ZO week 2 Flashcards

1
Q

wat kunnen oorzaken zijn van hmb

A

vleesboom
endometrium poliep
hyperplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een vleesboom

A

goedaardige woekering van gladde spier in baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 typen myomen

A

submuceus
- onder het endometrium

intramuraal
- in de uteruswand

subsereus
- onder de seroen van uterus

gesteeld
- los maar via een steel nog verbonden met de uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

behandeling myoom

A

med
- progesteron (bv mirena)
–> amenorroe
- de pil
- NSAIDs

operatief
- myoom verwijderen
- uterus verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

veel myomen zijn niet geassocieerd met menstruatiestoornissen.

A

Naarmate het myoom verder van het cavum verwijderd is (en kleiner is) wordt de kans dat het myoom een oorzaak is kleiner. Een subsereus myoom, ook al is die groot is als regel niet geassocieerd met menstruatiestoornissen. Een intracavitair myoom, ook als is die klein, als regel wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

molazwangerschap

A

trofoblast tumor
maakt hCG

hydropische vili en trofoblast hyperplasje met atypie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

twee typen mola

A

complete

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

genezingspercentage mola

A

als vroeg ontdekt –> 99%
laat –> levensbedreigend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

symptomen mola

A

misselijkheid en bloedverlies

zeldzaam:
anemie, hyperthyrs, pijn, vergrote uterus en ovaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

behandeling mola

A

zuigcurretage
metastasen uitsluiten
serum hCG dient wekelijks gecontroleerd te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

trofoblast woekering

A

mola extreme
metastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

beh trofoblast woekering

A

methotrexaat kuur
- intra musculair
tot hCG normaal is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe zit het met verhoogde kans op herhaling Mola/trofoblastwoekering bij volgende zwangerschap?

A

minimaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat voor soort geneesmiddelen zwangeren vooral gebruiken.

A

Antacida
antibiotica (vanwege vaginale infecties)
anti-emetica
foliumzuur
ijzersupplementen
laxantia

voorbeelden van aandoeningen waarbij behandeling voortgezet dient te worden tijdens de zwangerschap: hypertensie, epilepsie, diabetes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

softenon (thalidomide) en DES effect op zwangerschap

A

thalidomide
- sedativum
- baby kreeg focomelie (ontbreken ledematen)

DES
- spontane abortus onderdrukken
- afwijkingen geslachtsorgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

placentapassage hangt af van

A

lipofiliteit
ionisatiegraad
molecuulgewicht (<600 passeert)
eiwitbinding
membraandikte placenta (neemt af gedurende de zwangerschap)
metabolisme geneesmiddel

17
Q

bloedhersenbarriere foetus

A

meer permeabel
daarnaast zijn nieren en lever niet helemaal ontwikkeld –> accumulatie geneesmiddel

18
Q

verdelingsvolume zwangere

A

groter tov niet zwanger

19
Q

wat geeft FAS

A

groeivertraging
gelaat misvormd
neurologisch en psychomotorische afw
afw in hart en ledematen

20
Q

cocaïne tijdens de zwangerschap

A

afgebroken door cholinesterase (foetus heeft dit niet)

zorgt voor hogere concentraties norad en dopa

via a1-receptoren –> minder doorbloeding –> foetale hypoxie –> minder ledematen

21
Q

NAS (neonatal abstinence syndrome) symp

A

hyperactiviteit
slaapproblemen
autonome dysfunctie
diarree

22
Q

hormonen borstvoeding

A

prolactine gestimuleerd door oestrogeen en geremd door dopamine

23
Q

pijnstillers en zwangerschap

A

pcm veilig

geen aspirines/NSAIDs!
- bloedingen
- remmen wee
- doofheid baby

24
Q

obstipatie tijdens zwangerschap meds

A

lactulosiroop
magnesiumzouten
volumevergrotende middelen

25
Q

3 vormen EUG

A

intact
- geen symp

tabair abortus
- milde symp

tabair ruptuur
- ernstige symp en levensbedreigend

26
Q

Welke anatomische structuren zijn betrokken bij het tot stand komen van een erectie?

A

Arteriële aanvoer: a. pudenda interna met als aftakking de arteria cavernosa.

Veneuze afvloed: venae emisseria die samenkomen in de vena dorsalis penis (het dorsale venencomplex voor de prostaat van Santorini) en via de venae cavernosa. Zenuwen betrokken bij de erectiereflex (afbeelding 2):

De parasympatische plexus pelvicus afkomstig uit de wortels van S2, S3 en S4 (veroorzaakt tumescentie-zwelling van de penis), de nervus hypogastricus (Sympathische vezels) uit de wortels th10 tot l 2 (detumescentie-verdwijnen van de erectie) en de somatische nervus pudendus (stimulatie van de bekkenbodemspieren, rigiditeit). Tevens tactiele impulsen via aanraken van de penis worden via de nervus pudendus afferent geleid naar het ruggenmerg (reflexerectie) en naar centraal.

27
Q

Beschrijf het erectiemechanisme.

Welke neurotransmittor is primair verantwoordelijk voor het ontstaan van de erectie?

Beschrijf wat er gebeurt in het corpus cavernosum met bloedvaten en gladde spiercellen als deze neurotransmittor vrijkomt.

A

NO doet:
toename arteriële bloedtoevoer
relaxatie gladde spier corpus cavernosum

door deze druk:
afname veneuze bv (dichtgedrukt)

28
Q

testosteron

A

libido
vorming NO

29
Q

reflex erecties

A

testosteron onafhankelijk
ontstaan door stimulatie en n. pudendus

30
Q

detumescentie

A

verdwijnen erectie
adrenerge vasoconstrictie arterien en tonusverhoging

31
Q

relatie diabetes en seksuele problemen

A

Seksuele problemen en disfuncties komen beduidend vaker voor bij patiënten met suikerziekte als gevolg van de diabetes complicaties (Neuropathie, vasculaire afwijkingen, nierfunctiestoornissen) en als bijwerking van de geneesmiddelen die diabetes patiënten gebruiken, met name voor hypertensie.

32
Q

Wat is de oorzaak van het ontbreken van de ejaculatie, terwijl er wel een orgasme is?

A

De afwezigheid van de ejaculatie wordt verklaard door neuropathie van de sacrale autonome zenuwbanen die het sluiten van de blaashals tijdens de ejaculatie verzorgen. De blaashals blijft daardoor open staan tijdens de zaadlozing en het semen verdwijnt in de blaas en wordt later uitgeplast met de urine. Omdat er wel een inwendige zaadlozing is treedt er wel een orgasme gevoel op.