D3: Anticonceptie Flashcards

1
Q

Doel anticonceptie

A

zwangerschap vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Indeling volgens doel of werking van anticonceptie

A
  1. Voorkomen dat eicel en zaadcel bij elkaar komen
    - ‘Natuurlijke’ methoden
    - Barrièremethoden vb. condoom
  2. Eisprong voorkomen/cervixslijm ondoorgankelijk maken
    - Hormonale anticonceptie
  3. Innesteling bevruchte eicel voorkomen
    - Spiraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Goede methode moet … (6)

A
  1. Betrouwbaar zijn
  2. Makkelijk in gebruik
  3. Veilig in gebruik (bijwerkingen + risico’s op andere aandoeningen)
  4. Omkeerbaar OF definitief
  5. Toegankelijk
  6. Goedkoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pearl index

A

Effectiviteit van anticonceptiemethode
Hoeveel zwangerschappen treden op bij 100 koppels die een jaar lang deze methode gebruiken
–> zwangerschapscijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Perfect use pearl index

A

strikt gebruik, zonder menselijke factor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Typical use pearl index

A

real world data, met menselijke factor
vb. vergeten om pil in te nemen of scheur in condoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zwangerschapzijfer zonder anticonceptie

A

Als 100 koppels een jaar lang geslachtsgemeenschap hebben, is 85% is zwanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Anticonceptiemethoden van meer effectief naar minder effectief

A
  1. Implantaat (staafje), vasectomy, vrouwelijke sterilisatie, spiraal
  2. injecties, LAM, pil, pleister, ring
  3. Mannelijk condoom, vrouwelijk condoom, pessarium, Coitus interruptus
  4. Spermaticide, periodieke onthouding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Natuurlijke methoden van anticonceptie

A
  1. Coitus interruptus
  2. Periodieke onthouding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Manieren van periodieke onthouding (4)

A
  1. Kalendermethode
  2. Temperatuurmethode
  3. Cervixslijm (Billings-methode)
  4. Symptothermale methode - natural family planning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Coitus interruptus

A

Penis terugtrekken voor ejaculatie
- In eerste deel van ejaculatie zitten de meeste zaadcellen daarom kan er mogelijks in voorvocht zaadcellen bevatten
- Vraagt veel controle en zelfbeheersing
- Niet betrouwbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Periodieke onthouding

A
  • Gebaseerd op cyclus vrouw: enkel geslachtsgemeenschap in onvruchtbare periode van de cyclus
  • Als je verschillende methodes combineert wordt het iets betrouwbaarder
  • Grootste kans op zwangerschap is in de dagen voor de ovulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Temperatuurmethode

A

Tweede helft van cyclus gaat de lichaams temp een klein beetje hoger zijn dan weet je dat je ovulatie gekomen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cervixslijm: Billings-methode

A
  • Rond ovulatie: cervix slijm waterachtig en lopend
  • Moment van ovulatie: heel waterachtig en uitrekbaar (gevoel zoals uitrekken van eiwit)
  • Geen ovulatie: cervixslijm is plakkeriger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptothermale methode

A

‘Natural family planning’: combinatie van kalender-, temperatuur- en cervixslijmmethode
- Eventueel palpatie baarmoedermond: rond ovulatie gaat baarmoeder meer open staan
- Vereist dagelijkse monitoring, regelmatige cyclus, aantal maanden observatie (om te weten hoe cyclus in elkaar zit)
- Niet betrouwbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zaaddoden middel

A
  • Spermicide
  • Cayagel of Contragel: bevatten melkzuur
    –> vermindert mobiliteit zaadcellen (minder zaadcellen door baarmoederhals/mond)
  • Aanbrengen in vagina
  • Duurt 15 minuten eer werkzaam, uitgewerkt na 1 uur
  • Gebruiken in combinatie met pessarium/condoom
  • Niet betrouwbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Anticonceptie man

A
  • Barrièremethodes: condoom en sterilisatie
  • Double Dutch: condoom + OAC (pil)
  • ‘Temperatuurmethode’
  • ‘Mannenpil’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Condoom man

A
  • 2% zwanger bij perfect use
  • 18% zwanger bij typical use
  • Ook tegen SOA –> in combi met anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Sterilisatie man

A
  • Vasectomie
  • Sperma-onderzoek na ingreep om azoöspermie te bevestigen
  • Potentieel omkeerbaar: vasovasostomie (succeskans wordt lager als ingreep langer geleden is)
  • Hormoonaanmaak wordt niet beïnvloed
  • Kunnen pijnklachten zijn waarvan oorzaak niet duidelijk is
  • Goede methode voor mensen die hun kinderwens is voltooid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Temperatuurmethode man

A
  • Scrotale temperatuur verhogen zou contraceptief kunnen werken
    –> Theorie: als temp verhoogt in scrotum gaat zaadaanmaak verminderen –> balzak terug in buik duwen
  • Moet minstens 1,5-2°C verhogen
  • Speciaal soort ondergoed dragen gedurende 15 uur/dag
  • Wordt niet gebruikt in de praktijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Mannenpil

A
  • Nog steeds in onderzoeksfase
  • Combinatie van androgeen en progestageen
  • Veel bijwerkingen
  • Moet spermatogenese voldoende onderdrukken, maar ook omkeerbaar zijn
  • Hypothalamus, hypofyse en teelbal hormonaal te beïnvloeden
  • Niet-hormonale methode: blokkeren van vitamine A-recept
21
Q

Anticonceptie vrouw

A
  • Barrièremethode: vrouwencondoom, pessarium (+ spermicide), sterilisatie
  • Hormonale anticonceptie: orale anticonceptie, pleister, vaginale ring, minipil, prikpil, staafje, borstvoeding (+/- minipil)
  • Spiraal: hormoonspiraal, koperspiraal
22
Q

Vrouwencondoom

A
  • Wordt ingebracht in de vagina
  • Vergelijkbaar met mannencondoom
23
Q

Pessarium

A
  • Siliconen kapje
  • Sluit cervix af
  • Steeds gebruiken met spermicide
24
Q

Sterilisatie vrouw

A
  • Stukje eileider wegnemen
  • Clip of ring
  • Cauterisatie
25
Q

Anticonceptiepil

A
  • OAC = orale anticonceptie
  • Pil met oestrogeen en progestageen
  • Dagelijkse inname, met stopweek
  • Stopweek is niet noodzakelijk voor werking van de pil
26
Q

Werking hormonale anticonceptie vrouw

A

Oestrogeen:
- Verhindert vrijzetting LH en FSH
- Inhibeert eicelrijping
–> geen ovulatie

Progestageen:
- Cervixslijm wordt dikker
–> ondoorgankelijk voor zaadcellen
- Thv endometrium
–> geen implantatie

27
Q

Verschillende combinatie pillen

A
  1. monofasisch: 21+7
  2. bifasisch: 7+15+6
  3. trifasisch: 6+5+10+7
  4. sequentieel: 2+5+17+2+2
  5. verleng doseringsschema
28
Q

Effect OAC op cervixslijm

A

Cervixslijm wordt dikker
–> ondoorgankelijk voor zaadcellen

29
Q

Effect OAC op endometrium

A
  • Dun endometrium = baarmoederslijmvlies
  • Geen innesteling
30
Q

Effect OAC op ovulatie

A

Anovulatie – geen rijpe eicel die kan vrijkomen in eileider

31
Q

Welke bloedingen treden op bij inname pil

A

Als je de pil neemt heb je strikt gezien geen menstruatie maar een dervingsbloeding (in stopweek)
Doorbraakbloeding (ergens in verloop van pilstrip)

32
Q

Risico’s van OAC

A
  • Risico op trombo-embolie
  • Risico op veneuze trombo-embolie
33
Q

Riscofactoren voor trombo-embolie (6k

A
  1. Roken: rookstop
  2. Obesitas
  3. Hypertensie: meten en behandelen
  4. Immobilisatie
  5. Familiale voorgeschiedenis: bevragen
  6. > 35 jaar
34
Q

Contra-indicaties OAC

A
  • Voorgeschiedenis van veneuze trombo-embolie: diep veneuze trombose en longembolen
  • Voorgeschiedenis van arteriële trombo-embolie: hartinfarct, CVA
  • Erfelijke stollingsstoornissen
  • Levertumoren
35
Q

Pleister

A
  • Oestrogeen + progestageen
  • Risico op trombo-embolie
  • Geen ovulatie
  • Cervixslijm niet doorgankelijk
  • Geen innesteling endometrium
36
Q

Vaginale ring

A
  • Oestrogeen + progesteron
    –> lagere dosis dan OAC
  • Geen eisprong
  • Cervixslijm ondoorgankelijk
  • Geen innesteling
37
Q

Minipil

A
  • Bevat enkel progestageen, geen oestrageen component
  • Effect op cervixslijm en endometrium
  • Verminderen ovulatie (geen ovulatie in +/- 50%)
  • Stipte inname nodig, geen stopweek
  • Extra bescherming tijdens borstvoeding
  • Bij contraindicatie voor oestrogeenbevattende pil
38
Q

Prikpil

A
  • Driemaandelijkse injectie
  • Progestageen
  • Werkt enkele maanden verder na stop
  • Gewichtstoename
  • Negatief effect op bot (botverlies)
39
Q

Staafje

A
  • Onderhuids ingeplant
  • Continu progestageen
  • Werkt 3 jaar
  • Onregelmatige bloedingen
40
Q

Borstvoeding

A
  • LAM: lactational amenorrhea method
  • Frequent voeden, dag en nacht
41
Q

Wanneer moet je andere methodes gebruiken als je gebruik maakt van LAM?

A
  • Menses hernemen
  • Aantal voedingen afneemt
    –> wanneer tijd tussen voedingen groter wordt gaat anticonceptie afnemen
  • Baby >6 maanden
42
Q

Hormoonspiraal

A
  • Lokale afgifte van progestageen (levonorgestrel)
  • Effect op cervixslijm: niet doorgankelijk voor zaadcellen
  • Vreemd voorwerp: transitie zaadcellen door baarmoeder verhinderen (voorkomen dat sperma normaal functioneert in baarmoeder)
  • Effect op endometrium: innesteling voorkomen
  • Geen effect op ovulatie
43
Q

Koperspiraal

A
  • Bevat geen hormonen
  • Effect op zaadcellen en innesteling
  • Geen effect op ovulatie
  • Geen effect op opgroeien endometrium
    –> hevigere bloedingen omdat het endometrium geprikkeld wordt
44
Q

Hoe lang kan een spiral ter plaatse blijven

A
  • Afhankelijk van het type: 3-5-10 jaar
  • Koperspiraal: meestal 5-10 jaar
45
Q

Post-coïtale anticonceptie

A
  • Noodanticonceptie: morning-after pil en plaatsing koperspiraal
  • Abortus: abortuspil en zuigcurretage
46
Q

Morning-after pil

A

Hormonaal: Progesteron-receptor modulator
1. Levonorgestrel:
- Binnen de 72 uur
- Voorkomt 84% van verwachte zwangerschappen
2. Ulipristal:
- Binnen de 5 dagen
- Voorkomt 98% van verwachte zwangerschappen

Eisprong uitstellen: voorkomt LH-FSH piek die tot ovulatie leidt
Niet werkzaam als er al eisprong geweest is

47
Q

Plaatsing van koperspiraal als noodmedicatie

A
  • Binnen de 5 dagen
  • Voorkomt innesteling bevruchte eicel
48
Q

Werking abortus medicatie

A

Progesteron: nodig voor zwangerschap
- Noodzakelijk voor innesteling van vrucht
- Zwangerschap in stand houden

49
Q

Abortuspil

A
  1. Progesteron-receptor-antagonist
    - Mifepristone
    - Blokkeert werking van progesteron
  2. Twee dagen later: PGE1-analoog
    - Uterus trekt samen: afgestorven vrucht en placenta wordt verwijderd
50
Q

Abortus ingreep

A

Zuigcurrettage
- Abortus kan in België tot 12 weken zwangerschap
- 6 dagen bedenktijd
- Beslissing ligt bij vrouw
- Na 12 weken: bij ernstig gezondheidsprobleem moeder of foetus