2.11 Causaliteit Flashcards
Wat zijn de Bradford Hill criteria?
De Bradford Hill criteria kunnen helpen bij het systematisch benaderen van causaliteit in studies
Noem alle Bradford Hill criteria
- Strength
- Consistency
- Specifity
- Temporality
- Biological gradient
- Plausibility
- Coherence
- Design
- Analogy
Wat wordt er bij de Bradford Hill criteria bedoeld met (1) strength, (2) consistency, (3) specificity, en (4) temporality?
1) Strenght: sterkte van de associatie
2) Consistency: consistentie bij herhaling in verschillende omstandigheden (personen, plaats, tijd, etc.)
3) Specificity: specificiteit van de associatie (bijv. betrouwbaarheidsinterval)
4) Temporality: Eerst de determinant, daarna de uitkomst
NB sterkte van de associatie hangt af van de verdeling determinanten in de onderzoekspopulatie (ook zwakke associaties kunnen causaal zijn)
Wat wordt er bij de Bradford Hill criteria bedoeld met (5) Biological gradient, (6) Plausibility, (7) Coherence, (8) Design, and (9) Analogy?
5) Biological gradient: dosis response curve
6) Plausibility: biologische verklaarbaarheid
7) Coherence: geen conflict met algemene feiten
8) Design: bij voorkeur experimenteel
9) Analogy: vergelijking met eerdere situaties
NB Soms is er geen ‘biological gradient’ bij plafond- of drempel effecten
Wat maakt met name de interpretatie van causaliteit lastig in observationele studies?
Confounding, selectiebias, en informatiebias