Zwangerschap: Endocrinologie Flashcards

1
Q

Hormonen in de zwangerschap

A
  1. Humaan choriongonadotropine
  2. Progesteron
  3. Oestrogenen
  4. Corticotropine-releasing hormoon
  5. Prolactine
  6. Humaan placentair lactogeen
  7. Groeihormoon
  8. Relaxine
  9. α-fetoproteïne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Humaan choriongonadotropine

A
  • HCG = zwangerschapshormoon
  • Glycoproteine
  • Structureel analoog van LH
  • ‘Chorion’: deel van de placenta
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Door wat wordt HCG gemaakt

A

Wordt gemaakt vanaf dag 4 na de bevruchting
- Door de morula
- Door de syncitiotrofoblast –> wordt later de placenta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vanaf wanneer is HCG meetbaar

A
  • Meetbaar in de urine vanaf 2 weken na de bevruchting –> zwangerschapstest
  • Meetbaar in bloed vanaf dag 22 van de zwangerschap –> vanaf de innesteling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verloop van HCG tijdens zwangerschap

A

Zie schema
- Piek rond 10 weken zwangerschap
- Gebruiken zo lang de zwangerschap niet gevolgd kan worden door echo
–> om te kijken waar de zwangerschap zit omdat ze weten dat in de eerste fase heel hard stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functie van HCG in zwangerschap

A
  1. Belet de luteolyse: corpus luteum gaat niet kapot
  2. HCG stimuleert braakcentrum
  3. HCG stimuleert Leydigcellen van mannelijke foetus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

HCG en luteoloyse (3)

A
  1. HCG stimuleert LH receptoren
  2. Stimulus sterker dan inhibitor PGF2α
  3. Corpus luteum gaat niet kapot en blijft hormonen maken: oestradiol en vooral progesteron; belangrijk voor instandhouding zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bekijk schema van HCG en luteolyse

A

Gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stimulatie van braakcentrum door HCG

A
  • Braakcentrum ligt in hersenstam
  • Functie van misselijkheid en braken: zo weinig mogelijk schadelijke stoffen uit de omgeving opnemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HCG stimuleert Leydigcellen van mannelijke foetus

A
  1. HCG komt in bloed van foetus
  2. HCG zal LH-receptor op de Leydigcellen stimuleren
  3. Rond 10 weken piek in testosteron
  4. Belangrijk voor ontwikkeling van mannelijke geslachtsorganen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Progesteron (ZW)

A
  • Steroidhormoon
  • Afgeleid van cholesterol
  • Absoluut nodig voor zwangerschap: innesteling en zwangerschap in stand houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Corpus Luteum en progesteron

A

Luteo-placentaire shift
1. In de eerste twee maanden van de zwangerschap wordt progesteron aangemaakt door het corpus luteum
- Doet hetzelfde als preovulatoire follikel: vormt progesteron, inhibine, E2
2. Vanaf de derde maand van de zwangerschap wordt progesteron aangemaakt door de placenta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verloop van progesteron in zwangerschap

A

Progesteron neemt toe tot 36 weken, blijft de laatste vier weken constant
Bekijk schema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functie van progesteron in de zwangerschap

A
  1. Verhoogde eetlust
  2. Insulineresistentie
  3. Verhoogde ademhaling
  4. Gestimuleerde natriumreabsorptie
  5. Dilatatie van de urinewegen
  6. Dilatatie van de arteriolen
  7. Dilatatie van de venen
  8. Relaxatie van het myometrium
  9. Borstontwikkeling
  10. Inhibitie van de melkproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is relaxatie van het myometrium nodig?

A

baarmoeder trekt samen wanneer het voelt dat er iets in zit daarom spierontspanning nodig zodat de baarmoeder het embryo er niet uitduwt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Oestrogenen (ZW)

A
  • Er worden drie oestrogenen gevormd in de zwangerschap: E1 – E2 – E3
  • Placenta heeft hulp nodig van foetus en moeder
    –> E3: 100% afhankelijk van reacties bij de foetus
    –> E1&E2: afhankelijk van reacties bij de moeder
  • DHEAS: tussenproduct bij productie oestrogenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Corpus luteum en oestrogenen

A
  1. In de eerste twee maanden van de zwangerschap wordt oestradiol aangemaakt door het corpus luteum
    - Doet hetzelfde als preovulatoire follikel: vormt progesteron, inhibine, E2
  2. Vanaf de derde maand van de zwangerschap worden oestrogenen aangemaakt door de placenta
18
Q

Bekijk schema verloop van oestrogenen (ZW)

A

Gedaan

19
Q

Functie van oestrogenen in de zwangerschap

A
  1. Ontsteken van het neusslijmvlies
  2. Gestimuleerde natriumreabsorptie
  3. Ontsteken van het tandvlees
  4. Verhoogde pigmentatie van de huid
  5. Stimuleren van de haargroei
  6. Stimuleren van de talgproductie
  7. Stimuleren van de bloedstolling
  8. Dilatatie van de slagaders
  9. Veranderde samenstelling van de gal
  10. Borstontwikkeling
  11. Meer prolactinesecretie
  12. Essentieel voor arbeid
20
Q

Corticotropine-releasing hormoon

A

CRH
- Eiwithormoon
- Productieplaats: Hypothalamus (moeder en foetus) en placenta
- DHEA is belangrijke bouwsteen voor progesteron en oestrogeen

21
Q

Bekijk schema van CRH verloop

A

Gedaan

22
Q

Functie van CRH in de zwangerschap

A
  • Stimuleert bijnieren van moeder en foetus
  • Belangrijk voor arbeid en bevalling
    –> CRH stijgt te vroeg bij vrouwen die te vroeg bevallen
23
Q

Stimulatie van de bijnieren door CRH

A
  1. Bij moeder: CRH stimuleert hypofyse
  2. Hypofyse secreteert adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
  3. ACTH stimuleert bijnieren
24
Q

Bekijk schema van de stimulatie van de bijnieren dor CRH

A

Gedaan

25
Q

Cortisol: functie in de zwangerschap

A
  • Moeder: insulineresistentie
    Foetus: rijping van de foetus: voorbereiden op zelfstandig functioneren na de bevalling
    –> rijping van de longen
  • Cortisol stimuleert CRH secretie door placenta
  • Inhibeert CRH secretie moeder
26
Q

Aanmaak van prolactine

A
  • In lactotrope cellen van de adenohypofyse
  • Oestrogenen stimuleren: aantal lactotrope cellen en elke cel secreteert meer prolactine
  • Hypofyse wordt groter tijdens de zwangerschap
  • E –> aantal verdubbelt
  • Sheehan syndroom
27
Q

Seehan syndroom

A
  • Door volumetoename hypofyse is er minder doorbloeding
  • Bij ernstig bloedverlies bv tijdens de bevalling krijgt de hypofyse te weinig bloed, sterft af en secreteert hierdoor geen hormonen meer
28
Q

Functie prolactine

A
  1. Stimuleren lactogenese I
    - De lactogenese I is de ontwikkeling van alveolaire cellen tot colostrum-secreterende lactocyten rond 20 weken.
  2. Stimuleren insulinesecretie
29
Q

Humaan placentair lactogeen

A

hPL
- Wordt gevormd door de placenta
- Stimuleert insulinesecretie
- Induceert insulineresistentie
- Stijging in maternele glucoselevels
- Foetus van energie voorzien (glucose); ook als moeder ondervoed is

30
Q

Types groeihormoon (GH)

A
  1. Hypofysair groeihormoon: eiwithormoon
  2. Placentair groeihormoon: versuikerd eiwithormoon
31
Q

Schema GH bekijken

A

Gedaan

32
Q

Functie van GH

A

insulineresistentie

33
Q

Relaxine

A
  • Komt enkel voor bij zwangere vrouwen
  • Eiwithormoon
  • Structuur lijkt op insuline
  • Wordt aangemaakt door corpus luteum: tot einde zwangerschap, ook na 2 maanden
34
Q

Schema van verloop relaxine bekijken

A

Gedaan

35
Q

Functie van relaxine

A
  • Niet helemaal verklaard
  • Verschillend tussen dier en mens
  • Functies bij de mens:
    1. Relaxatie kleine slagaders
    2. Stimuleert dorstgevoel
    3. Vermindert urineproductie door stimulatie ADH
36
Q

α-fetoproteïne

A

AFP
- Geen hormoon
- Structuur: versuikerd eiwit
- Functie: foetaal albumine
1. Wordt aangemaakt door lever van de foetus
2. Komt in bloed van de foetus
3. Wordt gefilterd door de nieren
4. Komt in urine foetus
5. Komt in vruchtwater
6. Komt via placenta en vliezen terecht in bloed van de moeder

37
Q

Waarvoor is AFP belangrijk?

A

Belangrijk bij het opsporen van foetale aandoeningen
1. Verminderde werking lever foetus
- Minder AFP in bloed van de moeder
- Bij bepaalde genetische ziekten, bv trisomie 21 en trisomie 18
2. Hoge concentratie AFP in foetaal centraal zenuwstelsel
- Bij neuraalbuisdefect: hogere concentratie in het vruchtwater
- Opsporen van neuraalbuisdefecten
- Wordt nu minder gebruikt dan vroeger omwille van de NIPT en betere beeldvorming

38
Q

Neuraalbuis defecten

A
  1. Spin bifida
  2. Anencefalie
39
Q

Spin bifida

A

Wervels zijn onvolledig gevormd en ontstaat er een kleine opening die niet bedekt is door huid.
- Door deze opening kan AFP van lichaam foetus in vruchtwater terechtkomen
- Hoge concentratie AFP in het vruchtwater

40
Q

Preventie neuraalbuis defecten

A

foliumzuur