3.1 Animal assisted interventions Flashcards

1
Q

In voorgaande thema’s las u al over het positieve effect dat dieren kunnen hebben op de mens. Gebaseerd op deze overtuiging zijn allerlei toepassingsvormen ontstaan waarin dit effect gericht en gestructureerd gebruikt wordt om de gezondheid van de mens te verbeteren, de Animal Assisted Interventions (AAI). Door het op ondersteunende wijze inzetten van dieren, zoals honden, paarden en ezels wordt optimalisering van therapeutische processen, begeleidende activiteiten en leerprocessen nagestreefd.

U las in thema 1 al over het ontstaan van deze traditie en de theorieën en modellen die hieraan ten grondslag liggen. In dit thema gaan we verder in op AAI. We bekijken eerst welke interventies zoal worden aangeboden en op welke doelgroepen AAI zich richten. Vervolgens zoomen we in op het gebruik van dieren binnen de klinische praktijk (Animal Assisted Therapy) en de inzet van dieren in het onderwijs (Animal Assisted Education). De inzet van dieren in een dergelijke context betekent echter ook iets voor de dieren zelf en dit is onderwerp van ethisch debat. Gelukkig komt er de laatste jaren steeds meer aandacht voor aspecten rond het welzijn van het dier. In de laatste studietaak van dit thema gaan we dan ook in op wat AAI betekenen voor de dieren in kwestie.

Dieren worden binnen AAI ingezet in veel verschillende settings. Eerder las u al in het white paper van de overkoepelende wereldorganisatie IAHAIO over Animal Assisted Activities (AAA), Animal Assisted Coaching (AAC), Animal Assisted Therapy (AAT) en Animal Assited Education (AAE).

Bedenk zoveel mogelijk verschillende doelgroepen of toepassingen waarvoor dieren met een AAI kunnen worden ingezet. Als richtlijn kunt u de definities van IAHAIO in het achterhoofd houden (AAA, AAC, AAT, AAE).
Denk ook aan de diverse doelgroepen die u in de literatuur bij deze cursus tot nu toe tegenkwam. Speur eens op internet, bijvoorbeeld op Wikipedia en
www.licg.nl
www.aaizoo.nl
ww.instituutvoorantrozoologie.nl
Vul de lijst aan als u in de volgende studietaken nieuwe dingen tegenkomt.

A

kinderen met emotionele aandoeningen

coachen van jongeren of volwassenen met paarden of honden

ouderen in verzorgingstehuizen

leerlingen in het basisonderwijs

volwassenen met psychische aandoeningen

kinderen met ziekte en/of pijn in ziekenhuizen

volwassenen met schizofrenie

patiënten met hartproblemen

kinderen met ontwikkelingsachterstand en/of leerproblemen

kinderen met motorische problemen

mensen in een gevangenis of een huis van bewaring

getraumatiseerde mensen (PTSS), onder wie veteranen

mensen met een depressie

mensen met kanker en die chemotherapie ondergaan

mensen met bepaalde angsten

kinderen met autisme

volwassenen met autisme

cliënten van zorgboerderijen

slachtoffers van geweld en/of misbruik

eenzame ouderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zoals we in voorgaande opdracht zagen, worden dieren inmiddels breed ingezet in de klinische praktijk. Het is een onderwerp dat in de media veel aandacht krijgt. Dr. Verheggen vertelt in dit videofragment over het dier als dokter, en wat de wetenschap hier nu eigenlijk over weet.

Bekijk het college van dr. Verheggen (8 mei 2017) en beantwoord de vragen.

Welke voorbeelden worden in dit videofragment genoemd van de inzet van dieren in de (klinische) praktijk? 4x

A

De inzet van dieren bij

  1. patiënten in ziekenhuizen die contact mogen hebben met huisdieren.
  2. bij de psycholoog, bij jongeren of volwassenen met autisme.
  3. bezoeken aan mensen in een verpleeghuis.
  4. kinderen die voorlezen aan een hond of paard.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dr. Verheggen gaat in op de bijdrage die het dier levert aan de therapie en koppelt hier een aantal mechanismen of theorieën aan. Hij noemt bijvoorbeeld dat dieren kunnen zorgen voor meer therapietrouw, meer vertrouwen kunnen scheppen, een behoefte aan warmte kunnen vervullen en de stressrespons kunnen beïnvloeden. Op één theorie gaat hij wat uitgebreider in.

Welke theorie is dit en leg deze kort uit.

A

De hechtingstheorie
De band die een kind met zijn of haar moeder (of primaire verzorger) heeft, vormt de basis voor zijn of haar hechtingsstijl. Een onveilige hechting resulteert veelal in een destructief patroon van onveilige hechtinspatronen wat erg moeilijk te doorbreken is. Een onveilig gehecht kind lijkt echter met een dier wel een veilige hechting aan te kunnen gaan; de onveilige hechting wordt niet overgedragen op de relatie met het dier. Dit wordt gereflecteerd in de verhoging van de oxytocinespiegel wanneer het dier wordt geaaid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dr. Verheggen noemt in zijn college een belangrijke uitdaging voor onderzoek naar de effectiviteit van AAT.

Welke is dit?

A

Er zijn nog te weinig randomized controlled trials gedaan. RCT zijn studies waarbij mensen willekeurig worden toegewezen aan een AAT-groep of de controlegroep die een andere vorm van therapie ontvangt).
De uitdaging is dat het bij de kwetsbare groepen waarvoor AAT per definitie wordt ingezet moeilijk is een homogene sample samen te stellen. Het risico op uitval is bovendien groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De uitdagingen in zowel theoretisch als praktisch opzicht voor onderzoek naar (de effectiviteit van) AAT kwam u eerder al tegen in het artikel van Serpell et al. (2017).

Herhaal kort deze theoretische en praktische uitdagingen. 4x

A
  1. het ontbreken van een verklarende theorie, vooral over wat AAI onderscheidt van andere therapieën
  2. Sommige theorieën lijken plausibel voor huisdierbezit, maar het is de vraag of dat ook voor AAI geldt, omdat er geen langetermijnrelatie tussen dier en cliënt is.
  3. studie-ontwerp en -methodologie: slechte onderzoeksvragen, kleine onderzoekspopulatie, niet-gerandomiseerde condities, niet-gestandaardiseerde metingen en procedures, geen controlegroep, bias door verwachtingen onderzoeker, geen langetermijn follow-up
  4. de heterogeniteit van zowel cliënten als dieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly