1.6 Fysiologie van de ademhaling Flashcards
Hoe heet het autonoom ademhalingspatroon?
Eupneu, dit wordt aangepast aan de O2 behoefte
Wat is dyspneu?
Ademnood
Wat is Apneu?
Ademstilstand
Wat houdt ventilatie in?
Ventilatie is het uitwisselen van zuurstof met de buitenlucht en het inwendige van de longen
Wat houdt diffusie in binnen de ademhaling?
Diffusie is de uitwisseling van moleculen tussen de inhoud van de longen en de bloedbaan
Wat houdt perfusie in?
De doorbloeding van weefsels met het zuurstofrijke bloed
Wat is het transportmechanisme?
De O2 en CO2 wordt vervoerd door het bloed
Hoe komt buitenlucht in de longen (inademen)?
- Inademen is een actief proces
- Door spieraanspanning van voornamelijk het diafragma maak je het longvolume groter
- Hierdoor wordt de druk in de longen lager dan de atmosferische druk
- De lucht wordt aangezogen de longen in
Wat gebeurd er aan het einde van de inademing met de druk?
Je stopt met het vergroten van het longvolume. Hierdoor is de druk atmosferisch
Wat is de druk in de longen voor het inademen?
De druk is zowel voor als na het inademen atmosferisch
Hoe werkt het uitademen en wat gebeurd er met de druk?
- Uitademen is een passief proces
- Het longvolume neemt af
- De druk in de longen wordt hierdoor hoger dan de atmosferische druk
- De lucht in de longen gaat naar buiten
Wat is de atmosferische druk?
De atmosferische druk is ongeveer 760 mmHg. Al bij een verlaging naar 758 mmHg vindt inademing plaats. Bij een verhoging naar 762 mmHg vindt uitademing plaats
Hoe ziet het oppervlakte voor de ademhaling eruit?
Van trachea naar bronchiën tot alveoli zijn er 23 vertakkingen. Vanaf de 17e vertakking kan gaswisseling plaatsvinden
Wat zijn de 2 voordelen van de vele vertakkingen in de longen?
- Oppervlaktevergroting
- De luchtverplaatsing wordt geremd hoe verder je in de long komt. Hierdoor kan er optimale gasuitwisseling plaatsvinden in de alveoli
Wat is de partiële druk en wat is daarin de rol van O2 en CO2 in de longen?
Je vult de longen met buitenlucht met een druk van 200 kPa. 20% van de buitenlucht bestaat uit zuurstof.
De partiële zuurstofspanning (PO2) in de long en in het bloed is dus 40 kPa. De PCO2 is ongeveer 104 kPa.
Deze partiële drukverschillen zorgen voor het mogelijk maken van diffusie