Blok 3 Week 6 Flashcards
Basal metabolic rate (BMR)
de stofwisseling die nodig is om de minimale hoeveelheid energie te leveren die noodzakelijk is voor primaire levensprocessen van een organisme,
Adaptieve thermogenese
maken van warmte-> dieëtieve geinduceerde warmte (DIT)
Wat voor een effect heeft afvallen op het basaalmetabolisme
omlaag want minder lichaamsgewicht-> bij meer afvallen weer minder energieinname
waar vindt atp gebruik plaats
in celkern en cytosol
Wat is de ATP-turnover
STP-synthese en verbruik
Waar vindt atp aanmaak plaats en met wat
cytosol en mitochondriën, met creatine fosfaat of er ontstaat melkzuur, aeroob is beter maar langzamer
Wat is de ATP opbrengst bij glucose en glycogeen en vet
anaeroob: 2;3. Aeroob: 32;33;106
Wat doet de malaat aspiraat shuttle en glycerol-3-fosfaat shuttle
membraaneiwit dat elektronen in NADH van het cytosol naar het mitochondrion, niet bij spieren, oxalaat kan worden opgezet in malaat en aspiraat, Bij spieren: glycerol-3-fosfaat shuttle→ elektronen komen niet op NADH maar op FAD terecht dus minder energie
Pyruvaat oxydatie in mitochondriën
elektronen afnemen en naar FAD en NADH, door vetzuur oxydatie zijn er nog meer NDH en FADH2, dit samen is de citroenzuurcyclus
Wat is de protiën motive force
energie van protonengradiënt en membraanpotentiaal-> drijvende kracht van atp-synthese
Hoeveel protonen heb je nodig om ATP te maken
4
Wat is de snelheidbepalende factor van de mitochondriale ademhaling
ADP in mitochondriale matrix
Wat gebeurt er met ADP als bij het creatinefosfaat de ATP op is
omgezet in ATP en AMD (adenylaat kinase reactie), hierdoor komt de glycolyse en glycogenoslyse op gang, ook zorgt het voor meer aanbod van glucose 6-fosfaat, verder wordt pyruvaat weggenomen en lactaat ontstaat wat dus komt door versnelling van glycolyse, AMP leidt uiteindelijk tot vasodilatie
Waarom kan Remming van de vetzuuroxidatie gunstig zijn voor zuurstofgebrek in de hartspier
glycolse oxidatie wat meer O2 levert
Glycolyse
van glucose naar pyruvaat, pyruvaat wordt zonder zuurstof lactaat en met zuurstof Acetyl-CoA
Glycogenolyse
van glycogeen naar glucose-6-fosfaat
Glycogenese
vorming van glycogeen vanuit glucose door insuline
Vetzuursynthese
Vetzuren worden via lipogense omgezet in triagylglycerol
Lipolyse
vet wordt weer vetzuur en uit eindelijk Acethyl-CoA
Ketongenese
ketonlichamen worden toegevoed als Acethyl in de citroenzuur cyclus niet snel genoeg wordt geoxideerd, omgekeerd is ketolyse
gluconeogenese
glucose wordt gevormd vanuit andere moleculen, de belangrijkste route is van pyruvaat-> glucose-6-fosfaat-> glucose, pyruvaat kan komen van lactaat of alanine
Waar haalt je lichaam energie vandaan na meer dan 8 uur vasten en waarom kan spierglycogeen niet direct bijdragen aan de lage bloedsuikerspiegel
minder uit glucose want de bloedsuikerspiegel is erg gedaalt en meer uit ketonen en vetzuren, 1. spieren hebben geen glucose-6-fosfatase om glucose uit glucose-6-fosfaat te maken. 2. spiercellen kunnen alleen glucose-6-fosfaat zelf gebruiken en niet afgeven aan de bloedbaan, spieren kunnen wel lactaat en alanine afgeven wat de lever om kan zetten in glucose
Cori-cyclus
- metabolische kringloop die lactaat, geproduceerd door spiercellen (en erythrocyten), recycleert naar glucose in de lever. Het proces zorgt ervoor dat lactaat, dat ontstaat tijdens anaerobe glycolyse, wordt omgezet in glucose via gluconeogenese in de lever. Deze glucose kan vervolgens terugkeren naar de spieren als energiebron.
In de gevoede toestand vindt de cyclus niet plaats omdat:
- Lactaatproductie minimaal is door voldoende zuurstoftoevoer.
- Energie direct uit voeding beschikbaar is.
- De lever zich richt op glucoseopslag (glycogeensynthese) in plaats van glucoseproductie (gluconeogenese).
B-oxidatie
stap in de vetzuuroxidatie, proces waarbij vetzuren in de mitochondriën (en soms peroxisomen) worden afgebroken om energie te leveren. Tijdens β-oxidatie worden vetzuren stap voor stap afgebroken tot acetyl-CoA, dat vervolgens de citroenzuurcyclus (Krebs-cyclus) binnengaat en ATP oplevert via oxidatieve fosforylering., vetzuren moeten wel eerst geactiveerd worden wat ATP kost. CPT-1 is het sleutelenzym van de vetzuur oxidatie
Fenylketonurie (PKU)
s een aangeboren metabole aandoening waarbij het lichaam het aminozuur fenylalanine niet goed kan afbreken. Dit komt door een defect in het enzym fenylalaninehydroxylase (PAH), dat normaal gesproken fenylalanine omzet in tyrosine. Als gevolg daarvan hoopt fenylalanine zich op in het bloed, wat schadelijk kan zijn, vooral voor de hersenen-> fenylaline-arm dieet
Wat doet mTOR
sleutelrol in de regulatie van eiwitsynthese-> bij activatie versneld de eiwit synthese en worden meer aminozuren beschikbaar gemaakt
Transaminatie
overdracht van een aminogroep van een amnozuur naar ketozuur
Oxaalacetaat
Energieproductie: Start en onderhoudt de citroenzuurcyclus.
Gluconeogenese: Vormt de basis voor glucoseproductie.
Aminozuurmetabolisme: Fungeert als een voorloper voor aminozuursynthese.
Vetzuurmetabolisme: Reguleert acetyl-CoA-gebruik voor energie of opslag.
Wat is de connectie tussen leptine en obesitas
Leptine remt de eetlust, door mutaties kan dit worden uitgeschakeld
Verschil tussen wit en bruin vet
wit: langdurig opslaan voor energie, bruin: verbranding van eten voor warmte
Grehline
versterkt hongergevoel-> verhoogd na gewichtsverlies