Week 6 HC 4: Stress en ondervoeding Flashcards
Intermediair Metabolisme
Alle reacties betrokken bij opslaan en genereren van metabolische energie bij cellulaire processen
Verschillende energiebronnen
Triglyceriden - 12kg = 108.000 kcal Spiermassa - 6kg = 24.000 kcal Koolhydraten - 0.3kg = 1200 kcal (spieren) - 0.1kg = 400 kcal (lever) Dieet is belangrijkste energiebron
Gebruik en opslaan van stoffen in het lichaam
Glucose - Hersenfunctie en spierfunctie - Opslag als glycogeen in lever en spieren Aminozuren - Direct gebruikt voor eiwitsynthese - Kan niet opgeslagen worden Lipide - Opgeslagen als triglyceriden in spieren en vetweefsel
Anabole toestand
Direct na de maaltijd
Metabolische reactie dat leidt tot opslag van energie
Vet en glycogeen wordt aangevuld
Anabole reacties, benoem substraat, product en proces
Gericht op behoud van energiereserves van het lichaam
Aminozuren –> Eiwitten (Eiwitsynthese)
Koolhydraten –> Glucose (Glycogenese)
Vetzuren –> Triglyceriden (lipogenese)
Koolhydraten –> Triglyceriden (Liponeogenese)
Katabole toestand
Effect van de maaltijd is uitgewerkt
Metabolische reacties leiden tot het vrijmaken van energie
Glucose en vrije vetzuren worden gebruikt als brandstof (oxidatie)
Katabole reacties, benoem substraat, product en proces
Eiwit –> aminozuren (Proteolyse)
Amino zuren –> glucose (Gluconeogenese)
Glycogeen –> glucose (Glycogenolyse)
Triglyceriden –> vetzuren (Lipolyse)
Volgorde van gebruik van energiebronnen in katabole toestand
Glycogeen
- Glycogenolyse
Vet
- Vetzuren ontstaan die in lever dmv ketogenese omgezet worden in ketonen
Eiwitten
- Komen aminozuren vrij die gebruikt worden voor gluconeogenese in de lever
Welke stoffen worden gebruikt door het CZS en welke juist niet?
CZS - Glucose - Ketonen Niet CZS - Vetzuren - Ketonen
Welke 3 substraten worden gebruikt voor glyconeogenese en waar komen deze vandaan?
Aminozuren uit eiwitten
Glycerol komt vrij bij triglyceride afbraak
Pyruvaat-lactaat uit spier glycogeen
Hormonen bij anabole en katabole toestand
Anabole toestand - Insuline Katabole toestand - Glucagon - Adrenaline - Noradrenaline - Cortisol - Groeihormoon - Schildklierhormoon
Insuline; stimuleert en remt?
Stimuleert: - Glucose opname in cellen van spieren, vet en lever - Glycolyse - Glycogeen synthese - Eiwitsynthese - Lipogenese - Opname ionen (K+ en PO43-) Remt: - Glycogenolyse - Gluconeogenese - Lipolyse - Proteolyse - Ketogenese
Glucagon stimuleert wat? En wat doen de andere katabole hormonen?
Glycogenolyse Lipolyse Proteolyse Ketogenese Andere katabole hormonen zijn Adrenaline, noradrenaline, cortisol, groeihormoon en schildklierhormoon - Counterregulatory hormones - Werken insuline tegen
Cortisol en catecholaminen
Catecholaminen –> adrenaline en noradrenaline
Contraregularende hormonen en Stress hormonen
Bijnier lagen en wat maken deze
Cortex
- Zona glomerulosa: Mineralocorticoiden –> aldosteron
- Zona fasciculata: Glucocorticoiden –> cortisol
- Zona reticularis: sekshormonen –> testosteron
Medulla
- Catecholamines