ZO week 15 Flashcards
Wat verstaan we onder gesensibiliseerde personen bij een type IV overgevoeligheidsreactie, specifiek bij contactdermatitis?
Gesensibiliseerde personen zijn personen met geneesmiddel-specifieke T-cellen in de huid.
Noem minimaal twee belangrijke verschillen en twee belangrijke overeenkomsten tussen type II en type III overgevoeligheidsreacties.
Type II
- Beschadigde cel of weefsel is gebonden aan het antigen of bevat het antigeen
- Geen vorming van immuuncomplexen
- Meestal schade door lysis van targetcellen
Type III
- Antigeen is vrij in circulatie
- Immuuncomplexen gevormd tussen antigen en antilichaam
- Meestal schade door optreden van ontstekingsreactie
Overeenkomsten
- Betrokkenheid van antistoffen
- Betrokkenheid van complementfactoren
- Haptenen kunnen dezelfde zijn (bijvoorbeeld penicilline)
Trombopenie kan voorkomen als gevolg van een type II reactie na penicilline toediening. Het mechanisme van dit type reactie verloopt in verschillende stappen.
Zet de onderstaande stappen in de juiste volgorde.
1. Binding van een antistof aan een hapteen-carrier complex
2. Activatie van complement
3. Binding van penicilline aan thrombocyten (vorming van een zgn. hapteen-carrier complex)
4. Lysis van thrombocyten
5. Opwekken van een antistofrespons (IgM of IgG)
3 – 5 – 1 – 2 – 4
Geef een mechanische verklaring voor de stelling dat infecties die optreden gedurende de eerste levensjaren van een kind, dit kind beschermen tegen allergische aandoeningen op latere leeftijd
Bij personen die gedurende de eerste levensjaren infecties doormaken, wordt de productie van Th1-cellen gestimuleerd. Hierdoor vindt er een verminderde productie van allergeen-specifieke Th2-cellen plaats, waardoor de IgE-productie verminderd is. Verder kunnen infecties in de eerste levensjaren ervoor zorgen dat er meer allergie-onderdrukkende regulatoire T-cellen worden geïnduceerd. Het gevolg is dat deze personen minder last van allergische reacties hebben.
Van welk type geneesmiddel zal een patiënt het meeste baat hebben tijdens deze acute fase van een allergische reactie?
anti-histaminica
Welk type geneesmiddel zal het best werkzaam zijn tijdens de chronische fase van een allergische reactie. Licht toe.
Tijdens de fase van de allergische reactie zijn corticosteroïden het best werkzaam omdat deze de ontstekingsreactie remmen
Bij patiënten met immuuncomplexen treden de klinische verschijnselen voornamelijk op in de nieren, gewrichten en huid.
Geef hiervoor een verklaring
Immuuncomplexen precipiteren voornamelijk in organen met grote vaatpermeabiliteit, zoals nier, gewrichten en huid. Hier treedt de uiteindelijke weefselschade op.
Waarom kunnen klachten die ontstaan als gevolg van immuuncomplexen vanzelf weer verdwijnen?
Immuuncomplexen ontstaan slechts bij een bepaalde verhouding antigeen-antistof. Complexen verdwijnen dus vanzelf bij de eliminatie van antigeen of bij een toename van de antistofconcentraties.
Verklaar het gunstige effect van toediening van corticosteroïden bij serumziekte
Schade bij serumziekte wordt veroorzaakt door accumulatie en activatie van neutrofiele granulocyten door de immuuncomplexen. Corticosteroïden kunnen deze processen remmen.
Vanaf welke graad van Mueller bij een insectensteek is immunotherapie geïndiceerd?
graad II
Noem een aantal diagnostische testen om een IgE-gemedieerde allergie voor een insect aan te tonen
Huidtests
Serologie
Proefsteek
BAT (basofielen activatie test)
Wat zijn contra-indicaties voor immunotherapie bij een insectenallergie?
- Gebruik van betablokkers die niet gestaakt kunnen worden
- Jonger dan 6 jaar
- Slecht gecontroleerde astma
Na 3 maanden is de onderhoudsdosering bereikt bij de immunotherapie. De volledige therapie duurt 5 jaar.
Blijft de arts al die tijd een adrenaline-autoinjector voorschrijven?
Nee
Aan welke veiligheidsvoorwaarden moet worden voldoen bij een proefsteek?
- de patiënt moet in redelijke gezondheid verkeren
- opgetrokken adrenaline
- bloeddrukmeter
- infuus
- hartritmeregistratie
- IC-arts stand by
- ECG-apparaat
- opgetrokken tavegil en hydrocortison
Waar staan de letters PROVOKE voor?
- P - plaats - waar op het lichaam
- R - rangschikking - verdeling van de plekken
- O - omvang - aantal en grootte van de individuele plekken
- V - vorm van de plek
- O - omtrek (begrenzing)
- K – kleur
- E – efflorescentie