neurologie 2 Flashcards

1
Q

wat is multiple sclerose

A

auto-immuunziekte

1.zenuwen ontsteken
2.verlittekening van myelineschede
3.verstoorde prikkelgeleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de symptomen van MS

A
  • spierzwakte/uitval, controleverlies blaas/darmen, moeheid
  • gevoelsstoornissen (tintelingen)
  • oogklachten vb diplopie, slecht zicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn eigenschappen van MS

A

meestal relapsing-remitting vorm
onvoorspelbaar ziekteverloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn behandelingen voor MS

A

corticosteroïden, immunomodulatoren, spasmolytica

kine, ergo, logo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarvoor staat ALS

A

Amyotrofische Laterale Sclerose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is ALS

A

Afsterven van motorische zenuwcellen in ruggenmerg en hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn symptomen van ALS

A
  • Spierzwakte/spasmen in ledematen, onduidelijke spraak
  • Spierverlamming: kauwen, slikken, praten, ademhalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt ALS gededecteerd

A

EMG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe wordt ALS behandeld

A

Kine, ergo, logo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de prognose van ALS

A

overlijden 3-5 jaar na diagnose

(levensduurverlenging van rond 3 maanden met medicatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verschil ALS en MS

A

ALS: enkel motorisch ( verlamming)
MS: diverser beeld (slecht zicht, problemen met prikkels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstaat de ziekte van Parkinson

A

tekort an twee neurotransmittors
dopamine
noradrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarvoor zorgt het tekort aan dopamine en noradrenaline

A

dopamine: ongecoördineerde bewegingen

noradrenaline: vermoeidheid, onregelmatige hartslag, hypotensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar wordt dopamine gemaakt

A

substantia nigra = zwarte zone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de behandelingen voor parkinson

A

medicatie die in hersenen omgezet wordt naar dopamine (helpt bewegingsarmoede en rigiditeit)

deep brain stimulation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarvoor staat DBS

A

deep brain stimulation

17
Q

wat zijn de typische kenmerken van parkinson

A

maskergelaat
tremor (pillendraaien)
rigiditeit

18
Q

wat is deep brain stimulation

A

neurostimulator die elektrische impulsen uitstuurt via verbindingskabel naar elektrodes in specifieke hersengebieden

zorgt voor verbeterde bewegingscontrole

19
Q

wat is de ziekte van huntington

A

erfelijke aandoening
afwijkend gen op chromosoon 4

20
Q

wat zijn de symptomen van huntington

A

chorea
verhoogde spierspanning (problemen lopen, slikken, spreken, oogbewegingen)
cognitieve + emotionele stoornissen

21
Q

wat zijn chorea

A

schokkerige onwillekeurige dansachtige bewegingen

22
Q

hoe wordt de ziekte van huntington gediagnosticeerd en hoe lang leven mensen gemiddeld

A

prenatale diagnostiek

beperkte levensverwachting: rond 30 jaar

23
Q

wat is spina bifida

A

fout in aanleg wervelkolom: opening tussen wervelbogen (ruggenmerg bloot)

24
Q

wat zijn de twee vormen van spina bifida

A

spina bifida occulta: meest voorkomend, kuiltje/bultje, meestal mild

spina bifida aperta: meningokèle -> zenuwschade (verlamming, blaas/darmproblemen)

25
Q

hoe/wanneer wordt spina bifida ontdenkt

A

check via 20-wekenecho of bij
pasgeborene

26
Q

wat zijn risicofactoren voor spina bifida

A

foliumzuurtekort, obesitas, diabetes mellitus

27
Q

hoe wordt spina bifida behandeld

A

prenatale operatieve sluiting (uz leuven)

multidisciplinaire behandelteams

28
Q

wat is hydrocefalus

A

waterhoofd
teveel liquor cerebrospinalis (kan niet afgevoerd worden)

29
Q

wat zijn redenen dat Liquor cerebrospinalis niet kan weggevoerd worden

A

stenose, ontsteking, tumor

30
Q

wat zijn risicofactoren voor hydrocefalus

A

spina bifida, meningitis (kind), rubella (moeder)

31
Q

wat zijn symptomen van een waterhoofd

A

bomberende fontanel, groot hoofd, ogen naar beneden, braken

32
Q

hoe wordt hydrocefalus behandeld

A

Drain voor afvoer van liquor (extern/peritoneaal/cardiaal): vaak levenslang

33
Q

wat is het gevaar van een hersentumor

A

als het druk zet op vitale hersencentra (bv medulla oblongata)

34
Q

wat zijn de twee soorten hersentumoren

A

primaire tumor
hersenmetastasen

35
Q

wat zijn symptomen van hersentumoren

A

hoofdpijn, visusproblemen, duizeligheid, braken, motorische stoornissen, problemen met spreken/horen, persoonlijkheidsveranderingen

36
Q

hoe behandel je een hersentumor

A

Chirurgie, radiotherapie, chemotherapie, immunotherapie