zintuigen 3 Flashcards

1
Q

wat zijn de 3delen van het brein (volgens geurherkenning filmpje)

A

reptiele brein
limbische brein
rationele brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar houdt het reptiele brein zich mee bezig,

A
  • hoe kom ik aan eten
  • voor wie ben ik een prooi
  • met wie kan ik paren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het limbische systeem

A

krijgt alle zintuigelijke informatie uit omgeving binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat doet het rationele brein

A

stelt in staat lezen, praten, handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doet de hippocampus

A

krijgt zintuigelijke informatie binnen en vormt dit samen tot een herrinering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doet de amygdala

A

legt linken met zintuigelijke informatie en koppelt er ook emoties aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn evolutionaire voordelen bij de koppeling van geur en emotie

A
  • gevaar herkennen (brandgeur)
  • binding (met moeder)
  • partner vinden (feromonen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ooglid latijn

A

palpebra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wimper latijn

A

cilium
cilia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wenkbrouw latijn

A

supercilium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

traanpunt + wat zijn slaapkorrels

A

punctum lacrimale
talgklierproduct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

naam oppervlakepitheel van oog en wat is het

A

conjunctiva
bindvlies

transparant slijmvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

traanklier latijn

A

glandula lacrimalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doet de traanklier

A

productie tranen
bevochtigen conjunctiva
bevat lysosomen -> antibacterieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

traanbuis latijn

A

canaliculus lacrimalis superior/inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

traanzak latijn

A

saccus lacrimalis

17
Q

traankanaal latijn

A

ductus nasolacrimalis

18
Q

hoe worden tranen afgevoert

A

via neusholte via
canaliculus lacrimalis
saccus lacrimalis
ductus nasolacrimalis

19
Q

extrinsieke oogspieren latijn

A

musculi bulbi oculi

20
Q

oogbol latijn

A

bulbus oculi

21
Q

wat doen de oogspieren

A

werken samen om blik te reguleren
bewegen oogbol

22
Q

wat zijn de 6 oogspieren

A

Bovenste en onderste rechte oogspier

Laterale en mediale rechte oogspier

Bovenste en onderste schuine oogspier

23
Q

wat zijn de 3 lagen van het oog

A

Tunica fibrosa bulbi = buitenste laag
Tunica vasculosa bulbi = middelste laag
Tunica intima bulbi = binnenste laag

24
Q

wat bevat het tunica fibrosa bulbi

A

sclera
cornea
aanhechtingsplaatsen extrinsieke oogspieren

25
Q

oogwit latijn en eigenschap

A

sclera
vasculair

26
Q

hoornvlies latijn en eigenschap

A

cornea
transparant: lichtinval
avasculair (o2/voedingsstoffen via traanvocht)

27
Q

wat bevat de tunica vasculosa bulbi

A

iris
corpus ciliare
choroïdea

28
Q

regenboogvlies latijn en eigenschappen

A

iris
grens voorste/achterste oogkamer
pupilspieren
oogkleur

29
Q

wat bepaald oogkleur

A

aantal melanocyten

30
Q

wat is het straalvormig lichaam + latijn

A

corpus ciliares
spierweefsel
aanhechting lensbandjes

31
Q

lensbandjes latijn

A

fibrae lentis

32
Q

vaatvlies latijn + eigenschap

A

choroidea
rijk aan bloedvaatjes