week 11 Flashcards
een metselaar
un maçon
een slappe lach hebben
avoir un fou-rire
een magazijn
un entrepot
de gretigheid
la cupidité
onrechtvaardigheid
inique
beslag leggen op
s’accaparer
vijandig/afkerig van
hostile
de doodstrijd
l’agonie
op sterven liggen
être à l’agonie
een veld
un champs
een eindexamen
un bac + 3 (un licence)
un bac + 5 (un master)
zich ontplooien/ontkiemen
s’épanouir
gierig zijn
être radin/rat
de monopolie hebben
avoir le monopolie
hij neemt constant het woord
il monopolise la parole
in zijn levensonderhoud voorzien
subvenir à ses besoins
op korte/lang termijn
à court/long terme
een toespraak houden
faire un discours
uitstekend zijn
être au beau fixe
verzamelen
rassembler
verscheurend/meedogenloos/vreselijk sterk
féroce
een verscheurend dier
un animal féroce
een meedogenloze leraar
un professeur féroce
vreselijk sterke zin hebben om iets te doen
avoir une féroce envie de faire ···
De betrekkingen tussen de Europese Unie en Chili zijn op dit moment uitstekend.
Les relations entre l’Union européenne et le Chili sont au beau fixe.
doelen bereiken
atteindre des objectifs
werknemers aanwerven/in dienst nemen
embaucher
documenten typen op de computer
taper des documents sur l’ordinateur
het kopiermachine
la photocopieuse
een fotokopie maken
faire un photocopie
de papieren aan elkaar bevestigen door paperclips
attacher des papiers par de trombones
een afspraak noteren in de agenda
noter un rendez-vous sur l’agenda
een memo weergeven op een prikbord/mededelingsbord
afficher une note de service sur le tableau d’affichage
Het lukt me niet om haar te bereiken op haar gsm
‘e n’arrive pas à la joindre sur son téléphone mobile
de e-mail
un courrier (électronique)
de agenda aanpassen van de volgende bijeenkomst
modifier l’ordre du jour de la prochaine réunion
plakband
du scotch
documenten in een (dossier)map doen
mettre des documents dans une chemise
een vakkenkast (endroit où l’on range des choses)
un casier
een flessenrek
un casier à bouteilles
een schaar
des ciseaux
het nietmachine
la agrafeuse