2A1 week 6 HC 1 & 4 Oncologische chirurgie Flashcards
Welk pathologisch onderzoek wordt er gedaan vooraf aan behandeling?
- Cytologie/histologie
- Immuunhistochemie (biomarkers)
- Moleculaire subtypering (drivers)
Welke soorten beeldvorming zijn er?
Statisch: CT
Dynamisch: PET CT
Hoe ziet het behandelplan eruit?
- Behandeldoelstelling: curatief, palliatief of preventief
- Soms multimodaliteit: meerdere soorten behandeling
Wat is de operabiliteit?
Zegt iets over de conditie van de patiënt die je wilt opereren
Wat is de resectabiliteit?
Zegt iets over of te tumor veilig te verwijderen is
Wat is curatieve chirurgie?
Volledige verwijdering van tumor
- Verbetering totale overleving en ziekte vrije overleving
Wat is palliatieve chirurgie?
Verbetering lokale klachten, nooit effect op totale overleving
Wat is adjuvante therapie?
Post operatieve behandeling / nabehandeling
- Verbetering ziektevrije en totale overleving
Wat is neoadjuvante therapie?
Pre operatieve behandeling / voorbehandeling
- Verbetering ziektevrije en totale overleving door verwijderen micrometastasen
- Betere conditie voor behandeling dan na operatie
Wat is chemoradiotherapie?
Combinatie van chemo om weefsel gevoeliger te maken voor radiotherapie
Hoe kun je chemoradiotherapie geven?
- Concominant: tegelijk
- Sequentieel: eerst chemo, daarna radiotherapie
Wat is bioradiatie?
Radiotherapie met niet cytotoxische middelen (biologicals)
Wat is inductiebehandeling?
Behandeling om operatie mogelijke te maken
Bij welke carcinomen is chirurgie niet het belangrijkste onderdeel voor de kans op genezing?
- Testiscarcinoom: chemo, evt radiotherapie of chirurgie
- Cervixcarcinoom: radiotherapie
- Larynxcarcinoom: chemoradiotherapie
- Anuscarcinoom: chemoradiotherapie
Wat is een irradicale resectie?
Niet volledig weggehaald
- R1: microscopisch achterblijfsel
- R2: macroscopisch achterblijfsel