Week 1 - Beginselen en doelen van het strafrecht (1.2) Flashcards

1
Q

Noem de 4 belangrijkste rechtsbronnen van het strafrecht

A

Belangrijkste rechtsbronnen strafrecht zijn:
- De wet
- Jurisprudentie
- Verdragen
- Algemene ongeschreven rechtsbeginselen
(- secundair: literatuur, doctrines)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door wie worden wetten in formele zin gemaakt?

A

Wetten in formele zin worden door de regering en de Staten-Generaal (= parlement) gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 4 voorbeelden van wetten in formele zin

A

4 voorbeelden van wetten in formele zin zijn:
- Wetboek van Strafrecht
- Wetboek van Strafvordering
- Opiumwet
- Wegenverkeerswet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Door wie worden wetten in materiële zin gemaakt?

A

Wetten in materiële zin worden door het daartoe bevoegde overheidsgezag (gemeentes, etc.) gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 1 voorbeeld van een wet in materiële zin

A

1 voorbeeld van een wet in materiële zin:
- APV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 3 instellingen waarvan de rechtspraak wordt gebruikt door het strafrecht

A

Het strafrecht maakt gebruik van rechtspraak van:
- Hoge Raad (HR) (= cassatierechter)
- Europees Hof voor Rechten van de Mens (EHRM)
- Uitspraken lagere rechters (= gerechtshoven + rechtbanken = feitenrechters)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem 2 verdragen die veel worden toegepast in het strafrecht

A

Verdragen die veel worden toegepast in het strafrecht:
- Europees Verdrag voor Rechten van de Mens (EVRM)
- Verdragen van de Europese Unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem 3 kenmerken van algemene ongeschreven rechtsbeginselen

A

Kenmerken van algemene ongeschreven rechtsbeginselen:
- Deze rechtsbeginselen kunnen invloed hebben op het strafrecht als ze de verdachte extra bescherming bieden
- Je kan niet strafbaar zijn enkel op basis van algemene ongeschreven rechtsbeginselen
- Deze rechtsbeginselen kunnen de strafbaarheid niet uitbreiden, alleen inperken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem het verschil tussen culpoze delicten en doleuze delicten

A
  • Culpoze delicten: delicten waarbij bewezen dient te worden dat het gevolg aan de schuld van de verdachte te wijten is
  • Doleuze delicten: delicten waarbij de opzet van de verdachte op het gevolg bewezen dient te worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 4 verschillen tussen overtredingen en misdrijven

A

Verschillen tussen overtredingen en misdrijven zijn:
- Formele wetgevers scheppen misdrijven en overtredingen, terwijl materiële (lagere) wetgevers enkel overtredingen scheppen
- Straffen bij misdrijven zijn doorgaans zwaarder dan bij overtredingen
- Bij misdrijven spelen subjectieve bestanddelen (opzet en culpa) een belangrijke rol
- Bij misdrijven zijn poging en voorbereiding doorgaans strafbaar, bij overtredingen niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly