1.1 Flashcards

1
Q

wat zijn definities van fecundability, fecundity, infertiliteit, steriliteit, subfertiliteit?

A

Infertiliteit/steriliteit = onvermogen om een zwangerschap te bewerkstelligen (zeldzaam)

Subfertiliteit = verminderde fertiliteit

Fertiliteit/fecundability = vruchtbaarheid

Fecundity = vermogen om een levend geboren kind te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

spontane zwangerschapskans

A

80-85% van gezonde, jonge paren zwanger binnen 1 jr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lagere kans op zwangerschap bij:

A

langer zwanger proberen te worden
oudere vrouwen
obesitas
slechte leefstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

menstruele cyclus

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly