiging: Mediaal -> Verzadigingsgevoel
Honger: Lateraal -> Hongergevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke centrum stuurt beide eetlust centra aan?

A

De nucleus archuales

Afferente vezels gaan via de Nucleus solitarus en de zenuwen n.X en n. IX naar de hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 soorten neuronen in de nucleus archuales zijn er en wat is hun effect?

A
  • Anorexigene neuronen -> Vermindering hongergevoel (verzadiging)
  • Orexigene neuronen -> Stimuleren hongergevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er bij de glucose inname?

A

Insuline aanmaak

Dat zorgt voor de stimulatie van anorexigene neuronen en remt de orexigene neuronen. Snellere functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er als er een tijdje geen voedsel naar binnen komt?

A

De maag maakt het hormoon ghreline

Dat zorgt voor een remming van de anorexigene neuronen en stimuleert de orexigene neuronen waardoor je een hongergevoel krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er als er teveel vet is?

A

Vet zorgt voor leptine aanmaak en dat zorgt voor een afname van de eetlust/remmen orexigene neuronen en activatie anorexigene neuronen (traag regelsysteem)

Hoe meer vetcellen er zijn, hoe meer leptine er wordt aangemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt het slikken?

A

Het begint willekeurig, maar als het eenmaal is begonnen is het onwillekeurig.

Strottenklepje sluit de luchtpijp af. Onderste en bovenste sfincter van de slokdarm moeten goede timing hebben

Orale fase:
- Tong gebruikt om vloeistof naar achteren te werken

Faryngeale fase:
- Reflexmatig farynx en luchtpijp omhoog getrokken
- Strottenklepje gaat sluiten
- Reflexmatig slikfase

Oesofageale fase:
- Samenwerking van onderste en bovenste sfincter van de slokdarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe heet de beweging van de peristaltiek in de slokdarm?

A

Slow wave bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de functies van de maag?

A

Opslag van voedsel

Vertering:
- Mengen en kneden
- Secretie hormonen en H+
- Productie chymus (spijsbrei) (Maag is een krachtige spier)

Bescherming:
- Mechanisch
- Chemisch
- Bacterieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt de maag peristaltiek?

A

Rekreceptor bij de bolus geeft via interneuronen een signaal richting de kringspieren. Achter de bolus vindt contractie plaats en voor de bolus relaxatie. De lengtespieren contraheren ook.

m. sphincter pylori bepaalt wanneer brei naar duodenum kan gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt de stimulering van de maagsapsecretie?

A

Honger (cefale fase) -> Hersenstam -> nervus vagus (n.X) -> Maagwand -> Klieren

Acetylcholine heeft effect op de Enterochromaffin-like cell (ECL) -> Maken Histamine -> Bindt aan de wandcellen -> Produceren protonen -> Uitgescheiden in het lumen van de maag

Acetylcholine bindt zelf ook aan proton, maar kan ook somatostatine (D-cellen) remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt de pepsinogeenproductie in de hoofdcellen van de maag gereguleerd (en HCL uitgescheiden)?

A

Met neurotransmitters.

Peptiden stimuleren gastrine dat stimuleert via histamine de HCL afgifte en stimuleert pepsinogeenafgifte.
Somatostatine remt gastrine en dus de afgifte van HCL en pepsinogeen

Dit gebeurt in het antrum van de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt het ritme van de maagcontractie bepaald?

A

Met pacemakercellen in het cardiale deel van de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet de receptieve relaxatie van de maag?

A

Het ontspant de maag als hij vol zit zodat de druk niet teveel toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat de dunne darm motoriek?

A
  • Segmentale insnoeringen
  • Pendelbewegingen (heen en weer)
  • Rimpeling van het slijmvlies
  • Darmvlok bewegingen
  • Peristaltische golven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werkt defacatie?

A

Defacatie is deels autonoom en deels animaal. Interne sfincter (m. sphincter ani internus) is niet onder invloed van de wil, de Externe sfincter (m. sphincter ani externus) wel.

De Interne sfincter geeft aandrang (gladde spiercellen) -> Recto-anale inhiberende reflex

Rectum zorgt voor opslag van ontlasting (als het vol zit gaat het uitrekken)

17
Q

Welke cellen komen er voor in de maag?

A
  • Hoofdcellen (produceren pepsinogeen)
  • Wandcellen/pariëtale cellen (zoutzuur aanmaak)
  • Halsslijmcellen (produceren slijm, beschermen maag tegen zichzelf)
  • Maagslijmcellen
18
Q

Hoe werkt de gastrale fase?

A

Maag wordt uitgerekt en de mechanische receptoren worden geprikkeld waardoor er afgifte van gastrin-releasing peptide plaatsvindt om zo gastrine vrij te laten komen.

Gastrine wordt opgenomen door het bloed en kan binden en stimuleren van de wandcel

De parasympaticus wordt geactiveerd en acetylcholine wordt afgegeven

Door de rekking van de maagwand en de aanwezigheid van eiwitfragmenten worden de maagsapsecretie verhoogd

19
Q

Hoe werkt de intestinale fase?

A
  • Dit vindt plaats in het duodenum
  • Eiwitproducten komen hier naar binnen
  • G-cellen (gastrine cellen) zijn alsnog in de dunne darm aanwezig. Ze kunnen het bloed in en kunnen de wandcellen aanzetten tot zoutzuur secretie (H+ afgifte)
  • De maagsapsecretie wordt gereguleerd onder invloed van onder andere de pH en de hoeveelheid vetzuren in het duodenum
20
Q

Wat is het migrerend motorisch complex?

A

Als de maag een tijdje leeg is wordt het opgeruimd. De onverteerde (voedsel)resten worden dan verwijderd

21
Q

Wat is de functie van de colon?

A
  • Absorptie van water en ionen
  • Bacteriële fermentatie van niet-absorberende voedingsstoffen
  • Opslag van afvalstoffen
    -Defecatie
22
Q

Wat is de ziekte van Hirschsprung?

A

Moeite van feces kwijtraken