spierstelsel 2 Flashcards

1
Q

wat is de eigenschap van de synapsknop

A
  • Bevat blaasjes met ACh
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarvoor staat ACh

A

acetylcholine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is acetylcholine

A

neurotransmitter (chemisch communicatiemiddel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de motorische eindplaat van de sarcolemma

A

plaats waar er connectie gemaakt wordt tussen spier en synapsknop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de eigenschap van de motorische eindplaat

A
  • Bevat Acetylcholinereceptoren, zorgen voor acetylcholinebinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de eerste stap van de werking van de neuromusculaire junctie

A
  1. Actiepotentiaal thv motorische zenuwcel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de tweede stap van de werking van de neuromusculaire junctie

A
  1. Acetylcholine wordt door synapsknop afgegeven in synapsspleet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de derde stap van de werking van de neuromusculaire junctie

A
  1. Acetylcholine bindt zich op motorische eindplaat van sarcolemma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het gevolg van de binding van acetylcholine op de motorisch eindplaat

A

membraan wordt door binding ACh doorlaatbaarder, zorgt voor natriuminflux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de vierde stap van de werking van de neuromusculaire junctie

A
  1. Actiepotentiaal is in sarcolemma + acetylcholinesterase (verwijderd acetyloline)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat gebeurt er eenmaal dat het actiepotentiaal in de sarcolemma zit?

A

a. Actiepotentiaal gaat in T-tubuli
b. Sarcoplasmatisch reticulum geeft calcium af
c. Contractie start

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat betekend “passief process”

A

dat er geen energie nodig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is AChE

A

Acetylcholinesterase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waardoor vertoont skeletspierweefsel ‘streping’ als het door een lichtmicroscoop wordt bekeken?

A

Door het patroon van actine en myosine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stap 1 contractiecyclus

A

afgifte calcium door SR in overlappingszone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

stap 2 contractiecyclus

A

calcium bindt aan actine
actine draait kwartslag
actieve plaatsen komen vrij

17
Q

stap 4 contractiecyclus

A

myosinekop maakt zwenkbeweging (gebruikt ATP)

18
Q

wat gebeurt er als een myosinekop een zwenkbeweging maakt

A

Actinestreng verplaatst zich tegenover myosinestreng

19
Q

stap 3 contractiecyclus

A

Myosinekoppen en actieve plaatsen vormen kruisbruggen

20
Q

stap 5 contractiecyclus

A

Kruisbruggen laten los

21
Q

stap 6 contractiecyclus

A

Reactivatie myosinekoppen (energie stapelt zich op)

22
Q

waarvoor staat ATP

A

adenosinetrifosfaat

23
Q

wat gebeurt er tijdens een contractie

A

dunne filamenten glijden langs dikke filamenten

24
Q

hoe vaak komt een contractiecyclus voor

A

meerdere malen per seconde

25
Q

wat zijn de voorwaarden voor een contractiecyclus

A

voldoende calcium en ATP

26
Q

stap 1 einde contractiecyclus

A

afbraak ACh door AChE

27
Q

stap 2 einde contractiecyclus

A

SR reabsorbeert calcium

28
Q

stap 3 einde contractiecyclus

A

Zonder calcium verdwijnen actieve plaatsen op actine

29
Q

stap 4 einde contractiecyclus

A

Er kan geen kruisbrug meer gemaakt worden

30
Q

stap 5 einde contractiecyclus

A

Spiercontractie eindigt

31
Q

stap 6 einde contractiecyclus

A

spier ontspant en krijgt oorspronkelijke lengte terug (passief proces)