Zwangerschap: Lichamelijke veranderingen tijdens zwangerschap Flashcards

1
Q

Lichamelijke veranderingen tijdens zwangerschap (10)

A
  1. Stofwisseling
  2. Gewicht
  3. Ademhaling
  4. Nieren
  5. Vochtopstapeling
  6. Tandvlees
  7. Spijsvertering
  8. Bloed
  9. Bloedsomloop
  10. Huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stofwisseling in zwangerschap

A

1.Anabole fase
- Fase van weefselaanmaak
- Bouwstoffen nodig
- Eerste en tweede trimester
2.Katabole fase
- Fase van weefselafbraak
- Derde trimester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Anabole fase

A
  1. Stijging van eetlust
    - Onder invloed van progesteron
    - Eetbare en niet-eetbare producten
    - Eerste trimester: HCG kan misselijkheid veroorzaken
    - Eetlust neemt toe als misselijkheid afneemt
  2. Stijging van insulinesecretie
    - Pancreas maakt meer insuline
    - Stimulus: prolactine en HPL
    - Gevolg: Voedingsstoffen worden in weefsels opgenomen en Toename vetweefsel
    –> vrouw stapelt vrij grote massa vetweefsel op in het lichaam, als reserve voor later in de zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Katabole fase

A
  1. Insulineresistentie
    - Lichaam wordt minder gevoelig aan insuline
    - Door progesteron, cortisol, HPL en groeihormoon
    - Gevolg: energievoorziening voor moeder en foetus verandert
  2. Energievoorziening moeder en foetus
    - Moeder zal voornamelijk van vetzuren en ketonzuren leven; en hier energie uithalen
    - Foetus: zal voornamelijk energie halen uit ketonzuren en glucose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schema katabole fase bekijken

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe komt glucose in de foetus

A

Moeder eet en glucose komt vanuit de darm in het bloed
1. Insuline zorgt ervoor dat glucose na de maaltijd w opgenomen in spiercel, vetcel en lever
2. Door insulineresistentie in derde trimester: opname van glucose in spier, lever, vetweefsel wordt onderdrukt
3. Glucose wordt niet meer door moederlijke cellen opgenomen en gaat door de placenta naar de foetus.
–> na maaltijd veel glucose

In nuchtere toestand: bv ‘s nachts. Moeder eet niet
- Foetus zal ook in nuchtere toestand glucose onttrekken uit bloed van moeder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schema glucose in zwangerschap bekijken

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Veranderingen in gewicht in zwangerschap

A
  • Een zwangere vrouw wordt zwaarder.
  • Gemiddelde gewichtstoename in gram over de tijd.
  • Verschillende organen en weefsels nemen toe tijdens de zwangerschap
  • Gewichtstoename tussen 30 en 40 weken zwangerschap: 0,5 kg per week
  • Te veel gewichtstoename: kan wijzen op suikerziekte
  • Te weinig gewichtstoename: kan wijzen op probleem met foetus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Veranderingen in ademhaling tijdens zwangerschap

A
  • Ademhalingscentrum zit in hersenstam
  • Progesteron stimuleert ademhalingscentrum
  • Ademhaling stijgt met 40%
    –> zwangere vrouwen ademen 40% meer lucht in en uit.
  • CO2-aanmaak stijgt met 20% door gewichtstoename
  • Door 40% toename ademhaling meer uitademen van CO2 dan er aangemaakt wordt
  • CO2 concentratie in bloed moeder daalt
  • Belang van daling: foetus kan efficiënter CO2 afgeven aan moeder door groter concentratieverschil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verkoudheid tijdens zwangerschap

A
  • Neusslijmvlies zwelt op
  • Wordt roder, sneller bloeden
  • Snurken
  • Oorzaak: oestrogenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Veranderingen in nieren tijdens zwangerschap

A
  1. nierfunctie
  2. afvoerkanalen worden breder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Veranderingen in nierfunctie tijdens zwangerschap

A
  • Toename bloeddoorstroming met 50%
  • Slagaders in de nieren worden breder
  • Er is meer filtratie van vocht en afvalstoffen
  • Er komen meer afvalstoffen in de urine terecht
    –> nieren moeten voor twee gaan filteren dus vaker naar toilet
  • Verminderde reabsorptie van glucose: er kan glucose in de urine van een zwangere vrouw verschijnen
    –> glucose in urine is niet altijd diabetisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Afvoerkanalen van nieren verbreden

A

voeren urine af van de nieren naar de blaas.
- Door druk baarmoeder: baarmoeder zal afvoerkanalen gedeeltelijk dichtdrukken onderaan: urine loopt trager af en stapelt zich op bovenaan: gedeeltelijke compressie
- Door progesteron
- Gevolg: tragere afvoer van urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vochtopstapeling tijdens zwangerschap

A
  • Alle zwangere vrouwen stapelen vocht op
  • Opzwellen voeten
  • Opzwellen gelaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oorzaken vochtopstapeling tijdens zwangerschap

A
  1. Relaxine:
    - Stimuleert dorstgevoel
    - Onderdrukt urineproductie
    - Meer water in lichaam zwangere vrouw
  2. Aldosteron (bijnierhormoon):
    - Wordt meer aangemaakt in zwangerschap
    - Meer opstapeling van zout in lichaam zwangere vrouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Veranderingen in tandvlees bij zwangerschap

A
  • Tandvleesontsteking door oestrogenen
    –> Oestrogenen zorgen voor lichte ontsteking van het tandvlees.
  • Tandvlees: gezwollen, rood, bloedt makkelijk, kleine gezwelletjes
  • Normaliseert na bevalling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Veranderingen in spijsvertering tijdens zwangerschap

A

Veranderingen in …
1. Slokdarm
2. Darmtransit
3. Galvocht en galstenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Veranderingen in slokdarm tijdens zwangerschap

A

Sluitspier moet aan twee voorwaarden voldoen:
1. Voldoende sterk samentrekken
2. Deel onder middenrif moet minstens twee centimeter zijn.

Bij zwangere: twee veranderingen:
1. Progesteron zal sluitspier ontspannen: trekt minder sterk samen
2. De baarmoeder zal de maag en het onderste deel van de slokdarm naar boven duwen: het deeltje onder het middenrif wordt korter.

Gevolg: maaginhoud kan terugkeren naar slokdarm: zure inhoud: kan slokdarm irriteren en leidt tot branderig gevoel: zuurbranden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

oplossingen voor reflux tijdens zwangerschap

A
  • Medicatie om maagzuur te neutraliseren
  • Hoofdeinde bed hoger leggen
    –> inhoud maag loopt minder makkelijk terug
20
Q

Veranderingen in darmtransit tijdens zwangerschap

A

Vertraagt tijdens zwangerschap door progesteron
- Voordeel: meer opname van voedingsstoffen
- Nadelen: opgeblazen gevoel, constipatie, aambeien

21
Q

Veranderingen in galvocht en galstenen tijdens zwangerschap

A
  • Galblaas trekt minder samen door progesteron die spieren van galblaas ontspant
  • Verandering galvocht door oestrogenen
    –> oestrogenen werken in op de lever
    –> bevat meer cholesterol
  • Gevolgen:
    1. Galvocht wordt minder goed vrijgezet
    2. Hoger risico op galstenen
22
Q

Veranderingen in bloed tijdens zwangerschap (5)

A

Veranderingen in
1. Plasma
2. Rode bloedcellen
3. Witte bloedcellen
4. Bloedstelping
5. Aders

23
Q

Veranderingen in plasma tijdens zwangerschap

A

¼ van opgestapeld vocht in zwangerschap is plasma in de bloedvaten
Hoe stijgt volume plasma in de bloedvaten ifv duur zwangerschap
1. Toename volume plasma ifv duur zwangerschap
2. Toename tussen 6 en 34 weken
3. Laatste 6 weken blijft volume plasma constant

24
Q

Schema van veranderingen in bloed bekijken

A

Gedaan

25
Q

Veranderingen in rode bloedcellen tijdens zwangerschap

A
  • Worden geproduceerd door beenmerg
  • Stimulus: EPO –> tijdens zwangerschap: meer EPO
  • Gevolg: meer rode bloedcellen
  • Constant tot 20 weken zwangerschap
  • Stijgt geleidelijk tot einde zwangerschap
26
Q

Twee belangrijke besluiten over total bloedvolume

A
  1. Volume RBC stijgt later dan totale bloedvolume
  2. Volume RBC stijgt minder dan totale bloedvolume
    –> Dus: RBC worden verdund
27
Q

Hemoglobine

A

eiwit in rode bloedcellen dat zuurstof transporteert
- bevat ijzer
- in zwangerschap: meer transport zuurstof, meer aanmaak hemoglobine, meer ijzer nodig
- ijzer uit voeding: 10% wordt opgenomen; bij ZS: stijgt naar 30%
- gevolg: bloedarmoede: kan leiden tot laag geboortegewicht of tot vroeggeboorte.
–> supplementen geven

28
Q

Hematocriet

A

volume van alle RBC gedeeld door totale volume bloed

29
Q

Veranderingen in witte bloedcellen tijdens zwangerschap

A
  • Embryo/foetus is lichaamsvreemd voorwerp
    –> bevat chromosomen van vader
  • Afweersysteem past zich aan tijdens zwangerschap
    –> normaalgezien wordt lichaamsvreemd materiaal afgestoten
  • Concentratie witte bloedcellen stijgt tijdens zwangerschap
30
Q

Veranderingen in bloedstelping tijdens zwangerschap

A
  • Lever maakt meer stollingsfactoren onder invloed van oestrogenen
  • Belang:
    1. Bloeding wordt makkelijker gestelpt
    2. Belangrijk bij bevalling
  • Nadeel: hoger risico op trombose
    –> voornamelijk bij operatie vb. keizersnede
31
Q

Veranderingen in bloedsomloop tijdens zwangerschap

A
  1. Hartdebiet: volume bloed dat het hart per tijd in slagaders pompt
    - Neemt toe tijdens de zwangerschap met 40%
    –> In rust: 5 liter bloed per minuut in de circulatie, Bij ZS: bij LG toename: hartdebiet stijgt naar 7 liter per minuut
  2. Weerstand: weerstand van de bloedvaten die het bloed wegvoeren vanuit de slagaders naar de aders
    - Spieren in slagaderwand ontspannen onder invloed van progesteron, oestrogenen, relaxine

Bij zwangerschap: hartdebiet stijgt en weerstand daalt

32
Q

Verloop van bloedsomloop bij zwangerschap

A
  • Hartdebiet neemt toe tot 20 weken
  • Daling van de weerstand moet groter zijn dan de stijging van het hartdebiet
  • Dit betekent dat de bloeddruk daalt tot 20 weken zwangerschap omdat de weerstand meer daalt dan hartdebiet stijgt
  • Vanaf 20 weken stijgt het hartdebiet verder en is de weerstand minder gedaald.
  • Bijgevolg stijgt de bloeddruk en die stijgt tot haar oorspronkelijke waarde
  • Bij normale zwangere vrouw stijgt de bloeddruk in de tweede helft van de zwangerschap
33
Q

Schema verloop van bloedsomloop bij zwangerschap bekijken

A

Gedaan

34
Q

Zwangerschapshypertensie

A

Bij vrouwen met zwangerschapshypertensie is stijging van de bloeddruk meer uitgesproken
- Hoge bloeddruk in de tweede helft van de zwangerschap
- Bij 7% van alle zwangere vrouwen
- Kan evolueren naar pre-eclampsie en eclampsie

35
Q

Pre-eclampsie

A

bloedvaten naar de nieren worden aangetast door de hoge bloeddruk
- Gevolg: eiwitten worden gefilterd vanuit het bloed naar het nefron en naar de urine –> minder eiwitten in de bloedvaten.
- Vocht zal uit de bloedvaten treden en vrouw zal abnormaal opzwellen
–> behandeling is bevaling

36
Q

Eclampsie

A

hersenbloedvaten worden aangetast door hoge bloeddruk
- Gevolg: stuipen: onwillekeurige samentrekking van de spieren (zoals bij epilepsie)
- Kan complicaties geven: sterven van foetus in de baarmoeder, sterven van de moeder

37
Q

Veranderingen in aders tijdens zwangerschap

A
  • Voeren bloed weg van de weefsels
  • Progesteron: ontspant de aders
    –> P maakt geen verschil tussen slagaders en aders
  • Bloed uit onderste lichaamshelft keert terug via onderste holle ader
    1. Uterus: drukt onderste holle ader dicht
    2. Bloed keert moeilijker terug
    3. Aders zullen meer bloed bevatten
  • Is de oorzaak van spataders
38
Q

Pitting oedeem en trombose

A

Bloed keert minder makkelijk naar hart terug: meer bloed in onderste ledematen: er lekt meer vocht uit: benen en voeten zwellen op (= oedeem)
- Pitting: putje drukken in oedemen
- In de aders kan een trombose optreden: stolsel in de aders door trager stromen van bloed

39
Q

Supine hypotensive syndrome

A

Uterus drukt op onderste holle ader
–> terugvloei van bloed van onderste lichaamshelft naar hart neemt af
–> hart pompt te weinig bloed naar hersenen -> duizeligheid
- Oplossing: niet op rug liggen, maar op zij

40
Q

Veranderingen in huid tijdens zwangerschap

A
  1. Hyperpigmentatie
  2. Hoofdhaar
  3. Bloedvaten huid
  4. Talgklieren
  5. Striemen
41
Q

Hyperpigmentatie

A
  • Oestrogenen en progesteron stimuleren pigmentatie van de huid
  • Bepaalde zones: vb. sproeten, moedervlekken, nek, oksels, tepelhof, linea alba/nigra
  • Kleur wordt bepaald door cellen in de huid: melanocyten
  • Melanocyten worden gestimuleerd door oestrogenen en progesteron: huid verkleurt bruiner
  • Bepaalde zones die sowieso al wat bruiner zijn zullen bruiner worden
42
Q

Veranderingen in hoofdhaar tijdens zwangerschap

A
  • Hoofdhaar: groeifase, dan rustfase, dan valt haar uit.
  • E2 en progesteron remmen overgang avn groeifase naar rustfase: haren gaan meer groeien
  • Na bevalling: E2 en progesterone valt weg: placenta valt weg: versnelde overgang van groeifase naar rustfase
  • Ongeveer 100 dagen later beginnen haren terug te groeien en oorspronkelijke haren vallen uit
43
Q

Veranderingen in bloedvaten huid tijdens zwangerschap

A
  • Bloedvaten in de huid zijn gevoelig aan oestrogenen
  • Door toename lichaamsgewicht: produceert meer warmte
  • Veel warm bloed naar huid: warmteafgifte
    vb: spider naevus, rode handpalmen
44
Q

Veranderingen in talgklieren tijdens zwangerschap

A
  • Worden gestimuleerd door oestrogenen
  • Sterke ontwikkeling van talgklieren thv tepels: bescherming van tepel en tepelhof
    –> Klieren gaan na bevalling veel talg produceren en tepels en tepelhoven smeren en beschermen tijdens borstvoeding
  • Klieren van Montgomery
    –> meer talg is belangrijk voor tijdens borstvoeding (waarschijnlijk bescherming tegen tepelkloven,…)
45
Q

Striemen

A
  • Uitrekken huid thv buik, borsten, dijen
  • Scheuren onderhuidse vezels
  • Rood tijdens zwangerschap
  • Wit na zwangerschap
  • Hydratatie van de huid
46
Q
A