1.B.9 HC.5 Renale zuur-base fysiologie Flashcards
Uit welke twee aspecten bestaat de renale zuur-base regulatie?
-Handhaving zuur-base evenwicht (fysiologie)
-Verdediging tegen zuur-base afwijkingen (pathologie: acidose en alkalose)
Renale tubulaire acidose en netto zuur excretie
Onder fysiologische condities scheidt de nier netto zuur uit. Bij nierfalen blijft er teveel zuur in het lichaam achter (RTC). Onder normale omstandigheden wordt ongeveer 70 mmol gebonden H+ in de urine uitgescheiden. Dit is gebonden aan buffers. Dit wordt de netto zuur excretie genoemd.
Waarbij komen niet-vluchtige zuren vrij?
Bij de afbraak van aminozuren, voedingszuren en bij de anaerobe verbranding van glucose.
Hoe worden niet-vluchtige zuren uitgescheiden?
-Bicarbonaat neutraliseert de protonen in het bloed. Door de reactie met natriumbicarbonaat wordt zout, CO2 en water gevormd.
-CO2 uitgeademd
-Bicarbonaat concentratie daalt, buffercapaciteit daalt
-nier filtreert het zout zodat het in het tubulaire filtraat terecht komt.
-Productie bicarbonaat
-Protonen naar urine getransporteerd
-Protonen gebufferd in urine om te lage pH te voorkomen
Hoe worden de protonen, die in het lumen terecht komen, gebufferd?
-Deels door titreerbare zuren dat in 40% aanwezig is (fosfaat)
-Deels door niet-titreerbare zuren dat in 60% aanwezig is (ammoniak –> ammonium)
Waarom is ammoniak/ammonium zo’n goede buffer?
-Al het ammoniak wordt zeer snel omgezet in ammonium.
-NH3 + H+ –> NH4+.
-Alle protonen worden aan ammoniak gebonden, waardoor het erg efficiënt is.
-Zelfs bij een neutrale pH bindt NH3 ongeveer 99% van de protonen.
-Ammoniak kan in hoge concentraties voorkomen
-Tot slot kan de NH3 productie in de proximale tubulus zo’n 100 keer stijgen bij chronische acidose