2.13 interpretatie van diagnostische testen Flashcards

1
Q

Wat zijn bronnen van variabiliteit in diagnostisch onderzoek? En wat wordt hiermee beïnvloed??

A

Bronnen van variabiliteit zijn:
1. Werkelijke (biologische) variatie (binnen- en tussen individuen)
2. Ogenschijnlijke variatie/ meetfouten (fouten in meetinstrument (binnen- tussen instrumenten) of waarnemersfouten (binnen- tussen waarnemers)

Dit beinvloed de reproduceerbaarheid (betrouwbaarheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoelt met ‘normale’ waarden in diagnostisch onderzoek?

A

Waarden die geassocieerd zijn met de afwezigheid van de gezondheidsuitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er bedoeld met ‘abnormale’ waarden in diagnostisch onderzoek?

A

Waarden die geassocieerd zijn met de aanwezigheid van de gezondheidsuitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt er bedoeld met ‘reproduceerbaarheid’ van diagnostische tests?

A

De overeenkomsten tussen uitkomsten van herhaalde metingen door dezelfde of verschillende beoordelaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noemt men het als één beoordelaar de test bij dezelfde personen herhaalt?

A

Intra-beoordelaarsvariatie | stabiliteit | ‘test-retest’ reliability

  • Kans op overschatting van reproduceerbaarheid bij een tekort tijdsinterval tussen de tests omdat de beoordelaar zich de uitslag mogelijk nog herrinnerd
  • Kans op onderschatting van reproduceerbaarheid bij een te lang tijdsinterval tussen de tests vanwege eventuele werkelijke (biologische) veranderingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noemt men het als twee of meer beoordelaars de test ongeveer gelijktijdig bij de zelfde personen uitvoeren?

A

Interberoordelaarsvariatie | ‘inter-observer agreement’ | ‘inter-rater reliability’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is er nodig om de ‘validiteit’ van diagnostische tests te beoordelen?

A

Testuitslagen moeten worden vergeleken met de uitkomsten van een ander meetinstrument (extern criterium) = criteriumvaliditeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Definieer sensitiviteit (Se)

A

Sensitiviteit is het percentage van de personen met een bepaalde ziekte dat door de test terecht als ziek wordt geclassificeerd

Se = P(T+ | Z+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Definieer Specificiteit

A

Specificiteit is het percentage van de personen zonder een bepaalde ziekte dat door de test terecht als niet ziek wordt geclassificeerd

Sp = P(T- | Z-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definieer de positieve predictieve waarde

A

De kans op de gezondheidsuitkomst gegeven een positieve test

VW+ = P(Z+ | T+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Definieer de negatieve predictieve waarde

A

De kans op niet de gezondheidsuitkomst gegeven een negatieve test

VW- = P(Z- | T-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurd er met de positieve en negatieve voorspellende waardes als de sensitiviteit hoger is?

A

= lagere positieve voorspellende waarde
= hogere negatieve voorspellende waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de formule voor het berekenen van de prior odds

A

Prior odds = (prior kans) / (1- prior kans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de formule voor het berekenen van de posterior odds?

A

posterior odds = LR x prior odds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de formule voor het berekenen van de posterior kans?

A

posterior kans = (posterior odds) / (posterior odds + 1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leg uit waar er bij parallelle testen naar gekeken wordt

A

Bij parallelle testen worden ++ . +-, en -+ alle positief gerekend, en alleen – wordt als een negatieve testuitslag beschouwd.

17
Q

Leg uit waar er bij seriële testen naar gekeken wordt

A

Bij seriële testen wordt alleen ++ als positieve testuitslag aangemerkt. Is de eerste test negatief, dan kan de tweede test achterwege blijven, want onafhankelijk van de uitslag van de tweede test, zou de gecombineerde uitslag negatief zijn.