D3: Bevruchting Flashcards
1
Q
De reis van de zaadcel (10)
A
- Ejaculatie: Miljoenen zaadcellen komen in de vagina terecht
- Snelle interactie met cervix en cervixslijm: zuur milieu van vagina vermijden
- Zaadcellen bewegen actief door cervixslijm
- Cervixslijm houdt misvormde of slecht bewegende zaadcellen tegen
- 1% van de zaadcellen komt uiteindelijk in de baarmoederholte terecht
- Vanaf ejaculatie gaat de zaadcel binnen 2 minuten interageren met slijmvlies maar er zijn er heel veel van de miljoenen die niet door het slijm geraken
–> binnen 5 minuten zijn de zaadcellen in de eileider - Samentrekkingen van de baarmoeder stuwen de zaadcellen in de richting van de eileider
- Enkele duizenden zaadcellen zwemmen door overgang uterus-eileider en komen in de eileider aan
- Interactie tussen wand eileider en zaadcellen –> reservoir
- In de tuba treden er veranderingen op in de zaadcellen
2
Q
Veranderingen van zaadcellen in tuba
A
- Capacitatie - veranderingen aan de oppervlakte van de zaadcel
–> nodig om eicel te kunnen bevruchten - Hyperactivatie: veranderingen in de staart van de zaadcel
3
Q
Schema van bevruchting bekijken
A
Gedaan
4
Q
Schema’s van innesteling bekijken
A
Gedaan
5
Q
Extra-uteriene zwangerschap
A
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
- Innesteling in de eileider
- Potentieel levensbedreigend: kan zorgen dat de eileider doorscheurt
- Zeldzaam dat het in de eierstok zit vaker in eileider