Week 1 colleges Flashcards
Geef 7 redenen waarom mensen onderling uniek zijn in hun DNA
- SNP’s (single nucleotide polymorphisms)
- Diploïd genoom (2 setjes chromosomen)
- Recombinantie (meiotisch)
- CNV’s (copy number variation)
- Inversies
- Repeats
- Epigenetica
Wat is een indel in het DNA?
een insertie/deletie. Op heel veel plekken in het DNA maakt dit niks uit, een kleine variatie zorgt niet meteen voor ziekte maar voor variatie tussen mensen.
Noem 5 mogelijkheden waarop chromosomale overerving mis kan gaan
- Translocatie (hele stukken worden omgewisseld)
- Inversie (2 stukjes worden door elkaar gehussels)
- Deletie
- Aneuploïdie
- Afwijkingen in aantal
Wat houdt somatische verandering/mosaïcisme in? Hoe ontstaat dit?
- Somatisch: ook wel mosaicisme. Niet elke cel van het lichaam is gelijk
- Tijdens ontwikkeling ontwikkelen bepaalde cellijnen wel en sommige niet normaal. Hoe vroeg in de embryonale ontwikkeling dit gebeurt bepaalt de ernst van de aandoening
- Vaak zijn dit ernstige afwijkingen, er is er dus geen nageslacht
- Niet erfelijk voor ouders (dus kans dat broertjes of zusjes het krijgen vrijwel nihiel), mogelijk wel erfelijk voor nageslacht kind
Wat houdt bij Mendeliaanse overerving verlaagde penetrantie in? Kun je een voorbeeld noemen?
- Ouders hebben wel aanleg, maar niet bij iedereen is er altijd uiting
- Sommige mensen krijgen nooit problemen, soms is het leeftijdsafhankelijk (bijv bij dementie, hogere penetrantie bij hogere leeftijd)
- Denk aan bijvoorbeeld Lynch syndroom. Er is niet één erfelijke eigenschap. Het maakt uit welke je doorkrijgt wat je risico is. MLH1 is bijvoorbeeld gevaarlijker van PMS2
- Genetische (locus) heterogeniteit: 4 genen veroorzaken vergelijkbaar fenotype
- Wisselende expressie: leeftijd van presentatie/type kanker
Hoe herken je een autosomaal recessieve overerving?
Vaak 1 generatie aangedaan, behalve bij consanguine ouders
Wat is de meest voorkomende recessieve ziekte? Welke getallen horen hierbij?
- CF
- 1/30 Europeanen is CFTR-mutatie drager
- Kans op 2 dragers: 1/30*1/30 = 1/900
- Kans 1/4 dat kind CF krijgt = 1/3600
Waarom zijn vrouwen minder aangedaan wanneer ze een afwijken X-chromosoom hebben?
Eigenlijk zijn vrouwen in alle cellen mozaïek voor het X-chromosoom. In elke cel wordt willekeurig 1 van die 2 uitgeschakeld. Dit zorgt voor verschillen tussen cellen
Noem een X-linked recessieve aandoening. Hoe uiten deze zich?
Duchenne. Alleen mannen aangedaan, geen overerving van man op man
Hoe zie je uit overerving dat er sprake is van een X-linked dominantie overerving?
- Bij aangedane vader: dochters allemaal wel aangedaan, zoons juist niet
- Bij aangedane moeder: voor elk kind 50% kans
Waarom zie je soms dat bij X-linked dominante overerving alleen vrouwen zijn aangedaan?
Zij hebben nog een reserve X-chromosoom, bij mannen is het dan lethaal
Hoe werken repeat expansie ziekten?
Een repeat kan steeds meer voorkomen. Hoe vaker deze achter elkaar voorkomt, hoe gevaarlijker.
Premutatie dragers hebben meer repeats, maar nog geen ziekte. De volgende generatie heeft dan de grens bereikt en heeft teveel repeats, waardoor de ziekte tot uiting komt.
Een voorbeerld is het fragiele X syndroom
Waardoor wordt de ernst van mitochondriële overerving bepaald?
Door heteroplasmie
Heteroplasmie verwijst naar de variatie in het aantal en type mitochondriën binnen een cel of tussen cellen in hetzelfde organisme
In de context van mitochondriële overerving betekent dit dat:
1. De ernst van een mitochondriële aandoening kan variëren, zelfs binnen één familie
2. Niet alle cellen of weefsels in een persoon evenveel aangedaan hoeven te zijn
3. De mate van heteroplasmie kan invloed hebben op de expressie van de aandoening in verschillende individuen
Dit verklaart waarom beide seksen aangedaan kunnen zijn bij mitochondriële aandoeningen, maar de ernst en manifestatie kunnen variëren.
Wat houdt imprinting/erfelijke epigenetica in?
Dit houdt in dat een kind een gen dubbel heeft gekregen van één ouder, en niet van de ander.
Noem 2 soorten ziektes die worden veroorzaakt door imprinting/erfelijk epigenetica en door welke ouder deze komen en wat ze kenmerken
- Silver-Russel syndroom
- Kleine lengte
- Dun
- Failure to thrive
- Maternale UPD11
- Beckwith-Wiedemann syndroom
- Groot
- Grote tong
- Omphalocele
- Risico op tumoren
- Paternale UPD11
Wat houdt complexe/multifactoriële overerving in?
Dit houdt in dat meerdere factoren een rol spelen in de overerving. Niet alleen genetica, maar ook invloeden van buitenaf. Hoe meer monogenetisch een kenmerk is, hoe groter de effect size van dit kenmerk en de kans dat je een aandoening hebt als je het kenmerk hebt.
Hoe wordt getest hoe zeldzaam een SNP is?
Met genome wide association studies
Hoe wordt bepaald hoe groot de invloed van nature of juist nurture is?
Met tweelingstudies
Wat betekenen de volgende termen:
- Subfertiliteit
- Infertiliteit
- Fecundity
- Vruchtbaarheid of fertiliteit is het vermogen van een organisme om zich geslachtelijk voort te planten
- Subfertiliteit = verminderde fertiliteit
- Vaak probleem van het paar
- Infertiliteit = absoluut onvermogen
- Azoöspermie
- Anovulatie
- Afsluiting tubae falopii
- Fecundity = vermogen om levend nageslacht te krijgen
Hoe veel % van de menselijke zwangerschappen eindigen in een ‘vroege’ miskraam? En hoe veel in een ‘merkbare’ miskraam?
Vroeg: 30-40%
merkbaar: 14%
Noem een aantal leefstijlzaken met negatieve invloed op de fertiliteit
- Overgewicht (per te hoge BMI punt daalt zwangerschapskans lineair met 4%)
- Roken
- Alcohol
- Koffie
Beschrijf de hormonale cyclus van de vrouw en wat er gebeurt
- FSH, hierdoor follikelontwikkeling
- Oestrogeen stijgt, hierdoor negatieve feedback, waardoor FSH daalt
- Follikel matureert, hoge productie oestrogeen, door positieve feedback LH piek
- Ovulatie, hierdoor corpus luteum, progestron komt vrij
- Progesteron zorgt voor differentiatie endometrium, maar daling LH
- Door daling LH daling progesteron, hierdoor afbraak endometrium
- Vervolgens weer stijging FSH, hierdoor nieuwe cyclus
Hoe wordt tijdens de zwangerschap het endometrium in stand gehouden?
HCG neemt de functie van LH over
Noem 4 mogelijke klachten waar vrouwen mee kunnen komen als ze last hebben van een cyclusstoornis
- Hevige bloeding
- Onregelmatig
- Afwezigheid
- Pijnlijkheid
Noem 4 ‘organische’ redenen voor een cyclusstoornis
- Uterus myomatosus (fibroïden)
- Endometrium/cervix pathologie
- Stollingsafwijking
- Iatrogeen (antistolling, IUD)
Wat is de normale duur van een cyclus van een vrouw?
25-35 dagen
Hoe veel mL verliest een vrouw normaal tijdens de menses? Hoe lang hoort deze te duren?
max 80-120 ml, duur 3-6 dagen
Wat houdt oligomennoroe in?
Onregelmatig en minder frequente menstruaties
Wat houdt amenorroe in?
Afwezigheid van menstruatie, >4 maanden
Wat houdt hevig menstrueel bloedverlies in?
Regelmatige, maar langdurige en overvloedige menses, tot Hb ondermijnend
Wat houdt metorrhagie in? Waarom moet je alert zijn?
Bloedingen zonder cycluspatroon herkenbaar. Dit is belangrijk, gezien het op pathologie kan duiden
Wat is dysmenorrhoea?
Een pijnlijke menstruatie
Hoezo test je voor ovulatie liever op progesteron?
Dit wordt door een geel lichaam gemaakt, dan weet je zeker dat er ovulatie is geweest. LH is onhandig gezien de piek maar 1 dag is
Noem 2 redenen voor hyperandrogenisme in vrouwen
Te veel androgenen, of juist te weinig vrouwenhormonen
Wat vertellen de stadia van Tanner je?
Hier mee meet je de ontwikkeling van de secundaire vrouwelijke geslachtsorganen
Wat is secundaire amenorroe?
Dan heeft iemand eerder menstruatie gehad, maar is het nu al 4-6 maanden afwezig
Wat is primaire amenorroe? Welke 2 definities zijn er?
Wanneer het voorkomen van de menarche te laat is
1. Uitblijven menarche na 14e levensjaar bij afwezigheid van groei of ontwikkeling van secundaire vrouwelijke geslachtsorganen
2. Uitblijven menarche op 16e levensjaar bij aanwezigheid van secundaire vrouwelijke geslachtsorganen
Wat houdt een WHO I cyclusstoornis in? Wat zie je aan het FSH & LH en aan het estradiol?
FSH & LH: Laag
Estradiol: Laag
Er is hier een centraal probleem (hypofyse/hypothalamus)
Hoe herken je een WHO I cyclusstoornis?
Er is een amenorroe
Noem 3 oorzakelijke factoren voor een WHO I cyclusstoornis
- Hypothalamus aanleg/anatomisch probleem (trauma, tumor, Kallman-syndroom)
- Hypothalame functiestoornis (idiopathisch, stress)
- Hypofyse functiestoornis (aanleg, tumor)
Wat is een korte-termijn gevolg van een WHO I cyclusstoornis? En 2 lange-termijn gevolgen?
Korte termijn: infertiliteit/anovulatie
Lange termijn: osteoporose, cardiovasculaire complicaties
Noem 3 manieren om een WHO I cyclusstoornis te behandelen
- Cyclusherstel met hormonen, dit is ter preventie van osteoporose
- Stress/eetstoornis aanpakken
- Ovulatie herstellen met GnRH of gonadotrofines
Wat houdt een WHO II cyclusstoornis in? Wat zie je aan het FSH & LH en aan het estradiol?
Je meet geen veranderingen in de hormonen ,er is een probleem met de balans
Wat moet je bij een WHO II cyclusstoornis altijd uitsluiten?
Hyperprolactinemie door een micro (soms macro) adenoom
Hoe herken je hyperprolactinemie?
- Oestrogene derving verschijnselen zoaks vagina epitheel atrofie, dyspareuni, osteoporose
- Tepeluitvloed, waterig, bijderzijds, spontaan of bij milde compressie
- Laterale velden beperkt van gezichtsveld
Hoe behandel je hyperprolactinemie?
Met dopamine agonisten. Ovariële functie in binnen enkele weken weer hersteld
Noem 4 verschijnselen bij een WHO II cyclusstoornis
- Oligo- of amenorrhoe
- Overgewicht
- Hyperandrogenisme (hirutisme, acne, virilisatie)
- PCOS
Noem 2 korte termijn gevolgen van een WHO II cyclusstoornis
- Subfertiliteit/anovulatie
- Hyperandrogenisme
Noem 4 lange termijn gevolgen van een WHO II cyclusstoornis
- DM2
- Endometriumcarcinoom (endometrium blijft maar groeien)
- Cardiovasculaire aandoeningen
- Depressiviteit
Noem 3 soorten therapie voor een type II cyclusstoornis
- Overgewicht recuderen
- Cyclusherstel (vermindering hirutisme & preventie endometriumcarcinoom)
- Fertiliteit: ovulatieinductie middels gonadotrofinen
Onder welke soort cyclusstoornis valt PCOS? En de overgang?
PCOS: WHO II
Overgang: WHO III
Wat houdt een WHO III cyclusstoornis in? Wat zie je aan het FSH & LH en aan het estradiol?
FSH & LH: verhoogd
Oestradiol: laag
Wat is het verschijnsel bij een WHO III cyclusstoornis?
Amenorrhoe
Noem 3 redenen voor een WHO III cyclusstoornis
- Natuurlijke verouderin (menopause)
- Turner syndroom
- Iatrogeen (straling, chemotherapie)
Noem 3 lange termijn gevolgen van een WHO III cyclusstoornis
- Osteoporose
- Bijnierinsufficiëntie
- Cardiovasculaire complicaties
Noem 3 soorten therapie voor een WHO III cyclusstoornis
- Hormoonsubstitutie therapie
- Osteoporose beperken met: Oestradiol, biphosphonaten, lifestyle
- IVF/eiceldonatie voor fertiliteitsproblemen
Waar is tijdens de meiose chromosoomparing van afhankelijk? (2)
- Bouquet formation: homologe chromosomen vinden elkaar gezien ze even lang zijn
- Het maken van dubbelstrengs DNA breuken: zo kunnen de chromosomen aan elkaar plakken en ze laten pas los bij de deling
Hoe vinden X en Y elkaar toch als homologe chromosomen ook al zijn ze niet hetzelfde?
Ze lijken op elkaar in de pseudo-autosomale regio. Hier lijken ze net nog op elkaar. Ze komen alleen op dat kleine stukje bij elkaar
Noem 3 belangrijke aspecten van de meiose
- Homologe chromosomen moeten paren
- Crossovers worden gevormd
- Één haploïde set van chromosomen per dochtercel na meiose I
Welke cellen ondersteunen de spermatogenese?
De sterolicellen
Hoezo kan een man zijn hele leven spermacellen maken?
Stamcellen vormen nieuwe stamcellen
Wat gebeurt er met de genen die specifiek op de geslachtschromosomen staan tijdens de spermatogenese?
Deze hebben een kopie op een autosomaal gen. Hierdoor kan tijdens de meiotische deling, waar de X- en Y- chromosomen 2 weken uitstaan, alsnog glycolyse plaatsvinden. Dit is het autosomaal-testis specifiek gen
Waar gebruikt een spermacel acrosine voor?
Dit is nodig om de eicel te bereiken
Waar gebruikt een spermacel protamine voor?
hier wordt het DNA omheen gewikkeld als de kop van de zaadcel heel klein is. Dit is een histon-naar-protamine transitie
Waarin worden mRNA’s al in het spermatide stadium gemaakt? Hoe worden deze opgeslagen?
Omdat als de kop zo compact is, er geen plek is voor transcriptie. Ze worden opgeslagen als RNP-partikels
Wat is een potentieel nadeel van ronde spermatide injectie?
Hier is het DNA nog niet zo strak ingepakt, het is nog onduidelijk of dit gevolgen heeft voor de voortplanting
Wat houdt het diplotene arrest van de oöcyt in?
De oöcyt gaat niet verder dan het diplotene stadium van de profase. Het gaat pas verder als er ovulatie optreedt.
Welk arrest treedt op bij een oöcyt in de ovulatie en wordt opgeheven bij bevruchting?
Het metafase II arrest
Wanneer vormt het eerste poolichaampje van de oöcyt? En wanneer de tweede?
Eerste: bij de vorming van de oöcyt
Tweede: na bevruchting
Wat is het doel van een ongelijke deling bij oöcyten?
Dan krijgt één cel alle organellen en al het cytoplasma, om zo goed te kunnen voortplanten
Welke 4 gebeurtenissen vinden plaats tijdens de groei van een oöcyt?
- Tijdens de groei in de diplotene fase vindt synthese van maternaal mRNA en rRNA plaats voor de vroege embryonale fase -> voorraad materiaal voor de klievingsdelingen
- Vorming van zona pellucida
- Vorming gap junctions tussen granulosecellen van het follikels en de eicel
- De vorming van de corticale granula
Wat is de functie van de zona pellucida?
Deze wordt na bevruchting hard, hij dient ter voorkoming van polyspermie
Wat is het nut van gap junctions tussen de granulosacellen en de eicel?
Deze zorgen voor communicatie zodat de oöcyt niet te snel verder gaat ontwikkelen
Wat is de functie van de corticale granula?
Dit zijn blaasjes met enzymen die een rol spelen bij de bevruchting. Ze zitten net onder de zona pellucida, waarmee ze kunnen versmelten om zo polyspermie te voorkomen
Hoezo kan tijdens een LH piek een follikel opeens verder met de meiose?
LH zorgt voor verdwijning van de gap junctions, hierdoor kan meiotic inhibitory factor de oöcyt niet meer beïnvloeden en is er voortgang tot metafase II
Hoe wordt na bevruchting het arrest in metafase II opgeheven?
De calciumconcentratie neemt toe in de cel
Met welke normale checkpoints zijn het diploteenarrest en het metafase-II arrest in oöcyten te vergelijken?
Diploteenarrest: G2/M checkpoint
Metafase-II arrest: exit M checkpoint
Wat is de volgorde van de 5 cellen bij de spermatogenese? Bij welke momenten in de fase komen deze voor?
- Spermatogonium
- Primaire spermatocyt (na profase meiose I)
- Secundaire spermatocyt (na meiose I)
- Spermatide (na meiose II)
- Spermatozoa (na rijping en vorming staart)