zintuigen 6 Flashcards

1
Q

waaruit bestaat het vestibulaire complex

A

vestibulum
halfcirkelvormige kanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zit er in het vestibulum

A

vliezige zakjes (evenwichtszakjes)
- utriculus (bij kanalen)
- sacculus (bij cochlea)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke receptoren zitten in het vestibulum

A

receptoren voor statisch evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

halfcirkelvormige kanalen latijn

A

Canales semicirculares

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke receptoren zitten in helfcirkelvormige kanalen

A

receptoren dynamisch evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

slakkenhuis latijn

A

cochlea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zit er in de cochlea

A

geluidsreceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de 2 vensters in het binnenoor

A

Ovaal: fenestra vestibuli
Rond: fenestra cochlea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat doen de microvilli in het binnenoor

A

beweging van microvilli stimuleert of remt haarcellen

informatie over richting + kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat doen de zintuigcellen (sensorische neuronen) in het middenoor

A

Afgifte van neurotransmitters aan sensibele neuronen

Tempowijziging bij prikkeling van haarcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer is er dynamisch evenwicht nodig

A

Bij (plotse) bewegingen van hoofd/lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welk deel van het binnenoor is verantwoordelijk voor dynamisch evenwicht

A

Halfcirkelvormige kanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

eigenschappen halfcirkelvormige kanalen

A

verbinding met utriculus
elk kanaal heeft ampulla met haarcellen (verdikt deel)
zintuigharen = contact met cupula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is cupula

A

gelatineachtige massa -> vervorming door beweging van endolymfe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de 3 rotatiebewegingen die de halfcirkelvormige kanalen kunnen waarnemen

A

Horizontaal: neen schudden: laterale kanaal
Verticaal: ja knikken: voorste kanaal
Kantelen van links naar rechts: achterste kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wanneer heb je statisch evenwicht nodig

A

Bij plotse bewegingen van lift/auto/attractie = lineaire versnelling (horizontaal/verticaal)

17
Q

wat behoort er tot het statisch evenwicht

A

sacculus en utriculus

18
Q

wat zijn de eigenschappen van het statisch evenwicht

A

Haarcellen liggen in maculae
Zintuigharen in contact met gelatinelaag met bovenaan otolieten

19
Q

wat zijn otolieten

A

zware mineraal-kristallen

20
Q

hoe werken de otolieten

A

hoofd kantelt
zwaartekracht trekt otolieten een kant op bv omlaag (vertraagde reactie)
vervormen haarcellen
bewustwording van kanteling

21
Q

andere namen vliezeg labyrinth

A

Reissner-kanaal
ductus cochlearis

22
Q

eigenschappen ductus cochlearis

A

gevuld met endolymfe
ligt tussen scala vestibuli en scala tympani

23
Q

wat zit er in de scala vestibuli en scala tympani

A

perilymfe

24
Q

latijnse naam orgaan van Corti

A

organum spirale

25
Q

wat bevat het orgaan van Corti

A

haarcellen
2 membranen:
basilaire membraan
tectoriale membraan

26
Q

wat is horen

A

registratie van geluid
voortgeleiding drukgolven door lucht/water

27
Q

wat bepaald toonhoogte

A

frequentie (Hertz)
door plaats van prikkeling

28
Q

wat bepaald volume

A

intensiteit (decibel)
aantal geprikkelde haarcellen

29
Q

andere naam lage tonen

A

infrasone tonen

30
Q

andere naam hoge tonen

A

ultrasone tonen

31
Q

stap 1proces van het horen

A

Geluidsgolven komen aan bij trommelvlies

32
Q

stap 2 proces van het horen

A

Beweging van trommelvlies brengt gehoorbeentjes in beweging

33
Q

stap 3 proces van het horen

A

Beweging van stijgbeugel bij ovale venster veroorzaakt drukgolven in perilymfe van scala vestibuli

34
Q

stap 4 proces van het horen

A

Drukgolven vervormen basilaire membraan op weg naar ronde venster van scala tympani

35
Q

stap 5 proces van het horen

A

Trillingen van basilaire membraan veroorzaken trillingen van haarcellen (in orgaan van Corti) tegen tectoriale membraan
-> afgifte neurotransmitters
-> stimulering van sensibele neuronen

36
Q

stap 6 proces van het horen

A

Informatie over plaats en intensiteit van prikkeling wordt doorgegeven aan CZS via N. vestibulocochlearis (VIII)

37
Q

hoe lopen de auditieve banen

A

haarcellen prikkelen sensibele neuronen
-> N.. vestibulocochlearis (N VIII)
-> medulla oblongata
-> middenhersenen
-> thalamus
-> auditieve schors