bezittelijke voornaamwoorden Flashcards
1
Q
mijn mannelijk
A
mein
2
Q
mijn vrouwelijk
A
meine
3
Q
onzijdig mijn
A
mein
4
Q
meervoud mijn
A
meine
5
Q
jouw mannelijk
A
dien
6
Q
jouw vrouwelijk
A
deine
7
Q
jouw onzijdig
A
dein
8
Q
meervoud jouw
A
deine
9
Q
zijn mannelijk
A
sein
10
Q
zijn vrouwelijk
A
seine
11
Q
onzijdig zijn
A
sein
12
Q
meervoud zijn
A
seine
13
Q
haar mannelijk
A
ihr
14
Q
haar vrouwelijk
A
ihre
15
Q
haar onzijdig
A
ihr