Week 7 - Het onderzoek ter terechtzitting en het bewijsrecht (7.3)

Question 1

Leg uit waar een vrij bewijsstelsel op ziet

Answer 1

Bij een vrij bewijsstelsel zijn er geen regels opgenomen over hoe de bewijsbeslissingen genomen moet worden (afwezigheid regels, bewijsminima)

Question 1

Benoem de 4 wettelijke bewijsminimumregels, inclusief artikelen én benoem een belangrijk arrest

Answer 1

• Verdachte kan niet worden veroordeeld op basis van zijn/haar eigen bekentenis, er is steunbewijs nodig om de bekentenis te ondersteunen (art. 341 lid 1 Sv.)
• ‘Unus testis, nullus testis’ (één getuige is geen getuige): iemand kan niet op een enkele getuigenverklaring worden veroordeeld, er is steunbewijs nodig (art. 342 lid 2 Sv.) (HR Steunbewijs en bewijsminimum)
• Verdachte kan niet uitsluitend worden veroordeeld op basis van een schriftelijk document, er is steunbewijs nodig (art. 344 lid 1 sub 5 Sv.)
• Anonieme verklaringen mogen niet de enige basis zijn voor een veroordeling, er is steunbewijs nodig die de verklaring ondersteunt (art. 344a lid 1 en 4 Sv.)

Question 2

Waar moet op worden gelet bij steunbewijs?

Answer 2

Bij steunbewijs moet er voldoende steun zijn. Er mag dus geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband tussen de ene verklaring en het steunbewijs

Question 3

Wat wordt er bedoeld eigen waarneming van de rechter als wettig bewijsmiddel in de zin van art. 339 lid 1 sub 1 Sv.?

Answer 3

Met eigen waarneming van de rechter (art. 339 lid 1 sub 1 jo. art. 340 Sv.) mag de rechter waarnemingen die hij opdoet tijdens het onderzoek ter terechtzitting, gebruiken als bewijs (bijvoorbeeld foto- of videobeelden als bewijs, deze staan namelijk niet in de wet opgenomen)

Question 4

Wat wordt er bedoeld met verklaringen van den verdachte als wettig bewijsmiddel in de zin van art. 339 lid 1 sub 2 Sv.?

Answer 4

Met verklaringen van den verdachte als bewijsmiddel (art. 339 lid 1 sub 2 jo. art. 341 lid 1 Sv.) wordt verwezen naar het gebruik van de verklaringen die de verdachte tijdens het strafproces aflegt (bijvoorbeeld tijdens een politieverhoor)

Question 5

Wat wordt er bedoeld met verklaringen van een getuige als wettig bewijsmiddel in de zin van art. 339 lid 1 sub 3 Sv.? Noem ook een belangrijk arrest

Answer 5

Met verklaringen van een getuige als bewijsmiddel (art. 339 lid 1 sub 3 jo. art. 342 Sv.) betekent dat een verklaring alleen mag op basis van eigen waarnemingen en ondervingen. Testimonium de auditu (iets iemand hebben horen zeggen) is wél toegestaan (HR De auditu)

Question 6

Wat wordt er bedoeld met verklaringen van een deskundige als wettig bewijsmiddel in de zin van art. 339 lid 1 sub 4 Sv.?

Answer 6

Met verklaringen van een deskundige als bewijsmiddel (art. 339 lid 1 sub 4 jo. art. 343 Sv.) wordt er door een deskundige zijn wetenschap en kennis toegekend op een gebied waar de rechter onvoldoende kennis van heeft

Question 7

Wat wordt er bedoeld met schriftelijk bescheiden als wettig bewijsmiddel in de zin van art. 339 lid 1 sub 5 Sv.?

Answer 7

Met schriftelijk bescheiden als bewijsmiddel (art. 339 lid 1 sub 5 jo. art. 344 lid 1 Sv.) worden documenten bedoeld die op schrift zijn gesteld en die als bewijs kunnen worden gebruikt in juridische procedures

Question 8

Noem 4 voorbeelden van schriftelijke bescheiden

Answer 8

Voorbeelden van schriftelijke bescheiden zijn:
- Rechterlijke beslissingen en strafbeschikkingen
- Processen-verbaal
- Ambtelijke stukken
- Deskundigenverslag