1C1 week 2 HC 4 Maagzuur Flashcards

1
Q

Waarvoor dient maagzuur?

A
  • Destructie bacteriën, virussen en toxische stoffen
  • Denaturatie door verbreken waterstofbruggen
  • Activering pepsine en lipase
  • Cosecretie IF voor B12 absorptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke soort uitscheiding vindt er plaats in de verschillende delen van de maag?

A

Corpus en fundus: exocrien

Antrum: endocrien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er in het antrum uitgescheiden en door welke cellen?

A

Gastrine door G-cellen en somatostatine door D-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt HCl productie gestimuleerd?

A
  1. G-cel produceert gastrine
  2. Gastrine stimuleert EC-cel en direct parietale cellen
  3. EC cel produceert histamine (belangrijkst) en activeert cholinerge neuronen
  4. Nog meer stimulatie parietale cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt HCl productie geremd via de maag?

A
  1. D-cel produceert somatostatine

2. Somatostatine remt EC-cel en direct parietale cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt HCl productie geremd via het duodenum?

A
  1. (Vet)zuur stimuleert aanmaak secretine, GIP en CCK
  2. Secretine en GIP remmen direct de parietale cel
  3. CCK stimuleert D-cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor worden de D- en G-cellen geactiveerd?

A

D-cel: zoutzuur en CCK

G-cel: n.vagus + GRP, maagvulling, peptides en aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet de helicobacter pylori?

A

Remt somatostatine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke fasen onderscheidt men tijdens het eten?

A
  1. Cefale fase: zien/ruiken voedsel leidt tot stimulatie n.vagus
  2. Gastrische fase: voedsel in de maag leidt tot stimulatie gastrine
  3. Intestinale fase: voedsel in duodenum leidt tot afgifte HCl remmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werken parietale cellen?

A

Via een tubulovesiculair systeem:

  • Blaasjes met protonpompen, K-kanaal en Cl-kanaal
  • Histamine stimuleert vesicle fusie door cAMP
  • Acetylcholine en gastrine maken dit proces efficiënter door IP3 en Ca2+
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt HCl gemaakt in parietale cellen?

A
  1. H+ vorming door koolzuuranhydrase
  2. Cl- in cel door uitwisseling met HCO3
  3. H+ via proton pomp uitgewisseld met K+ (K+ cel in, H+ cel uit)
  4. K via K-kanaal uit cel
  5. Cl- via Cl-kanaal uit cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kenmerken van H2 receptor antagonisten?

A
  • Weinig bijeffecten
  • Minder effectief dan PPI
  • Niet effectief bij Zollinger-Ellison
  • Remt tijdelijk H. pylori
  • Ranitidine/zantac
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kenmerken van protonpomp remmers?

A
  • Prodrug, activatie in zuur mileu
  • Zwakke base
  • Halfwaarde tijd 18 uur
  • Geven voor de maaltijd
  • Omeprazol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werken PPI’s?

A
  1. Trapping door protonering in de maag
  2. Omzetting in drug tgv lage pH
  3. Irreversibele disulfide binding met protonpomp eiwit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de beschermende effecten van prostaglandine E2?

A
  • Stimuleert mucine secretie
  • Stimuleert HCO3 secretie
  • Remt HCl secretie (direct via parietale cel)
  • Bevordert lokale bloedflow
  • Stimuleert celproliferatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe leiden NSAID’s tot maagzweren?

A
  1. In zuur mileu protoneren NSAIDS en kunnen ze accumuleren in de cel
  2. In de cel verliest NSAID proton en remt het COX1 en dus PGE2
  3. Verlies beschermende functies PGE2