w2. hc.3 receptorfamacologie Flashcards
sleutel slot systeem
slot is receptor sleutel is farmacon.
agonisten werken en stimuleren de receptor waardoor een effect wordt bewerkstelligd.
antagonisten blokkeren de receptor werking, kan binden zodat agonist niet kan binden.
type receptoren
G-eiwit gekoppelde receptor: betstaat uit 7 transmembraaneiwitten met intracellulair een G eiwit. deze G eiwitten kunnen respons activeren als agonist bindt. G eiwitten zijn stimulatoir of inhibitoir.
ionkanaal-gekoppelde receptoren: vormen bij activatie een opening voor ionen, zijn zeer snel en van belang.
kinase-gekoppelde receptoren: kan bij activatie eiwitten fosforyleren, langzaam en vooral actief binnen het endocriene systeem. BV. insuline receptor.
gentranscriptie receptoren: transporteren bij activatie naar de kern en zijn dan werkzaam als transcriptiefactor. langzaam, werkzaam bij hormonale cycli. BV. oestrogeenreceptor.
drug receptor interactie
evenwichtsreactie: [D] + [R] = (K2) + (K1) ????
wanneer affiniteit groot dan K1 groot en K2 klein.
KD = K2/K1 en KA is agonist en KB is antagonist
wanneer [DR]/[R] = 0,5 dan is KD = [D] met [R] = totaal aantal receptoren.
dus als 50% receptor bezetting is dan is [DR] (drug receptor binding) gedeeld door aantal receptoren [R] is 0,5. Dan is KD gedeeld door [D] (drug) gelijk aan 1.
typen agonisten
volle agonist: bij lage bezetting maximale effect
partiële agonist: zelfs bij hoge bezetten GEEN max effect
inverse agonist: inactiveren constitutionele receptoren, waardoor remming van activiteit onstaat.
effect van agonisten
effectiviteit is hoogte van plateaufase, max effect.
potentie pEC50 = -log EC50 (M), deze potentie is concentratie waarbij 50% effect wordt behaald.
als 9,2 concentratie dan EC50 = 10^-9,2.
typen antagonisten
chemisch: onafhankelijk van receptor, werkt bijv in bloed, voor wegvangen van stof.
farmacokinetisch: onafhankelijk van receptor, voor afbraak van stof etc.
receptor blokkade: bezetting van receptor
reversibel competitief omkeerbaar
irreversibel competitief onomkeerbaar antagonisme
niet competitief: bindt op andere plek op receptor dan agonist
fysiologisch: antagonist bindt op andere receptor en heeft tegengesteld effect.
reversibel competitief antagonist
meer antagonist betekend meer agonist nodig voor zelfde effect.
lijnen parallel.
dosisratio (DR) = potentie waarde van verschillende doseringen antagonist/ potentie waarde van controle curve zonder antagonist.
rekenvoorbeeld in ss p42 deel 1.
irreversibel competitief antagonist
werking van agonist in combo met receptor neemt af naarmate meer antagonist erbij.
lijnen platten af.
als veel spare receptors: dan eerst verschuiving naar rechts.
fysiologisch antagonisme
useless info over histamine en salbutamol
histamine is van allergische reacties en zorgt voor bronchoconstrictie
salbutamol astma en zorgt voor bronchodilatatie.
histamine en salbutamol werken op verschillende receptoren en kunnen elkaar opheffen dan.