1.B.2 - HC.4 neurotransmitters van het autonoom zenuwstelsel Flashcards
in welke delen zijn de farmaca op te delen op basis van functie?
- parasympathicomimetica: stoffen die de werking van de parasympathicus nabootsen/activeren
- parasympathicolytica: stoffen die de werking van de parasympathicus remmen
- sympathicomimetica: stoffen die de sympathicus activeren
- sympathicolytica: stoffen die de werking van de sympathicus remmen
in welke delen zijn de farmaca op te delen op basis van chemische stof?
- cholinerge stoffen lijken op acetylcholine
- adrenerge stoffen lijken op (nor)adrenaline
- dopaminerge stoffen lijken op dopamine
- purinerge stoffen lijken op purine
welke soorten efferente zenuwbanen zijn er?
- parasympatisch: responsen in hart, glad spieren, exocriene klieren en synapsen. ganglion niet strikt gedefinieerd en dicht bij eindorgaan. hoog in ruggenmerg of juist craniaal –> synaps primaire neuron acetylcholine –> nicotinerge neuron –> ganglion acetylcholine in doelorgaan op muscarine receptor
- sympatisch cholinerge: zweetklieren. acetylcholine respons eerst op nicotine receptoren en later op muscarinereceptoren
- sympathisch adrenerge: hart, gladde spieren, synapsen. (nor)adrenaline (epinephrine) op adrenerge receptoren
- sympathisch dopamine: renale bloed. dopamine receptoren
- sympathicus: bijniermerg. adrenaline en noradrenaline vrijgemaakt
- somatisch zenuwstelsel: (zonder ganglion) acetylcholine op nicotinerge receptoren
hoe werken cholinerge synapsen?
choline wordt opgenomen + Acetyl-CoA - ChAT -> acetylcholine wordt vrijgemaakt als neuron actief is –> wordt opgeruimd door enzym acetylcholinesterase
Op welke manieren kan er ingegrepen worden op cholinerge synapsen?
- hemicholinium: choline wordt niet meer opgenomen in neuron
- triethylcholine: lijkt op choline wordt als substraat door neuron opgenomen –> geen vorming acetylcholine
- tetrodotoxine: remt natriumkanalen –> neuron depolariseert niet –> acetylcholine wordt niet afgegeven
- botulinetoxine: acetylcholine wordt niet afgegeven
- blokkeren van receptoren met M- en N-receptor agonisten en antagonisten
- cholinesteraseremmers: remmen van acteylcholinesterase –> netoot meer acetylcholine aanwezig –> grotere respons
welke soorten cholinerge receptoren heb je?
- muscarine receptoren: hoge affiniteit muscarine, lage affiniteit nicotine en middelmatige affiniteit voor acetylcholine
- nicotine receptoren: lage affiniteit muscarine, hoge affiniteit nicotine en middelmatige affiniteit voor acetylcholine
Wat zijn de verschillende plaatsen van nicotine receptoren en hun effect?
ganglia - transmitter afgifte
bijniermerg - adrenaline en noradrenaline
presynaptisch - transmitter afgifte
skeletspier - contractie
Welke type muscarine receptoren zijn en hun locatie?
M1 - CZS (brein), perifere zenuwen
M2 - hart en zenuwen
M3 - exocriene klieren, gladde spieren
M4 - CZS (locomotie)
M5 - CZS (functie?)
Welke verschillende plaatsen van muscarine receptoren en hun effect?
hart - verlaging van hartfrequentie, inotropie, HMV en verlaging van bloeddruk
arterien - verwijding (BD)
presynaptisch - verlaging van transmitter afgifte
gladde spieren - contractie oog, bronchien, magdarmkanaal
en urinebuis
exocriene klieren - traan-, speeksel-, bronchiale- en zweetsecretie
Welke stoffen stimuleren parasympathicus?
- glaucoom: pilocarpine om oogdruk naar beneden te halen
- urineretentie (niet je blaas kunnen legen): bethanecol (agonist) doet de blaas samen laten trekken
- hertsel spierverslapping: neostigmine, acetylcholinesterase remmer –> verhoogt hoeveelheid acetylcholine
- myasthenia gravis (auto-immuunziekte van spierzwakte): neostigmine, acetylcholinesterase remmer
- alzheimer: rivastigmine werkt op muscarinereceptoren in CZS en is acetylcholinesteraseremmer
- insecticiden en zenuwgassen –> acetylcholine receptoren worden gestimuleerd –> oncontroleerbare contracties –> verlaging hartfrequentie
Wat zijn bijwerkingen van muscarine agonisten?
- diarree
- zweten
- miose, pupilvernauwing
- misselijkheid, door contractie in gastro intestinaal systeem
- urinelozing doordat blaas contraheert
Wat is botulinetoxine A?
bindt aan presynaptisch membraan –> acetylcholine kan niet worden afgegeven –> verlamt cholinerge zenuwen
Hoe wordt butolinetoxine A gebruikt?
- blefarospasme: spasme van ooglid
- hemifacialisspasme: spasme in helft van gezichtsspieren
- torticollis spasmodica: een kant nekspier spasme
- strabismus: scheelzien door spasme
- hyperhydrose: uitscheiden overmatig zweet
- chronische migraine
- face-lift