2.1 Flashcards
1
Q
achievable
A
bereikbaar
2
Q
aspect
A
aspect, deel
3
Q
be willing to (to)
A
bereid zijn om
4
Q
draft (to
A
opstellen
5
Q
deit (to)
A
bewerken
6
Q
ensure (to)
A
garanderen
7
Q
enter (to)
A
meedoen, indienen
8
Q
enter into (to)
A
er op ingaan
9
Q
error
A
fout, vergissing
10
Q
fiction
A
fictie, een verzonnen verhaal
11
Q
get by (to)
A
het redden
12
Q
in advance
A
van tevoren
13
Q
invariably
A
zonder uitzondering
14
Q
investigate (to)
A
onderzoeken
15
Q
note down (to)
A
noteren