WC05 - Reactiepatronen in het kader ontsteking en infectie I Flashcards

1
Q

Welke opties passen het best bij het beeld?

A

Zowel anemisch als icterisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke termen passen bij de buikhuid?

A

Icterisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kun je zeggen over deze urine?

A

De urine is helder bruin gekleurd en dat past bij hemoglobinurie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kies de bijbehorende termen

A
  • Diverse kupffer cellen bevatten erytrocyten in hun cytoplasma = erythrofagie = extravasale hemolyse
  • De hepatocyten bevatten bruin pigment. Dit is bilirubine.
  • De hepatocyten zijn niet hydropisch gedegenereerd en niet necrotisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf het beeld

A
  • Lumen van de tubuli zijn sterk gevuld met hemoglobine
  • Epitheelcellen bevatten vacuolen (hydropische degeneratie), en/of oranje roze korreltjes (eiwitopname) in het cytoplasma, of zijn geheel verdwenen (necrose)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A

Er is een verband tussen de laesies in de lever, de nier en de erythrocyten.
Het agens in de erytrocyten is de parasiet Babesia canis.
Er is ook intravasale hemolyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kun je deze huid beschrijven?

A

De huid van de kin vertoont korsten en de buikhuid is multifocaal hyperemisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kun je zeggen over het beenmerg van deze kat?

A

Het beenmerg is te rood en is dus actief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kies de bijpassende termen

A
  • Het hematopoietisch weefsel overheerst
  • Geen monotoon celbeeld
  • Myeloïde reeks (voorlopers van myeloblasten) overheerst
  • Veel eosinofiele granulocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A

Het beenmerg vertoont een reactie op een ontsteking. De hoeveelheid eosinofiele granulocyten duidt op een allergische reactie. Gezien de krab en likdefecten in de huid heeft de kat jeuk en kun je denken aan een vlooienallergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf deze bult die van de huid van een hond kwam

A
  • Hyperemisch
  • Bleek
  • Spekkig/glazig
  • Massief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dit is het histologische beeld van de bult. Om wat voor structuur gaat het?

A

Een lymfeknoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit wat je ziet

A
  • De sinussen zijn verwijd en celrijk
  • De follikels zijn onregelmatig van vorm
  • Enkele follikels hebben bleke centra en er zijn multifocaal bleke roze foci
  • Zowel de centra als de foci bestaan uit cellen (dus geen secundaire follikels, daar is het centrum bijna leeg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je?

A

Mastcellen overheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A

De lymfeknoop bewijst dat de hond een mastceltumor heeft die gemetastaseerd is. De tumor infiltreert de lymfeknoop.
Samen geeft dit de hond een dubieuze/slechte prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kun je zeggen over dit histologische beeld van de thymus?

A

De thymuslobben zijn verkleind en de interlobulaire septa zijn verbreed. De schors is atrofisch en het merg is normaal van grootte

17
Q
A