woordenschat kapiteil 2 duits - ned Flashcards
teilnehmen (an)
deelnemen aan
der Radsport
de wielersport
das Radrennen
het wielrennen
der Fuβvall
het voetbal
der Volleyball
het volleyball
der Basketball
het basketball
das Tennis
het tennis
der Tischtennis
de tafeltennis
die Leichtathletik
de atletiek
das Turnen
de gymnastiek
die Formel 1
de formule 1
das Segeln
het zeilen
das Schwimmen
het zwemmen
das Rudern
het roeien
das Skilaufen
het skiën
das Skifahren
het skiën
das Reiten
het paardrijden
das Boxen
het boxen
das/der Triathlon
het triathlon
das Rodeln
het rodelen, het sleeën
das Fuβballfeld
het voetbalveld
der Tennisplatz
de tennisplaats
das Stadion
het stadion
die Sporthalle (n)
de sportzaal
die Turnhalle (n)
de gymzaal
der Boxring
de boxring
die Skipiste (n)
de skipiste
das Hallenbad (¨er)
het overdekt zwembad
das Freibad (¨er)
het openluchtzwembad
die Reitbahn
de manege