Week 2 Blok 2 Flashcards
Vanuit welke cellen worden zaadbuisjes gevormd
(tubili seminiferi) sertoli cellen
Alle stadia van zaadcellen
Primordiale geslachtscellen-> spermatoginiale stamcellen-> primaire en secundaire spermatogocyten-> postmeiotische spermatiden-> rijpe zaadcellen
De vroegste stadia van stamcellen
oögonia-> oöcyten-> primordiale follikels (omringd door granulosa cellen)-> diploteen statium
De 2 onderdelen van een zaadcel en de inhoud daarvan
De kop met DNA (ingepakt met protamines) met daarop het arcosoom met enzymen belangrijk voor bevruchting, en de flagel met mitochondriën
Eicellen voor ovulatie
primaire follikel omringt door granulosa en theca-cellen die zone pellucia vormen en de antrum
Verdere beloop van eicellen vanaf de puberteit
Vanaf de puberteit de meiose verder onder invloed van LH en FSH
Gevolgen diploteen statium
Vooraad oöcyten beperkt, en oöcyten verouderen
Wat gebeurt er bij de eerste meiotische deling bij eicellen
Vlak voor de ovulatie waar 1 reipe eicel en 4 poolichaampjes ontstaan
Wanneer wordt de 2e mitotische deling weer opgeheven
Bij de bevruchting
Wat is capacitatie
Verandering die de zaadcel doormaakt door middel van enzymen om de eicel te bevruchten
Hoe kan er maar 1 zaadcel tegelijk de eicel binnen
zona reactie door de corticale granula-> verhoogde calcium concentratie-> 2e mitotische deling gaat door
Verschil IVF met ICSI
Bij IVF komen de zaadcel en eicel natuurlijk samen bij ICSI niet
Wat is compactie en wat is het gevolg
Proces waarbij blastomeren dichter tegen elkaar aan komen te liggen (mogelijk door adherends junctions)-> gapjunctions-> celdifferentiatie
Verschil trofoblast, blastocoel, embryoblast
buitenste laag cellen dat de placenta wordt, met vloeistof gevulde holte in de blastocyst, vormt de embyro
Wat zijn de 4 verschillende potenties van cellen
Toti(alles)-pluri(alles behalve extra-embryonale weefsels)-multi(1 weefsel)-uni(1 celtype)-
Vroegste stadia van een embryo
Zygote(een-cellig)-morula(na eerst paar delingen)-blastocyst (na 4-5 dagen)(wordt soms gekweekt)-> gastrula (na innesteling)
Wat is iPSCs (geinduceerde pluripotente stamcellen)
gedifferentieerde cellen die terug kunnen worden gebracht naar multipotente status door Yamanaka factoren
Wat zijn tyrosine kinase receptoren (RTK)
Enzym gekoppelde receptoren aan de cytoplasma kant van de receptor dat eiwitten kan fosforyleren-> actief maken (speelt vaak een rol bij kanker)
Wat is de functie van het RAS-eiwit
Als het via een RTK wordt geactiveert kan het andere eiwitten fosforlyeren wat zorgt voor activatie van transcriptiefactoren
Wat zijn WNT-eiwitten
Signaalmoleculen die stamcellen aanzetten tot proliferatie-> als ze binden aan receptoren kunnen ze signaalroutes aanzetten die genexpressie bevorderen-> B-catenine wordt niet gebonden
Wat is een ligand
Molecuul wat bindt aan een receptor-> signaaloverdracht
Wat zijn de namen en functies van alle secretoire cellen in de darmen
Goblet: slijmlaag, Paneth: hulp ICS, chemosensorische tuftcellen: immuunreacties, enteroendocrine: hormonen
Wat is het verschil tussen en RTK en cytosine receptor
Een cytosine receptor heeft een kinase-activiteit van buitenaf nodig zoals JAK2
Hoe heten stamcellen van de darm
intestinale stamcellen (ISC’s)
Wat gebeurd er bij een mutatie in het JAK2 tyrosine kinase eiwit
Er kan worden gefosfolyeerd zonder een signaal
Wat is anoikis
voorgeprogrammeerde celdood waardoor alle cellen in een paar dagen worden vervangen met uitzondering van paneth-cellen
Welke 3 mechanismen zijn belangrijk voor celdifferentiatie
Cel-cel signalering, transcriptiefactoren, epigenetica (histon en DNA-methylering)
Verschil neoplasie en niet-neoplasie
Neoplasie is kwaadaardig of goedaardig en een niet-neoplasie is een ontsteking en reactief
Wat zijn de namen van de maligne neoplasiën van het epitheel, weke delen en bloed
Carcinoom, sarcoom, lymfoom (leukemie)
Alle histologische kankers
Leren!!
Welke hulpverleners zijn allemaal betrokken in het eerste jaar bij een kind met syndroom van down
Kinderarts, KNO, oog, logopedist, fysiotherapeut
Veel voorkomende kenmerken trisomie 21 (12)
Epicanthusplooi, upslant ogen, vlak gelaat, lage oren, nekplooi, Protrusie van de tong/macroglossie, sandal gap, 4-vingerlijn, clinodactyli, brushfields spots, hypotonie
Belangrijkste aandoeningen syndroom van down (9)
Hartafwijking (AVSD), congentinale maag-darm afwijkingen (ziekte van Hirschsprung of duodenumatresie), aandoeningen van het KN)-gebied en longen (uiterlijke kenmerken en OSAS), grotere kans op gehoorproblemen en oogafwijkingen, othopedische problemen (hypermobiliteit en hyperlaxiteit-> anto axiale instabiliteit, heupdisplasie, scoliose), verhoogde kans autoimuunziekte (coeliakie en schildklierafwijkingen), vaker diabetes type 1, frequente bovenste luchtweginfecties, leukemie (beter te behandelen)
Axiaal/transversaal
Boven en onderkant
Coronaal/frontaal
Voor en achter
Sagitaal
Links rechts
Posterior/ Dorsaal
Naar de achterkant gericht
Anterior/ Ventraal
Naar voorkant gericht
Superior / Craniaal
Naar hoofd gericht
Inferior/ Caudaal
Naar voeten gericht
Mediaal
Naar midden van lichaam
Lateraal
Naar buitenkant van lichaam
Proximaal
Dichterbij het aanhechtingspunt van een ledemaat
Distaal
Verder van het aanhechtingspunt van een ledemaat
PA (Posterior-Anterior)
Straling gaat van achter naar voor door het lichaam
AP (Anterior-Posterior)
Straling gaat van voor naar achter door het lichaam
Lateraal
Zijaanzicht
Oblique
Schuine doorsnede/vlak
Contralateraal
Aan de andere zijde van het lichaam
Alles over de röntgenfoto
Verschillende weefsels absorberen de straling in verschillende mate; bot→ wit, lucht→ zwart, rest→ grijs. Voordelen: goedkoop, snel. Nadelen: straling slecht, kan niet lichaam in kijken, organen worden over elkaar heen geprojecteerd. De cor-thorax-verhouding moet >0,5 zijn
Alles over een CT-scan
CT-scan: met röntgenstraling dwarsdoorsnedes van het lichaam. Voordelen: snel, veel detail. Nadelen: hogere stralingsdoses, minder geschikt voor weke delen contrast, mogelijke bijwerkingen van jodiumhoudende contrastmiddelen (om meer contrast te hebben; blanco, arterieel, veneus)
Ipsilateraal
Aan dezelfde zijde van het lichaam
Alles over een MRI
Met sterkt magneetveld, er zijn verschillenden sequenties (T1; vet wit en vloeistof zwart, T2; vloeistof wit) en contrastmiddelen. Kan niet met metale implantaten, geen metalen objecten in de kamer, magneetveld staat altijd aan. Voordelen: geen straling, goed voor weke delen. Nadelen; duurt lang, kost veel.
Alles over echografie
geluidsgolven, verschillende concepten; B-mode (vloeistoffen zwart, de rest wit), doppler echografie (bloedstroomsnelheid, kleurendoppler, 3D en 4D. Voordelen: geen straling, real time, goedkoop. Nadelen: afhankelijk van vaardigheden, beperkte visualisatie, lichaamsbouw telt mee.
Wat zijn de 4 lagen van het colon
Mecosa, submecosa, muscularis propria, serosa
Wat is het mucosa
Bevat veel crypten bedekt met slijmbekercellen-> bescherming en transport
Wat is het submucosa
Bindweefsel met bloedvaten, lymfevaten en zenuwvezels-> voedingsstoffen en doorbloeding
Wat is het muscularis propia
Laag spieren verantwoordelijk voor peristaltische bewegingen
Wat is het serosa
Bestaat uit bindweefsel
Wat doen clubcellen in de bronchiolen
Scheiden glycoaminosycaden en surfacant af ter bescherming
Hypertrofie
Vergroting-> toegnomen workload
Atrofie
Verkleining of vermindering
Metaplasie
Verandering van celtype door veranderde omgeving
Hyperplasie
Vermeerdering-> hormonen/groeifactoren
Dysplasie
Ander weefseltype
Wat is een carcinoma in situ
Abnormale cellen behouden zich tot het normale weefsel zonder het basaalmembraan te verbreken
Ectopie
Weefsel zit op de verkeerde plaats