zintuigen 5 Flashcards

1
Q

stap 1 fotoreceptie

A

buitenste segment
absorptie foton door rodopsine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is rodopsine

A

lichtgevoelig pigment in membraanschijfjes

eiwit opsine + pigment retinal (basis vit A)

lichtingval = vormverandering retinal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stap 2 fotoreceptie

A

binneste segment
regulering afgifte neurotransmittor
lichtinval zorgt dat tempo afgifte veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stap 3 fotoreceptie

A

synaps met bipolaire cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de 1e stap retinalcyclus

A

retinal absorbeert licht en krijgt rechtere vorm

dit activeert opsinemolecuul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stap 2e retinalcyclus

A

rodopsinemolecuul spslitst op in retinal en opsine = bleking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stap 3 retinalcyclus

A

doornmiddel van ATP krijgt retinal originele vorm terug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stap 4 retinalcyclus

A

hersteld retinal verbindt zich met opsine tot rodopsinemolecuul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar kruisen axonen van ganglioncellen

A

chiasma opticum (50%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurt er wanneer de N. opticus synaps maakt in thalamus

A

Doorschakelen naar hersenstam: pupilreflexen + oogbewegingen

Doorschakelen naar visuele schors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de haarcellen in het oor

A

mechanoreceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat regelt het binnenoor

A

evenwicht en gehoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitwendig oor latijn

A

auris externa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

oorschelp latijn

A

auricula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de functie van de oorschelp

A

Verzamelen en richten van geluidsgolven richting middenoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

uitwendige gehoorgang latijn

A

meatus acousticus externus

17
Q

wat zit er in de uitwenidge gehoorgang

A

oorsmeerklieren, haren

18
Q

oorsmeerklieren latijn

A

Glandulae ceruminosae

19
Q

trommelvlies latijn

A

membrana tympanica

20
Q

onderdelen buitenoor

A

oorschelp
uitwendige gehoorgang
trommelvlies

21
Q

middenoor latijn

A

auris media

22
Q

wat zit er in het middenoor

A

3 gehoorbeentjes
buis van eustachius
2 spiertjes

23
Q

wat zijn de 3 gehoorbeentjes

A

Malleus: hamer
Incus: aambeeld
Stapes: stijgbeugel

24
Q

waarmee maakt stapes contact

A

foramen ovale = fenestra vestibuli

25
Q

andere namen buis van eustachius

A

tuba auditiva
oortrompet

26
Q

wat doet de buis van eustachius

A

verbinding middenoor met nasopharynx

27
Q

hoe werken de gehoorbeentjes

A

Trillingen: via trommelvlies -> mechanische beweging van gehoorbeentjes -> binnenoor

28
Q

wat zijn de 2 spiertjes in het middenoor

A

m. tensor tympani en m. stapedius

29
Q

wat doen de middenoorspiertjes

A

beschermen tegen lawaai door trillingen te remmen

30
Q

binnenoor latijn

A

auris interna

31
Q

waaruit bestaat binnenoor

A

Vestibulum
Canales semicirculares
Cochlea

32
Q

benig labyrint latijn

A

labyrinthus osseus

33
Q

vliezig labyrinth latijn

A

labyrinthus membranaceus

34
Q

wat is de vloeistof genaamd in het vliezig labyrinth

A

endolymfe

35
Q

naam vloeistof tussen 2 labyrinten

A

perilymfe