Week 1: Hc. 4: Gasdiffusie Flashcards

1
Q

Diffusie

A

een passief proces onder invloed van verschillen in partiële drukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 verschillende vormen van transport in de longen

A
  • Ventilatie: hoeveelheid lucht die in- en uit de long gaat
  • Diffusie: Proces waarbij O2 en CO2 de bloedbaan in en uit diffunderen in de alveoli
  • Perfusie: zegt iets over hoe goed de long doorbloed is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wet van Fick

A

Zegt dat het zuurstoftransport (V’O2) afhankelijk is van het oppervlakte, membraan dikte, diffusie constante en het drukverschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

DO2

A

Diffusie constante. Is evenredig met de oplosbaarheid en omgekeerd evenredig met de moleculaire massa van het gas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diffusiecapaciteit

A

DL = A/T x D. Kenmerkend voor het functioneren van de longen en wordt bepaald en gebruikt bij metingen aan de longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zuurstofspanning verandering in rust

A

In rust zijn de zuurstofspanningen al na een kwart seconde aan elkaar gelijk. De overige halve seconde kan gezien worden als een reserve, die bijvoorbeeld gebruikt kan worden voor patiënten met een diffusiestoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diffusiecapaciteit meten

A

Kan berekend worden door gebruik te maken van CO. CO bindt net als O2 aan Hb maar veel sterker, hierdoor wordt dit vrijwel gelijk weggevangen. De capillaire druk van dit gas blijft daarom gelijk aan nul.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Formule Wet van Fick

A

V’O = (opp/dikte) x DO2 x (Palv - Pcap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Single breath methode:

A

Gebruikt om diffusiecapaciteit te meten. De patiënt neemt een diepe teug ui een zak met een gasmengsel (CO en helium). Vervolgens houdt hij zijn adem vast en blaast uit. Bij gezonde personen verdwijnt ~2/3 van de CO.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

KCO

A

Diffusiecapaciteit (DLCO) / Totale alveolaire volume (Va)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorwaarden diffusiemeting

A
  • Patiënt moet rechtop zitten
  • Mag voor de meting niet hebben ingespannen
  • Afgelopen 20 min geen extra O2
  • Idealiter 12 uur niet gerookt
  • Recent hemoglobineconcentratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hb gehalte bij diffusiemeting

A

Bij minder Hb kan er minder CO worden opgenomen. Daarom wordt de diffusiecapaciteit vaak ook nog gecorrigeerd voor het Hb-gehalte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

KCOc

A

De gecorrigeerde diffusiecapaciteit voor volume en hemoglobinegehalte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Factoren van belang bij interpretatie van diffusiemeting

A
  • CO backpressure
  • O2 beinvloed reactiesnelheid CO met Hb.
  • Inspanning: geeft verhoogde capillaire bloedvolume Vc -> geeft verhoogde diffusiecapaciteit
  • Hb concentratie afwijkend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

KCO

A

Krogh factor = TLCO/VA. Zegt voornamelijk iets over de dikte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

TLCO

A

Zegt iets over het oppervlakte en de dikte van het membraan. De oppervlakte is gekoppeld aan het volume waarop gemeten is.