ZO week 16 Flashcards
Onder welke categorie meldingsplichtige ziekten valt mazelen?
Groep B2
Hoe snel moeten ziekten uit groepen B en C worden gemeld bij de GGD?
Na vaststelling binnen een werkdag
Hoe snel moeten ziekten uit groep A worden gemeld bij de GGD?
onmiddellijk bij vermoeden (of vaststelling als er daarvoor geen vermoeden was)
Wat is de meest voorkomende besmettingsroute van de meeste respiratoire pathogenen (in het ziekenhuis)?
Via druppels
Wat zijn mogelijke oorzaken of risicofactoren van een zorggerelateerde pneumonie?
- Aspiratie
- Besmetting met een respiratoir pathogeen
- Intubatie
Hoe kunnen Staphylococcus aureus infecties voorkomen worden?
Tijdelijk opheffen van Staphylococcus aureus-dragerschap alvorens de operatieve ingreep.
Een dag later komt er een nieuw bericht van het bacteriologisch laboratorium. De Staphylococcus aureus blijkt een zogenaamde Methicilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA).
Welke maatregelen moet je nemen t.a.v. de verpleegkundige zorg?
- De patiënt moet onmiddellijk in isolatie.
- Er dient contactonderzoek uitgevoerd te worden bij patiënten en personeel.
Wat is de vorm van isolatie van een MRSA-patiënt en waarom?
Strikte isolatie, omdat het direct contact en ‘door de lucht’ (aerogeen) is.
Wat zijn de drie reservoirs van MRSA?
- patiënten
- personeel
- de omgeving
Uit de kweek volgt dat je drager bent van MRSA.
Wat moet je doen?
Jezelf behandelen en stoppen met patiëntgebonden werk
Wat betekent het begrip ‘Algemene Voorzorgsmaatregelen’?
De preventieve handelingen die je altijd bij iedere patiënt uitvoert, ongeacht wel/niet aanwezigheid van een infectie of het soort patiëntmateriaal waar je contact mee hebt.
Wanneer noemen we een bacterie resistent tegen een antibioticum?
Wanneer de MIC (minimaal remmende concentratie) van een bacterie/antibioticum combinatie boven een vastgesteld breekpunt uitkomt.
Welke drie belangrijke mechanismen kan een bacterie aanwenden om resistent te worden?
1: Inactivatie van het antibioticum (“kapot maken” van het antibioticum, bijv. eenvoudige beta-lactamase, ESBL, carbapenemase)
2. verandering van het aangrijpingspunt. Bijv. modificatie van PBP2 naar PBP2a bij MRSA (belangrijkste om te onthouden), maar dit mechanisme speelt ook bij bijv. eiwitsyntheseremmers waarbij het aangrijpingspunt veranderd kan worden.
3. verminderde toegang tot de plaats waar het antibioticum zijn werk kan doen. In de colleges is dit uitgelegd als 2 verschillende mechanismen (binnengaan blokkeren en wegpompen van antibiotica), maar ze hebben hetzelfde effect, namelijk het verhinderen dat het antibioticum op de plaats van bestemming komt.
Om de intocht van resistentie te kunnen beteugelen moeten we ook weten waar resistentie vandaan komt.
Zijn er (min of meer) natuurlijke bronnen en wegen waarlangs resistentie naar klinisch belangrijke bacteriën kan gaan?
Antibiotica resistentie bestaat al zo lang als er micro-organismen zijn, omdat veel antibiotica van micro-organismen afkomstig zijn. Bacteriën hebben natuurlijke (intrinsieke) resistentiemechanismen ontwikkeld om zich te kunnen verdedigen tegen micro-organismen in hun omgeving, en hebben die resistentiemechanismen soms ook al onderling uitgewisseld tussen verschillende soorten.
In hoeverre speelt de mens een rol in het verspreiden van resistentie tegen antibiotica?
Resistente micro-organismen en genen coderend voor resistentie, die zich bijvoorbeeld in water of grondoppervlak bevinden, hebben zich onder de druk van humaan en veterinair antibioticagebruik (pas sinds vorige eeuw) nog verder verspreid. Daarmee zijn er meer mensen die een resistent micro-organisme bij zich dragen, waarmee overdracht op andere personen uiteraard ook mogelijk is.