1.B.6 HC.2 Vorm & functie van de bovenste luchtwegen Flashcards

1
Q

Functies bovenste lucht- en voedselwegen

A

Ademhaling, voeding, afvoer van stoffen, produceren van geluid, ruiken, proeven, conditionering van lucht en afweer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn conchae?

A

Welvingen in de neus die het oppervlakte van het slijmvlies enorm vergroten. Om de conchae zitten namelijk weke delen en het slijmvlies heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar is neusslijmvlies voor verantwoordelijk?

A

De regulatie van de temperatuur, de filtering en het vochtgehalte van de ingeademde lucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de overgangen vanaf neusholte naar de stembanden. Dus pharynx en larynx.

A

Neusholte, nasopharynx, oropharynx, laryngopharynx, supraglottis, stembanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt de mondholte van de neusholte gescheiden?

A

Middels het palatum durum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de choanen?

A

(Trechter in het Grieks) vormen de overgang van neusholte naar keelholte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is nasendoscopie?

A

Een endoscopie van de neus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de lucht in de neus goed bevochtigd?

A

In de neus vindt volumeverkleining plaats door de conchae (obstakels). Hierdoor ontstaat turbulentie van de lucht, waardoor de uitwisseling van vocht en temperatuur makkelijker gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de vier neusbijholten?

A

-Sinus maxillaris
-Sinus ethmoidalis
-Sinus frontalis
-Sinus sphenoidalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zit er in de nasopharynx?

A

Neusamandel (adenoïd) en buis van Eustachius.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de functies van de neus?

A

-Ademhaling
-Reuk
-Belangrijke bijdrage aan smaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe vervult de neus zijn functie betreft de ademhaling?

A

-Transport slijm en lucht
-Verwarming en bevochtiging lucht
-Filtering met de neushaartjes en het plakkerige membraan
-Afweer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Neus symptomatologie

A

-Vormafwijkingen
-Neusverstopping
-Loopneus
-Reukverlies
-Smaakverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afwijkingen van neustussenschot

A

-Geboortetrauma, scheve neus
-Neustrauma, door ongeluk septumdeviatie gevolgd door neusverstopping/hoofdpijn/traanogen
-Neuspoliepen
-Adenoidhypertrofie: neusamandel verdikt
-Choanaal arterie: benauwdheid door vernauwing bij het uiteinde van de neus of de neusholten zijn afgesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drie luchtwegobstructies in mond

A

-Luchtwegobstructie door macroglosse (tongzwelling)
-ACE-remmers (angiotensineremmer) kunnen Quincke’s oedeem, acute zwelling van tong en mondbodem veroorzaken
-Luchtwegobstructie bij Pfeiffer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Functies larynx

A

-Respiratie
-Hoesten (sluiten stembanden)
-Scheiding lucht- en voedselweg
-Slikken
-Stemgeving

Bestaat uit 6 kraakbenen

17
Q

Strottenklepje

A

Epiglottis

18
Q

Tongbeen

A

Hyoid

19
Q

Kraakbeendeel onder het tongbeen

A

Thyroid

20
Q

Verbinding hyoid en thyroid

A

Membrana thyrohyoid

21
Q

Waar zitten de stembanden in?
Namen valse en ware stembanden

A

Het cartilago thyroidea.
-Vals: plica vestibularis: musculeuze structuur en sluiten epiglottis bij eten en drinken
-Waar: plica vocalis

22
Q

Onder de ware stembanden zit nog een kraakbeenstructuur. Welke is dat?

A

Cricoid.

23
Q

Wat zijn de arytenoiden?

A

Staan op het cricoid en zijn de gewrichtjes (kraakbeen) waar de stembanden mee bewogen worden. Alle larynxspieren zijn verbonden aan de arytenoiden.

24
Q

Innervatie gebeurt van craniaal en causaal door de nervus vagus.

Craniaal:

A

n. laryngeus superior:
-interne tak: sensibel
-externe tak: m. cricothyreoideus

25
Q

Innervatie gebeurt van craniaal en causaal door de nervus vagus.

Caudaal:

A

n. laryngeus recurrens
-links: omhoog aortaboog
-rechts: om de subclavia
-rechter recurrens heeft een kortere route richting larynx.

26
Q

Expiratoire stridor

A

Wil zeggen dat er een vernauwing is van de luchtweg door intratoracale processen. Lage hoesttoon.

27
Q

Inspiratoire stridor

A

Veroorzaakt door turbulentie. Deze turbulentie is meestal veroorzaakt door processen in de larynx of het cervicale deel van de trachea. Hoogfrequent geluid.

28
Q

Laryngitis subglottica

A

Het smalste gedeelte van de luchtweg is ontstoken. Kan bij kinderen voor enorme benauwdheid zorgen. Is een intrinsieke vernauwing.

29
Q

Supraglottitis (bij jonge kinderen)

A

Ontsteking van de bovenste gedeelte van het gebied net onder de epiglottis. Komt vaak voor.
-Inspiratoire stridor
-Blafhoest
-Dyspnoe met intrekkingen
-Heldere stem
-Langzaam progressief
-Kan plat op de rug liggen

Is een intrinsieke vernauwing

30
Q

Hoe kunnen intrinsieke vernauwingen behandeld worden?

A

Inhalatie van steroïden.

31
Q

Epiglottitis (bij oudere kinderen)

A

Intrinsieke vernauwing.
Ontering epiglottis, acuut, kans op stikken groot.
Zeldzaam na vaccinaties

-Kwijlen
-Rechtop zitten
-Hoge koorts