2.3 Anatomie bovenbuik Flashcards

1
Q

Hoe heet de buikwandbekleding?

A

Peritoneum (Buikvlies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat het buikvlies?

A
  • Pariëtaal peritoneum
  • Visceraal peritoneum
  • Mesenterium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verloopt het ontwikkelen van het peritoneum rond de buikorganen tijdens de embryogenese?

A

Alle organen ontstaan buiten het peritoneum, organen groeien en duwen vervolgens tegen het peritoneum. Peritoneum wordt mee de buikholte ingeduwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de categorieën voor de ligging van de organen in het abdomen?

A

1) Intraperitoneaal
2) Extraperitoneaal:
- Retroperitoneaal
- Subperitoneaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar ligt het mesenterium in het peritoneum?

A

Verbinding tussen pariëtaal peritoneum en visceraal peritoneum.
Bloedvaten en zenuwen etc. lopen door het mesenterium naar de organen toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen primair en secundair retroperitoneaal?

A

Primair: Achterin abdomen, altijd daar geweest
Secundair: Met achterwand buikholte naar achteren geschoven (begon als intraperitoneaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke organen liggen er intra-peritoneaal?

A
  • Maag
  • Milt
  • Lever
  • Jejunum
  • Ileum
  • Caecum
  • Appendix
  • Colon transversum
  • Colon sigmoïdeum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke organen liggen er extra-peritoneaal?

A
  • Nieren
  • Pancreas (primair retroperitoneaal)
  • Duodenum
  • Colon ascendens
  • Colon descendens (secundair retroperitoneaal)
  • Rectum (deels sub)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de route door de organen vanuit de maag?

A

Maag -> Duodenum -> Jejunum -> Ileum -> Caecum -> Colon ascendens -> Colon transversus -> Colon descendens -> Colon sigmoïdeum -> Rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een kenmerk van de intraperitoneale organen?

A

Ze liggn los in de buikholte en kunnen dus bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uit welke delen bestaat de maag (van boven naar beneden)?

A
  • Cardia
  • Fundus
  • Corpus
  • Antrum
  • Pylorus
  • (Duodenum)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de Latijnse naam voor de binnenbocht en buitenbocht van de maag?

A

Curvutura minor en major

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zorgt ervoor dat de maag aan de lever vastzit?

A

Omentum minus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe noem je de flap van het peritoneum die vanaf de maag naar beneden valt met veel vet en vaten erin?

A

Omentum majus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Aan welke deel van de darmen geeft de pancreas zijn enzymen e.d. af?

A

Het duodenum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ziet de vorm van het duodenum eruit en waarom heeft het zo een vorm?

A

Het duodenum ziet eruit als een C. In de holte van de C ligt de kop van de pancreas

17
Q

Hoe heten de verschillende delen van het duodenum?

A

Pars superior
Pars descendens
Pars inferior
Pars ascendens

18
Q

Waar komt de galblaas uit?

A

In de binnenbocht van het duodenum (net als de pancreas)

19
Q

Hoe heet de afvoerbuis van de pancreas?

A

Ductus pancreaticus

20
Q

In welk ligament eindigt het omentum minus (lateraal gezien)?

A

Ligamentum hepatoduodenale

21
Q

Welke structuren lopen door het ligament hepatoduodenale?

A
  • Ductus choledochus
  • v. porta
  • a. hepatica propria
22
Q

Met welke ligamenten ligt de milt vast?

A
  • Lig. splenocilico (aan de colon)
  • Lig. phrenicosplenicum (aan het diafragma)
  • Lig. gastrosplenicum (aan de maag)
23
Q

Hoe heten de lobi van de lever?

A
  • Lobus caudatus
  • Lobus sinistra
  • Lobus quadratus
  • Lobus dextra
24
Q

Welke structuren vormen de H-figuur in de lever?

A
  • Linker poot H: Lig. teres en lig. falciforme
  • Rechter poot H: v. cava inferior en Galblaas
  • Horizontale stuk: Ingang lever, Lig. hepatoduodenale
25
Q

Hoe heten de ducti van de galblaas en hoe gaan ze in elkaar over?

A

De ducti hepaticus sinistra en dextra vormen samen met de ductus cysticus de aanvoer van de ductus choledochus