Week 2 ZO's/VO's

Question 1

Noem 3 endogene bronnen van DNA-schade

Answer 1

1. Spontane instabiliteit
2. Reactieve metabolieten
3. Replicatiefouten

Question 2

Noem 3 exogene bronnen van DNA schade

Answer 2

1. Omgeving
2. Voeding en ademhaling
3. Medische (iatrogeen) handelen

Question 3

Wat zijn indirecte carcinogenen?

Answer 3

Worden in het ER van de lever omgezet tot oplosbaar en worden door de nier uitgescheiden. Dit leidt echter tot activatie van de carcinogene activiteit

Question 4

Wat onderscheidt de interfase & profase?

Answer 4

Begin chromosoomcondensatie

Question 5

Wat onderscheidt de profase & prometafase?

Answer 5

Verdwijning van de kernmembraan

Question 6

Wat onderscheidt de prometafase & metafase?

Answer 6

Regelmatige ordening van de chromosomen in het equatoriale vlak

Question 7

Wat onderscheidt de metafase & de anafase?

Answer 7

Migratie van chromatiden naar de polen

Question 8

Wat onderscheidt de anafase & de telofase?

Answer 8

Aanvang van de chromosoomcondensatie, terugkeer van het kernmembraan, samentrekking contractiele ring

Question 9

Wat onderscheidt de telofase & de interfase?

Answer 9

Voltooiing van de decondensatie, terugkeer naar normale celvorm

Question 10

Wat is het nut van microtubuli?

Answer 10

Ze zijn een essentieel onderdeel van de centriolen/centrosomen en de spoeldraden. Ze controleren de beweging van de chormosomen tijdens de mitose

Question 11

Wat is het nut van actine filamenten?

Answer 11

Ze zorgen voor vormverandering van de cel tijdens mitose, zoals het opbollen van de cel. Ze verankeren de beide polen aan het plasmamembraan en vormen samen met myosine de contractiering, die zorgt voor de splitsing van cellen.