HC09 - Immuunpathogenese I Flashcards
Welke soort immunologische reacties kun je gaan meten?
- Humoraal (interactie antilichaam/antigeen)
- Cellulair (interactie cellen/antigeen)
Vul de tabel in
Hoe kun je een antilichaam als middel (gereedschap) gebruiken in de diagnostiek?
Waar staat HLA voor?
Human leucocyte antigen
(bij runderen is het BoLA en bij honden DLA)
Waar komen MHC antigenen voor?
Welke factoren kunnen zorgen voor een afstotingsreactie?
- Transplantatie antigeen
- Weefsel antigeen
- Major histocompatibility antigen
- MHC (HLA, BoLA, DLA)
Hoe groter de verschillen hoe groter de afstotingsreactie
Wanneer wordt een graft transplantatie geaccepteerd en wanneer niet?
Een afstotingsreactie is niks anders dan een immuunreactie, dus ook daarvoor kun je een geheugen ontwikkelen
Hoe kun je er voor zorgen dat de transplantatie langer blijft zitten?
Door immunosupressie
Hoe wordt een transplantatie afgestoten op cellulair niveau?
Wat is er anders bij een reactie tegen een transplantatie t.o.v. een infectie met een bacterie?
Je krijgt zowel de antigeenpresenterende cel van de donor als van het eigen lichaam. Beide kunnen zorgen voor activatie
Wat is een directe transfusie reactie?
Een acute koortspiek en ontstekingsreactie bij een volledige mismatch bij de transfusie
Wat is een indirecte transfusie reactie?
Hier moet het immuunsysteem eerst geactiveerd worden om antilichamen te krijgen, en deze reacties zijn de tweede keer heftiger
Waarom kan een kat met bloedgroep AB de eerste keer elk type bloed krijgen?
Omdat de kat geen antilichamen heeft voor een bepaalde bloedgroep. De tweede keer gaat het dan alsnog fout omdat hij dan geheugencellen heeft tegen het bloed dat hij al gehad heeft.
Wat doet het immuunsysteem normaal gesproken om een tumorcel af te breken?
- T-cel reactiviteit (MHC klasse I/II gerelateerde killing, meest belangrijk)
- NK activiteit
- ADCC (antibody dependent cellular cytotoxicity)
- Armed macrophages (met Ab specifiek voor tumor)
- Antilichamen
Door welke mechanismen kunnen tumoren immuunherkenning vermijden?
- Lage immunogeniciteit
- Tumor wordt behandeld als zelfantigeen
- Antigene modulatie
- Tumor-geïnduceerde immuunsuppressie
- Tumor-geïnduceerde bevoorrechte plaats