Week 1 - Hc. 8: Perfusie verhoudingen Flashcards
Anatomische dode ruimte
Luchtwegen en bronchiën: vindt geen gaswisseling plaats
Fysiologische dode ruimte
Dode anatomische ruimte + dode alveolaire ruimte
Alveolaire dode ruimte
Alveoli waar geen gaswisseling plaats vindt
Shunt
- mismatch tussen ventilatie en perfusie
- Waarbij er wel perfusie is, zonder ventilatie
- Fractie niet-geoxygeneerd bloed
Dode ruimte ventilatie
- Mismatch tussen ventilatie en perfusie
- Waarbij er wel ventilatie is, zonder perfusie
- Onvoldoende oxygenatie van het bloed in wel geventileerde delen
- Geeft CO2 probleem
Ventilatie en perfusie verschillen in de longen
Door het eigen gewicht van de long is de ruimte bovenin de longen groter gerekt. De alveoli zijn in de top groter dan in de basis. De ventilatie is onderin daarom groter dan bovenin de long, omdat de onderste longblaasjes meer kunnen uitzetten. De perfusie is onderin de long ook het grootst door hydrostatische verschillen tussen boven- en onderin de long
Saturatie van Hb bovenin de long
Is lager dan onderin. Omdat de V’/Q’ bovenin groter is dan 1 en onderin kleiner dan 1. Bovenin is er meer aanbod van zuurstof, maar minder afvoer van zuurstof door het bloed
Spontane ademhaling bij liggen
De buikinhoud gaat naar de rugzijde en wordt het diafragma omhoog geduwd. Als je dan inademt gaat het diafragma naar beneden, de meeste ventilatie gaat dan naar de rugzijde. Aan de rugzijde kun je het diafragma het meest verplaatsen, de alveoli gaan daar het meest open en de meeste ventilatie stroomt daar naartoe.
Beademing
Het diafragma verslapt door verdoving en wordt aan de rugzijde opgeduwd door de buikinhoud. De meeste ventilatie gaat dan naar de buikzijde omdat daar de minste weerstand is. De meeste perfusie blijft aan de rugzijde dus er kunnen verstoringen optreden in de ventilatie/perfusie verhouding