zenuwselsel 5 Flashcards

1
Q

eigenschappen van de linkerhemisfeer

A

rationaliteit
taal (lezen, spreken, schrijven (rechts))
wiskunde (analyse berekeningen,etc)

dominante hersenhelft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

eigenschappen rechterhemisfeer

A

emorionaliteit
emotionele intelligentie
ruimtelijke visualisatie (3D)
herkennen voorwerpen/gezichten
analyseren emotionele context gesprek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarmee zijn de hemisferen verbonden

A

corpus callosum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de 4 typen hersengolfpatronen

A

alfagolven
bètagolven
thètagolven
deltagolven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar komen alfagolven voor

A

gezonde volwassenen in rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar komen bètagolven voor

A

intensieve concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waneer komen thètagolven voor

A

kinderen en gefrustreerde volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer komen deltagolven voor

A

diepe slaap en bij bepaalde aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eigenschhappen cerebrum

A

feitelijke herinneringen (telefoonnummers)
herinneringen aan vaardigheden
(aangeleerd motorisch gedrag bv skieen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geheugenverlies

A

amnesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar gebeurt geheugenconsolidatie, wat is het

A

limbische systeem (ook in cerebrum)
opslaan van informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uit welke indeling komt het limbische systeem en welke zaken maken er deel van uit

A

functionele indeling
olfactorische cortex (geuren link met herinneringen)
amygdala (emoties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke structuren maken deel uit van de basale kernen

A

(grijze stof niet in cortex)
nucleus caudatus
nucleus lentiformis
amygdala

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uit welke delen bestaat de nucleus lentiformis

A

globus pallidus + putamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat doen de basale kernen

A

Verwerken van sensorische info en genereren motorische impulsen

reguleren spiertonus

coördineren aangeleerde bewegingspatronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe gebeurt het verwerken van nfo in de basale kernen

17
Q

wat zijn de delen van het diencephalon

A

epithalamus
thalamus
Hypothalamus

18
Q

tussenhersenen

A

diencephalon

19
Q

eigenschap epithalamus

A

bevat epifyse

20
Q

andere naam epifyse en wat doet het

A

= glandula pinealis (pijnappelklier)

maakt hormoon melatoninen (dag-nachtritme)

21
Q

eigenschappen thalamus

A

Filter = doorschakelen van sensorische info (uitgezonderd reukzintuigen!) naar
-primaire sensorische schors (dan wordt je ervan bewust)
- basale kernen/hersenstam

22
Q

eigenschappen hypothalamus

A

Bevat hypofyse

23
Q

andere naam hypofyse

A

glandula pituitaria

24
Q

waar ligt hypofyse en eiegnschappen hiervan

A

in sella turcica
maakt 9 hormonen
regelt lichaamstemperatuur
honger/dorstgevoel

25
wat zijn de delen van de hersenstam
mesencephalon pons medulla oblongata
26
wat bevat het mesencephalon
basale kernen
27
wat is de pons
Verbinding hersenen en ruggenmerg
28
wat doet het medulla oblongata
Regulatie vitale autonome functies: hartslag, bloeddruk, ademhaling
29
wat is het cerebellum en wat zijn de functies
automatisch verwerkingscentrum - aanpassing spieren in functie van houding/lichaamsevenwicht nauwkeurige coordinatie (soepe coordinatie, bv fietsen)
30
wat als het cerebellum beschadigd raakt
ataxie: verstoring van evenwicht