Week 1 - Hc. 1: Longvolumes en ventilatie karakteristieken Flashcards
Drie processen van gastransport
- Ventilatie
- Diffusie
- Perfusie
Gastransport verloop
De lucht in de alveoli wordt ververst door ventilatie. Vervolgens wordt door diffusie O2 en CO2 uitgewisseld met de capillairen. Het grootste deel van de opgenomen zuurstof bindt aan hemoglobine en wordt op die manier naar de weefsels vervoerd. Dit is de perfusie
Dynamische en statische longvolumes
Statische gegeven - Hoeveel kan er in
Dynamische gegeven - Hoe snel kan het er uit/in
Spirometer
Wordt gebruikt voor het bepalen van longvolumes en bestaat uit een waterbad met daarin een omgekeerde lichte plastic kolk/emmer. De patiënt is via dikke stofzuigerslagen en een driewegkraan op het inwendige deel van de spirometerkolk aangesloten. De kolk gaat omlaag als de patiënt inademt. Als de patiënt uitblaast, gaat de kolk omhoog. Een schrijfpen is gekoppeld aan de klok/emmer en beweegt mee. Als de klok omhoog gaat, gaat het schrijvertje omlaag.
Teugvolume
Vt: gemiddelde ademdiepte bij rustige ademhaling. De bovengrens is het normale inademingsniveau en de ondergrens is het normale uitademingsniveau
Ademfrequentie
AF: het aantal ademhalingen per minuut
Ademminuutvolume
AMF of V’e = Vt x AF: het aantal liter dat per minuut wordt ingeademd.
Expiratoire reserve volume
ERV: De hoeveelheid lucht beneden het normale uitademingsniveau na maximaal uitblazen
Inspiratoire reserve volume
IRV: De hoeveelheid lucht boven het normale inademingsniveau na maximaal indemen
Residueel volume
RV: de hoeveelheid lucht die zich nog in de longen bevindt na maximaal te hebben uitgeademd
Functionele residuele capaciteit
FRC = ERV + RV: het volume onder het normale uitademingsniveau tot het nul niveau
Inspiratoire vitale capaciteit
IVC = IRV + Vt + ERV: het maximale volume wat in te ademen is na maximaal uitademen
Expiratoire vitale capaciteit
EVC = IRV + Vt + ERV: Hetzelfde volume als IVC, alleen wordt hier eerst maximaal ingeademd en vervolgens maximaal uitgeademd.
Totale longcapaciteit
TLC: het volume wanneer de longen maximaal gevuld zijn, dus na maximale inademing
Forced expiratory volume 1
FEV1: hoeveel liter de patiënt met maximale inspanning de eerste seconde kan expireren. De FEV1 kan info geven over de mate van obstructie van de luchtwegen. Als iemand een obstructie heeft en dus kleinere luchtwegen heeft; dat laat zien dat de patiënt minder lucht kan uitademen in 1 seconde.
Forced inspiratory volume 1
FIV1: hoeveel liter de patiënt, beginnende bij maximale uitademing met maximale inspanning de eerste seconde kan inspireren.