LES 2 - Seksualiteit door het leven heen Flashcards

1
Q

hoevaak komen seksuele dysfuncties bij mannen voor?

A

17% minstens 1 dysfunctie

11% ejaculatio praecox
8% erectiestoornis
5,5% overmatig verlangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoevaak komen seksuele dysfuncties bij vrouwen voor?

A

20%

10% orgasmeproblemen
9% lubricatieproblemen
5,5% dyspareunie
4% aversie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de grootste risicogroepen voor seksuele dysfuncties?

A

oude mannen
jonge vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer spreken we van een gezonde seksualiteit?

A

wanneer het gedrag als egosyntoon en bevredigend wordt ervaren, en geen schade wordt betrokken aan individu of aan anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beschrijf het biopsychosociaal model

A

bio: leeftijd, gezondheid, meds
psycho: persoonlijkheid, psychische problemen, omgang, verwachtingen, normen en waarden
sociaal: cultuur, religie, relatie, opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe hangen ziekte en seksuele problemen met elkaar samen?

A

seksuele problemen…
door direct gevolg ziekte
door indirect gevolg ziekte
door behandeling ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beschrijf het psychosomatische cirkel naar Brancroft

A

tactiele stimuli –> cognitie –> verlangen –> opwinding –> orgasme –> herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe gaat de grafiek van seks?

A

verlangen: horizontaal
opwinding: stijging exponentieel
orgasme: piek
herstel: daling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de push-pull model?

A

push hangt af van persoon
- arousability
- hormonen
- transmitters

pull hangt af van situatie
- stimuli
- situatiekenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de PLISSIT anagram?

A

to address sexual functioning of pt

permission
limited information
simple suggestions
intensive therapy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

4 fasen sexuele levensloop

A

0-25
25-55
>55
>75

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

eerste fase seksuele levensloop

A

lichamelijke ontdekking
lichamelijke rijping
gender en geaardheid
genderrolgedrag
socialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de voorwaarden voor een gezonde seksuele ontwikkeling?

A

intacte seksuele anatomie/endocrino
intact brein
overeenkomend geslacht en gender
affectrijk pedagogisch klimaat
positief voorbeeldgedrag
positieve boodschappen
consensueel sexual rehearsal play

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tweede seksuele fase

A

aangaan van een langere relatie
carriere
zwangerschap en kinderen (of kinderloosheid!)
evt relatieveranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vanaf wanneer na de partus kan je gezond seks hebben?

A

na 3 weken, anders kans op infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kan je snel zwanger worden als je borstvoeding geeft?

A

nee, prolactine is hoog waardoor ovaria stilliggen
- laag oestrogeen –>atrofie vag slijm
- laag androgeen –> minder libido
- moeheid
- oxytocine kan baarmoedercontracties opwekken
- 4 wk na borstvoeding is alles normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

derde seks fase

A

hormonale veranderingen
overgang
partnerverlies
tweede kans?

18
Q

wat houdt de penopauze in?

A

vanaf 50 jaar snelle testosterondaling
- onzekerheid man
- meer tijd nodig voor opwinding en ejaculatie
- langere refractaire periode

19
Q

vierde seks fase

A

50% seksueel probleem
frequentie neemt af en wordt bepaald door relatieduur

20
Q

wat zijn de voordelen van vrijen als 75+’er?

A

remmingen verminderen
geen prestatiedruk
geen zwangerschapsangst
meer intiem
emotionele rijping

21
Q

wat is parafilie?

A

seksuele opwinding gericht op ongepaste objecten/personen
of in ongepaste situaties

22
Q

wat kunnen oorzaken zijn van erectiele dysfuncties?

A

Organisch
- perifeer
- centraal

situationeel
- partner gerelateerd
- prestatiedruk
- omgeving

23
Q

wat zijn risicofactoren voor seksuele dysfuncties?

A

inactiviteit
hypercholesterolemie
diabetes
50-80 jaar
hypertensie
mictieklachten
roken
obesitas

24
Q

waar kunnen erectiele dysfunctie aan liggen?

A

nierfalen
chronische obstructieve longziekten
neurologische ziekten
diabetes
urologische kanker
depressie
hvz

25
Q

menopauze blokken

A
26
Q

op welke leeftijd treedt menopauze gemiddeld op?

A

51
afh van roken, lengte en genetisch

27
Q

wat gebeurt er in de periomenopauze?

A

cyclusproblemen
urogenitale atrofie
verandering seksbeleving
ovaria blijven androgenen maken

28
Q

algemene patronen van menopauze en seks?

A
  • verlaging androgenen: minder libido
  • verlaging oestrogeen: ????????
29
Q

wat zijn typische overgangsverschijnselen?

A

opvliegers (door laag oestrogeen vasodilatatie)
aanvallen nachtzweten

30
Q

waardoor kunnen opvliegers ontstaan?

A

vasomotore instabiliteit geeft perifere vasodilatatie
meds
genotmiddelen
orgaanaandoeningen
passend bij ziekten

31
Q

hoe ga je de menopauze klachten tegen?

A

hormoonsuppletie –> oestrogenen
??

32
Q

wat zijn contra indicaties van hormoonsuppletie?

A

mammacarcinoom
endometriumcarcinoom
trombo-embolieen

33
Q

HRT

A
34
Q

wanneer wordt er gesproken van abnormaal uterien bloedverlies?

A

meer dan 80 cc per dag
of langer dan gebruikelijke duur

35
Q

wat is hypermennorroe? menorragie? dysmenorroe? metrorragie?

A

hypermennorroe = overvloedige menstruatie
menorragie = langdurig en overvloedig
dysmenorroe = pijn bij menstruatie
metrorragie = geen cyclus herkenbaar

36
Q

wat zijn organische oorzaken van abnormaal bloedverlies?

A

uterus myomatosus
endometrium pathologie
stollingsstoornissen
iatrogeen

37
Q

wat is ectropion en wanneer komt het voor?

A

in vruchtbare levensfase
cilindrisch epitheel uitbreiding
fysiologisch

38
Q

wat zijn indicaties voor uitstrijkje?

A

abnormaal bloedverlies
vervolgonderzoek
verdachte portio
BVO (30-60)

39
Q

welk materiaal vergaar je bij een uitstrijkje

A

transformatiezone: tussen plaveisel en cilinderepitheel

40
Q

wat is je DD bij postmenopauzaal bloedverlies?

A

endometrium atrofie
endometrium poliep
hyperplasie
endometriumcarcinoom

kan ook andere organen (blaas, rectum..)

41
Q

vervroegde menopauze oorzaken

A

uitval ovaria voor 40jr
oorzaken:
iatrogeen
autoimmuun
idiopathisch