2.2 Introduction Flashcards

1
Q

Epidemiologie kan worden onderverdeeld in twee soorten, welke zijn dit?

A

1. Beschrijvende epidemiologie
* Het in kaart brengen van het distributiepatroon van ziekte
* Verschillen in frequentie tussen verschillende groepen op verschillende tijdstippen op verschillende locaties

2. Analytische epidemiologie
* De relatie onderzoeken tussen (oorzakelijke) variabelen en de ziekte
* In ‘formule’: Determinant > Uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Determinanten > uitkomst

Er zijn grofweg drie typen determinanten te onderscheiden, welke zijn dit?

A
  • Etiologische factoren
  • Diagnostische factoren
  • Prognostische factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Determinanten > uitkomst

Leg uit wat er wordt bedoeld met etiologische factoren

En hoe onderscheiden deze factoren zich met andere typen determinanten?

A

Etiologische factoren zijn risicofactoren of indicatoren voor het onstaan van ziekte, welke kunnen worden onderverdeeld in 3 categorieën:
1. Biologisch/genetisch (lastig te beïnvloeden)
2. Persoonskenmerken (denk aan leeftijd, gedrag, ziekte)
3. Omgevingsfactoren (denk aan gezin, beroep, fysisch)

Onderscheid in de nadruk op:
* Causaliteit: preventieve interventies
* Sterke associaties: indentificatie van hoge risico groepen of individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Determinanten > Uitkomst

Leg uit wat er wordt bedoeld met diagnostische factoren

En hoe onderscheiden deze factoren zich met andere typen determinanten?

A

Diagnostische factoren zijn
* indicatoren van de aan-/afwezigheid van een aandoening.
* Denk bijvoorbeeld aan screening of vroegdiagnostiek.
* Het gaat hierbij om een diagnose in pre-klinisch stadium.

Onderscheid in de nadruk op:
* Gericht op sterke associaties
* Causaliteit is onbelangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Determinanten > Uitkomst

Leg uit wat er wordt bedoeld met prognotische factoren

En hoe onderscheiden deze factoren zich met andere typen determinanten?

A

Prognotische factoren zijn predictoren van het beloop na de diagnose

Nadruk op causaliteit (pathofysiologie)
* Therapeutische interventies

Nadruk op sterke associatie
* Voorspellen van beloop
* Prognostische stratificatie (bijv. indeling op laag/middel/hoog risico op een bepaalde uitkomst)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definieer betrouwbaarheid

Ook wel precisie of reproduceerbaarheid genoemd

A

Betrouwbaarheid is de relatieve afwezigheid van toevallige (random) fouten > statistiek

  • gemiddelde is juiste waarde
  • herhaling verhoogd precisie

STATISTIEK helpt om PRECISIE te KWANTIFICEREN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definieer validiteit

Ook wel geldigheid of accuraatheid genoemd

A

Validiteit is de relatieve afwezigheid van systematische (non-random) fouten > epidemiologie

  • gemiddelde is fout
  • herhaling lost niets op

EPIDEMIOLOGIE helpt bij VALIDITEITSPROBLEMEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly