2.6 Anatomie onderbuik en (kleine) bekken retroperitoneum Flashcards

1
Q

Wat zijn de 3 hoofdvertakkingen van de aorta in de buikholte?

A
  • a. mesenterica superior (Middendarm)
  • a. mesenterica inferior (Einddarm)
  • Truncus coeliacus (Voordarm)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heten de 3 arteriën die uit de Truncus Coeliacus ontstaan?

A
  • a. hepatica communis: a hepatica propria, sinistra & dextra, a. hepaticaduodenale
  • a. lienalis/splenica: a. gastro omentalis dextra & sinistra
  • a. gastrica sinistra: Buitenbocht -> a. gastro-omentalis sinistra
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke structuren worden gevasculariseerd door de Truncus Coeliacus?

A

Vroegere voordarm:
- Lever
- Maag
- Milt
- Deel duodenum
- Pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke structuren worden gevasculariseerd door de a. mesenterica superior?

A

Vroegere middendarm:
- Eerste deel colon transversum
- Jejunum
- Ileum
- Caecum
- Colon ascendens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke structuren worden gevasculariseerd door de a. mesenterica inferior?

A

Vroegere einddarm:
- Halverwege colon transversum
- Colon sigmoïdeum
- Bovenste deel van het rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Begint een bloedvat bijna altijd intra- of retroperitoneaal?

A

Retroperitoneaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekend anastomose?

A

Twee bloedvaten die samenkomen (zodat delen niet afsterven stel er is een afsluiting)

De a/v gastro-omentalis sinistra & dextra verlopen in een anastomose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke arterie loopt naar de milt?

A

a. lienalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de begrenzingen van de bursa omentalis?

A

Ventraal: Omentum minus & gaster
Dorsaal: Pancreas
Craniaal: Lever
Caudaal: Colon transversum
- Lateraal: Milt
- Mediaal: Foramen epiploicum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen het jejunum en het ileum als het gaat om wat ze absorberen?

A

Jejunum:
Absorptie van
- Koolhydraten
- Aminozuren
- Lipiden

Ileum:
- Niet-opgenomen koolhydraten/aminozuren/vetzuren door jejunum
- Resorptie van afbraak enzymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen het jejunum en het ileum als het gaat om uiterlijk?

A

Jejunum:
- Roze kleur (meer kleine vaatjes)
- Zichtbare arcades en windows
- Weinig arcades (1-3)
- Lange vasa recta
- Minder vettig
- Groter in diameter

Ileum:
- Grijzig
- Dik mesenterium, Slecht zichtbare arcades
- Veel arcades (2-6)
- Korte vasa recta
- Bevat meestal meer vet
- Kleiner dan het jejunum

Ileum is ongeveer 3 meter lang en het Jejunum ongeveer 2 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heet de hoek tussen het laatste deel van het ileum en het caecum?

A

Ileocecaalhoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 2 namen van de klep in de ileocecaal hoek?

A
  • Valvula ileocecalis
  • Klep van Bauhin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Achter welk ligament verloopt het foramen epiploicum?

A

Lig. hepatoduodenale

Het ligt transversaal en op het niveau van de maag, milt en de pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waardoor kunnen zelfs organen die intraperitoneaal liggen zelfs een hinder veroorzaken?

A
  • Geen ‘lucht’ in de holtes
  • Alle handelingen moeten minimale schade aanbrengen dus moet er zicht zijn
  • Vele mobiele structuren
  • Alleen zit vast met het peritoneum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan de pancreas retroperitoneaal benaderd worden?

A
  • Via het omentum minus
  • Bovenlangs van de colon
  • Onderlangs van de colon`

Als je voorbij de ventrale begrenzing van de bursa omentalis bent in de holte krijg je toegang tot de pancreas.

Foramen van Winslow maakt het chirurgisch makkelijk om de caput pancreas te benaderen

17
Q

Wat zijn de kenmerken van de dunne darm (Intestinum tenue)?

A
  • 4-5 meter lang
  • 40% jejunum
  • 60% ileum
  • Overdekt door omentum majus
  • Bevatten beide dorsaal mesenterium (naar binnen toe gegroeid tijdens embryonale tijd)
  • Radix mesenterii (linksboven tot rechtsonder)
18
Q

Waar ligt de appendix?

A
  • McBurney’s punt (basis van de appendix)
  • Monro’s lijn
  • Punt van Lanz (apex van de appendix)

1/3 van je tuberculum (iliaca superior anterior)
Eindpunt van appendix is vaak meer variabeler

Retrocecaal (65%)
Pelvine (30%): Gerelateerd aan de blaas en rechter ovarium
Ligging kan worden beïnvloed door zwangerschap

Appendix ligt altijd intraperitoneaal (heeft eigen mesenterium)