ZO week 3 Flashcards

1
Q

oorzaak dat de gays minder psychisch gezond zijn

A

minderheidsstress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

oorzaak pms

A

psychiatrisch ziektebeeld dat versterkt wordt in luteale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

behandeling pms

A
  • onderdrukken hormonen (pil etc)
  • SSRIs
  • beweging
  • dieet (weinig koffie zout scherpe kruiden)
  • stressvermindering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Seksueel actieve jongeren < 25 jaar hebben meer kans op welke soa

A

Seksueel actieve jongeren < 25 jaar hebben een verhoogd risico op chlamydiasis, maar niet op gonorroe, syfilis, hepatitis B en hiv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De combinatiepil bevat een combinatie van een oestrogeen en een progestageen. De anticonceptieve werking vindt op drie niveaus plaats.

A

De combinatiepil bevat een combinatie van een oestrogeen en een progestageen. De anticonceptieve werking vindt op drie niveaus plaats.

  1. De vorming van de hypofysehormonen LH en FSH wordt geremd, waardoor de follikelrijping en de ovulatie niet tot stand komen. Bij het gebruik van sommige anticonceptiva vindt nog wel follikelrijping plaats, doch een ovulatie is zeldzaam.
  2. De opbouw van het endometrium verandert waardoor de implantatie van een bevruchte eicel wordt bemoeilijkt.
  3. De samenstelling van het cervixslijm verandert, waardoor een relatieve barrière voor spermatozoa ontstaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op grond van de chronologie in ontwikkeling worden de orale combinatiepillen in 4 generaties ingedeeld.

A

De onderverdeling van de 1e, 2e, 3e en 4e generatiepillen is gebaseerd op het type progestageen:

  • lynesterol of norethisteron in de 1e generatiepil (combinatiepillen met deze progestagenen zijn inmiddels in Nederland niet meer in de handel),
  • levonogestrel in de 2e generatiepil,
  • gestodeen of desogestrel in de 3e generatiepil,
  • drospirenon in de 4e generatiepil.

Daarnaast is de onderverdeling gebaseerd op de hoeveelheid oestrogeen. De 2e, 3e en 4e generatiepillen bevatten altijd minder dan 50 mcg ethinylestradiol, terwijl de combinatiepil met 50 mcg ethinylestradiol en het 2e generatieprogestageen levonorgestrel onder de 1e generatiepillen wordt ingedeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem de 3 belangrijkste ernstige bijwerkingen van de combinatiepreparaten.

A

bij de combinatiepreparaten is het risico op trombose en cervix- en mammacarcinoom verhoogd vergeleken met niet-gebruik, hoewel het absolute risico nog steeds erg laag is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voor de orale combinatiepil verschilt het tromboserisico per type progestageen en is het hoger bij hogere dosis oestrogeen.

A

Bij 3e generatiepillen is het tromboserisico hoger dan bij 2e generatiepillen. Er zijn aanwijzingen dat de 4e generatiepil met drospirenon ook een verhoogd risico op trombose geeft.

Pillen met 50 mcg ethinylestradiol geven een hoger risico op trombose dan pillen met 30 mcg en pillen met 20 mcg geven een lager tromboserisico.

De vaginale ring en anticonceptiepleister hebben mogelijk meer kans op trombose dan de combinatiepil.

Langdurig gebruik van 50 mcg oestrogeen geeft een verhoogd risico op cervixcarcinoom en mogelijk ook op mammacarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe is het risico op trombose door combinatiepreparaten farmacologisch te verklaren?

A

De diverse progestagenen beïnvloeden in wisselende mate het trombogene effect van oestrogenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 3 positieve neveneffecten van de combinatiepreparaten.

A

een positief neveneffect voor veel pilgebruiksters is dat de eigen menstruele cyclus verdwijnt, waardoor ook klachten die met de eigen cyclus gepaard gaan (hevig bloedverlies, menstruatiepijn, premenstruele spanningen) verdwijnen of verminderen. Verder wordt de kans op ovarium- en endometriumcarcinoom verkleind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem 2 bijwerkingen waarin de combinatiepreparaten verschillen van de methoden met alleen progestageen.

A

Na start van een middel met alleen progestageen heeft de gebruikster vaak in het begin een wisselend en onvoorspelbaar bloedingspatroon. Na enkele maanden neemt het bloedverlies af en ontstaat amenorroe en soms spotting.

Middelen met alleen progestageen hebben vergeleken met niet-gebruik geen verhoogd risico op trombose, terwijl de combinatiepreparaten wel een verhoogd risico op trombose hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

risicofactoren soa

A

Risicogroepen voor één of meer van de vijf belangrijkste soa’s (chlamydia, gonorroe, syfilis, hepatitis B en hiv) zijn:

Mannen die seks hebben met mannen (MSM);
Prostituees en prostituanten (contact in de afgelopen zes maanden);
Personen afkomstig uit een soa-endemisch gebied (eerste en tweede generatie);
Personen met veel wisselende contacten (drie of meer in de afgelopen zes maanden);
Personen met een partner uit een van de voorgaande groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly